Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de beveiligingsagenten van politie, de beveiligingsassistenten van politie en de beveiligingscoördinatoren van politie, de 25 janvier 2019

Artikel 1. Onverminderd de regels bepaald in de artikelen 7 en 8 verstrekt de commissaris-generaal aan de beveiligingsagenten van politie en aan de beveiligingsassistenten van politie, bedoeld in artikel 117, derde lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, alsook aan de beveiligingscoördinatoren van politie bedoeld in artikel 3 van de wet van 12 november 2017 betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, een legitimatiekaart waaruit hun hoedanigheid, respectievelijk, van beveiligingsagent van politie, van beveiligingsassistent van politie of van beveiligingscoördinator van politie blijkt.

De legitimatiekaarten bedoeld in het eerste lid worden overeenkomstig de modellen in bijlage vastgesteld.

Art. 2. De legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 hebben de vorm van een rechthoek met afgeronde hoeken die een lengte heeft van 86 mm en een breedte van 54 mm.

Ze zijn voorzien van veiligheidsopdrukken waaronder een specifiek hologram en ze zijn geplastificeerd.

Art. 3. De legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevatten op voor- en achterzijde een blauwe achtergrond waarop het logo van de geïntegreerde politie in beweging staat afgebeeld.

Art. 4. De voorzijde van de legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevat de volgende vermeldingen :

  1. linksboven, de voornaam en de naam van de houder;

  2. rechtsboven, het logo van de geïntegreerde politie, zonder vermelding;

  3. op het linker middengedeelte, onder de voornaam en de naam van de houder, een pasfoto van de houder in kleur, met een minimumgrootte van 25 mm bij 25 mm;

  4. op het middengedeelte, het identificatienummer van de houder en daaronder, het volgnummer van de kaart;

  5. op het middengedeelte, onder het volgnummer van de kaart, de vermelding "POLITIE";

  6. onderaan, de vermelding "Koninkrijk België" en daaronder, een band met de nationale driekleur.

    Art. 5. De achterzijde van de legitimatiekaarten bedoeld in artikel 1 bevat de volgende vermeldingen :

  7. "Beveiligingsagent van politie", "Beveiligingsassistent van politie" of "Beveiligingscoördinator van politie" volgens de graad waarmee de titularis bekleed is;

  8. "Agent van bestuurlijke politie";

  9. op het rechterdeel, in de bovenhoek, het logo van de geïntegreerde politie, zonder vermelding;

  10. en daaronder, een band met de nationale driekleur.

    Art. 6. De vermeldingen bedoeld in de artikelen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT