Koninklijk besluit betreffende de facturatie naar aanleiding van een tussenkomst dringende geneeskundige hulpverlening door een ambulancedienst, de 28 novembre 2018

Artikel 1. § 1. Een ambulancedienst zoals bedoeld in artikel 5 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening factureert voor elk contact met een patiënt of met een overledene ten gevolge van een alarmering door het eenvormig oproepstelsel, een forfaitaire vergoeding "Tussenkomst dringende geneeskundige hulpverlening" ten bedrage van zestig euro en dit onder de volgende voorwaarden:

  1. de patiënt of zijn vertegenwoordiger heeft zijn toestemming verleend zoals bedoeld in art. 8, § 1 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt of er was sprake van een spoedgeval bedoeld in art. 8, § 5 van dezelfde wet;

  2. het eenvormig oproepstelsel heeft de ziekenwagenploeg niet gevraagd de interventie stop te zetten voordat de ziekenwagenploeg aangekomen was op de interventieplaats;

  3. de facturatie gebeurt via een factuur overeenkomstig één van de modellen in de bijlagen 1 of 2, respectievelijk zonder overschrijvingsformulier of met overschrijvingsformulier;

  4. de ambulancedienst vult in het model in de bijlagen 1 of 2 voor de rubriek `Amburegfichenummer' een nummer in dat ze zelf bepaalt, bijvoorbeeld een klantnummer, tot het moment dat de minister bevoegd voor Volksgezondheid de inhoud van deze rubriek vastlegt;

  5. de ambulancedienst maakt de informatie opgenomen in de bijlagen 1 of 2 elektronisch over aan de verzekeringsinstelling bedoeld in artikel 2, (i) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, vanaf een datum vastgesteld door de minister bevoegd voor Volksgezondheid en volgens de instructies van het Nationaal Intermutualistisch College.

    § 2. Er mogen geen andere kosten gefactureerd worden aan de patiënt of zijn vertegenwoordiger dan de forfaitaire vergoeding bedoeld in paragraaf 1 naar aanleiding van de alarmering door het eenvormig oproepstelsel.

    § 3. De ambulancedienst vult enkel in de factuur bedoeld in artikel 1, § 1, 3°, het rijksregisternummer in mits ze beschikt over een machtiging om het te gebruiken bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

    § 4. Paragraaf 1 is niet van toepassing op de contacten met een patiënt of met een overledene ten gevolge van een alarmering door het eenvormig oproepstelsel die gebeurde voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

    Art. 2. § 1. In afwijking van artikel 1, § 1, gelden voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT