Koninklijk besluit betreffende de integratie in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van gedetineerden en geïnterneerden geplaatst in inrichtingen zoals bedoeld in artikel 3, 4°, a), b) en d), van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, de 27 février 2023

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

Artikel 1. In artikel 124, paragraaf 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 8 april 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin:

    "Op die regel wordt tevens een uitzondering gemaakt voor de in artikel 123, 1, bedoelde echtgenoot of echtgenote, de in artikel 123, 3, bedoelde kinderen, en de in artikel 123, 4, bedoelde ascendent van de gerechtigde bedoeld in artikel 32, eerste lid, 24° van de gecoordineerde wet die zijn hoofdverblijfplaats heeft in een gevangenis of een inrichting zoals bedoeld in artikel 3, 4°, a), b) of d) van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering."

  2. in het vierde lid wordt de opsomming aangevuld met een streepje, luidende:

    "- voor de gehele duur van de opsluiting in een gevangenis of plaatsing in een inrichting zoals bedoeld in artikel 3, 4°, a), b) of d) van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering."

    Art. 2. In artikel 127, vierde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 1 juli 2008, worden de woorden "gerechtigde als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 12°, 16°, 20° en 21° " vervangen door de woorden "gerechtigde als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 12°, 16°, 20°, 21° en 24° ".

    Art. 3. In artikel 129, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 29 december 1997 en gewijzigd door de koninklijke besluiten van 3 augustus 2007 en 1 juli 2008, worden de woorden "gerechtigden bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 16°, 20°, 21° en 22° " vervangen door de woorden "gerechtigden bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 16°, 20°, 21°, 22° en 24° ".

    Art. 4. In artikel 130 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 29 december 1997 en laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1, zevende lid wordt de zin "De wachttijd wordt geschorst gedurende het tijdvak dat de gerechtigde overeenkomstig artikel 19 van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering geplaatst is in een verzorgingsinstelling, met uitzondering van de inrichtingen zoals bedoeld in artikel 3, 4°, a), b) en c) van dezelfde wet." opgeheven;

  4. in paragraaf 2, eerste lid, 6., worden de woorden "gerechtigde hebben als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 7° tot 11° sexies, 16° en 20° " vervangen door de woorden "gerechtigde hebben als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 7° tot 11° sexies, 16°, 20° en 24° ".

    Art. 5. In artikel 131, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 maart 1999, 3 augustus 2007 en 1 juli 2008, worden de woorden " gerechtigde als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 16°, 20°, 21° en 22° " vervangen door de woorden " gerechtigde als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 16°, 20°, 21°, 22° en 24° ".

    Art. 6. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling IV van hoofdstuk III van titel II vervangen als volgt:

    "Afdeling IV. - Persoonlijke bijdrage van de gerechtigden, bedoeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT