Koninklijk besluit betreffende het toekennen van een toeslag voor werknemers die in 2020 tijdelijk werkloos werden gesteld, de 20 janvier 2021

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. werkloosheidsbesluit: het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

  2. de tijdelijk werkloze: de werknemer wiens arbeidsprestaties tijdelijk verminderd of geschorst zijn in toepassing van de artikelen 26, 51 of 77/4, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, voor zover zijn tijdelijke werkloosheid niet het gevolg is van een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht die veroorzaakt wordt door de arbeidsongeschiktheid van de werknemer;

  3. X: het aantal volle uitkeringen in het zesdagenstelsel dat de tijdelijk werkloze in de periode van maart 2020 tot november 2020 heeft genoten in toepassing van de artikelen 106 tot 107 van het werkloosheidsbesluit;

  4. Y: het aantal halve uitkeringen in het zesdagenstelsel dat de tijdelijk werkloze in de periode van maart 2020 tot november 2020 heeft genoten in toepassing van artikel 108 van het werkloosheidsbesluit;

  5. : de Rijksdienst: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 7 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

  6. de uitbetalingsinstelling: de instelling bedoeld in artikel 17 van het werkloosheidsbesluit.

Art. 2. § 1er. De werknemer die tijdens de periode van maart 2020 tot november 2020 minstens 53 volle uitkeringen als tijdelijk werkloze heeft genoten, heeft recht op een toeslag bij de werkloosheidsuitkeringen voor de laatste maand van 2020 waarvoor hij op het ogenblik van de eerste betaling van de toeslag al tijdelijke werkloosheidsuitkeringen heeft genoten, waarvan het bedrag wordt verkregen door toepassing van de volgende formule:

(X - 52) * 10

Het bedrag mag evenwel niet lager zijn dan 150 euro.

§ 2. De werknemer die tijdens de periode van maart 2020 tot november 2020 minstens 53 halve uitkeringen als tijdelijk werkloze heeft genoten, heeft recht op een toeslag bij de werkloosheidsuitkeringen voor de laatste maand van 2020 waarvoor op het ogenblik van de eerste betaling van de toeslag hij al tijdelijke werkloosheidsuitkeringen heeft genoten, waarvan het bedrag wordt verkregen door toepassing van de volgende formule:

(Y - 52) * 5

Het bedrag mag evenwel niet lager zijn dan 75 euro.

§ 3. De werknemer die tijdens de periode van maart 2020 tot november 2020 een aantal volle en halve uitkeringen als tijdelijk werkloze heeft genoten, waarvan het totaal minstens gelijk is aan 53, heeft recht op een toeslag bij de werkloosheidsuitkeringen voor de laatste maand van 2020 waarvoor op het ogenblik van de eerste betaling van de toeslag hij al tijdelijke werkloosheidsuitkeringen heeft genoten, waarvan het bedrag wordt verkregen door toepassing van de volgende formule:

(X + Y - 52) * ([10 * X / (X + Y)] + [5 * Y / (X + Y)])

Het bedrag mag evenwel niet lager zijn dan [150 * X / (X + Y)] + [75 * Y / (X + Y)] euro.

§ 4. De toeslag bedoeld in dit artikel wordt beschouwd als een tijdelijke werkloosheidsuitkering.

Art. 3. In toepassing van artikel 146 van het werkloosheidsbesluit maakt de Rijksdienst een voorlopige uitkeringskaart over aan de uitbetalingsinstelling.

Hij baseert zich daarvoor op de betalingen die de uitbetalingsinstelling heeft verricht voor de tijdelijk werkloze en die betrekking hebben op de maanden gelegen in de periode vanaf maart tot en met oktober 2020.

De uitkeringskaart vermeldt het bedrag van de voorlopige toeslag.

Art. 4. In afwijking van artikel 160 van het werkloosheidsbesluit kan de uitbetalingsinstelling aan de werknemer bedoeld in artikel 2, een voorlopige toeslag betalen op basis van de voorlopige uitkeringskaart bedoeld in artikel 3.

Art. 5. In afwijking van artikel 161 van het werkloosheidsbesluit mag de uitbetalingsinstelling de voorlopige toeslag bedoeld in artikel 4, betalen vanaf 15 december 2020.

Art. 6. In toepassing van artikel 146 van het werkloosheidsbesluit maakt de Rijksdienst een definitieve uitkeringskaart over aan de uitbetalingsinstelling.

Hij baseert zich daarvoor op de betalingen aan de tijdelijk werkloze voor de periode van maart 2020 tot november 2020 die in toepassing van artikel 164, § 3, van het werkloosheidsbesluit een eerste keer zijn geverifieerd en waarvoor in toepassing van artikel 169 van het werkloosheidsbesluit geen beslissing tot terugvordering werd opgesteld.

De uitkeringskaart vermeldt het bedrag van de definitieve toeslag. Indien het bedrag van de definitieve toeslag lager is dan het bedrag van de voorlopige toeslag, vordert de Rijksdienst het verschil terug van de werknemer, maar vermeldt hij op de uitkeringskaart als bedrag van de definitieve toeslag het bedrag van de voorlopige toeslag.

Art. 7. Voor zover dit besluit er niet van afwijkt, zijn de bepalingen van Titel II, Hoofdstuk V, afdelingen 2 tot 4, en VII tot IX, van het werkloosheidsbesluit van toepassing.

Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 december 2020.

Art. 9. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 20 januari 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 1octies, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 12 november 2020;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 10 december 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting gegeven op 15 december 2020;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de toeslag in het besluit op 1 december 2020. Met het oog op de rechtszekerheid moet het koninklijk besluit zo snel mogelijk worden gepubliceerd;

Gelet op advies 68.524/1 van de Raad van State, gegeven op 23...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT