Koninklijk besluit betreffende het beroep van orthoptist-optometrist, de 12 avril 2019

Artikel 1. De uitoefening van "oogzorg" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 69 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Art. 2. Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "orthoptist-optometrist".

Art. 3. Het beroep van orthoptist-optometrist mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding in het kader van een hoger onderwijs van het Europees kwalificatieniveau 6 van het European Qualifications Framework, overeenstemmend met minstens 180 ECTS studiepunten, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat :

    1. een theoretische opleiding in :

    2. algemene anatomie, fysiologie, neurologie en pathologie;

      ii) anatomie, (neuro-)fysiologie en pathologie van het oog en het visuele systeem, met inbegrip van de relevante behandelingsmethoden;

      iii) farmacologie;

      iv) algemene psychologie, gezondheids-, ontwikkelings- en neuropsychologie;

    3. algemene pedagogiek en orthopedagogiek;

      vi) neuro-oftalmologie;

      vii) optica;

      viii) theorie van het binoculaire zien, het strabisme, de amblyopie;

      ix) low vision;

    4. statistiek;

      xi) ethiek en deontologie;

      xii) recht, wetgeving, organisatie van de gezondheidszorg en de gezondheidszorg-beroepen;

      xiii) interdisciplinair werken;

    5. een theoretische en praktische opleiding in:

    6. onderzoeksmethoden van hoofdhouding, oogstand, oogbewegingen, amblyopie, oculovestibulaire functies, gezichtsvermogen (inclusief bepalen van gezichtsscherpte en refractieve status, accommodatie- en convergentievermogen, contrast- en lichtgevoeligheid, optimale prismasterkte, opsporen van kleurenzichtstoornissen en aniseikonie) en meten van de oogdruk;

      ii) behandelingsmethoden van strabisme, andere binoculaire stoornissen, amblyopie en oculovestibulaire dysfuncties;

      iii) technische onderzoeksmethoden van het visueel systeem;

      iv) refractie en contactologie;

    7. onderzoeks- en behandelingsmethoden bij low vision;

      vi) wetenschappelijke methodologie en evidence based practice;

      vii) communicatie en communicatieve vaardigheden;

      viii) organisatie en administratie in het kader van de therapeutische planning;

      ix) informatica in de gezondheidszorg en eHealth applicaties;

    8. EHBO;

      xi) hygiëne en steriel werken;

      xii) assistentie en instrumentatie in de oftalmologische chirurgie;

      xiii) toedienen van collyria;

    9. het maken van minimaal een eindwerk dat in verband staat met de uitoefening van oogzorg en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analytische en synthetische activiteit in het vakdomein en dat hij zelfstandig kan werken;

    10. met vrucht een stage doorlopen hebben van minstens 600 uren verdeeld over de verschillende domeinen van de oogzorg;

  2. hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, ten minste 15 uren per jaar, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT