Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis, de 20 février 2023

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsbepalingen

Artikel 1. Dit besluit heeft betrekking op de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis bij gehouden runderen.

Dit besluit is niet van toepassing op de in lid 1 bedoelde runderen die gehouden worden in geconsigneerde inrichtingen, zoals gedefinieerd in artikel 4, 48), van de verordening 2016/429, met uitzondering van de maatregelen in de hoofdstukken II tot en met IV.

Art. 2. Infectieuze boviene rhinotracheïtis is een dierenziekte die valt onder toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.

Art. 3. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van:

  1. artikel 4 van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ("diergezondheidswetgeving");

  2. artikel 2 van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren;

  3. artikel 3 van gedelegeerde verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren.

    § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder :

  4. vereniging: vereniging erkend bij het ministerieel besluit van 26 november 2006 tot erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten;

  5. I.B.R. : infectieuze boviene rhinotracheïtis;

  6. BoHV-1 : virus verantwoordelijk voor I.B.R.;

  7. rund geïnfecteerd met het BoHV-1: rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage 5, A.3. of een rund zoals bedoeld in artikel 23, derde en vierde lid;

  8. rund verdacht geïnfecteerd met het BoHV-1: rund dat behoort tot een beslag 'in overtreding' of een beslag waarvan het statuut is opgeschort of dat behoort tot een lot runderen zoals bedoeld in bijlage 7, A.,5.;

  9. rund vrij van en niet gevaccineerd tegen het BoHV-1: rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage 5, A.1.;

  10. rund vrij van BoHV-1 : rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage 5, A.2.;

  11. virologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van het BoHV-1;

  12. serologisch onderzoek : een serologische test zoals bedoeld in bijlage III, afdeling 4, van de verordening 2020/689 met het oog op de detectie van antistoffen tegen het volledige BoHV-1 virus, of in geval van (een) DIVA (Differentiating Infected from Vaccinated Animals) gevaccineerd(e) dier(en), met het oog op de detectie van antistoffen tegen het glycoproteïne E van het BoHV-1;

  13. haard : inrichting zoals bedoeld in artikel 5;

  14. statuut 'besmet' : statuut dat wordt toegekend aan een beslag in toepassing van artikel 13 of artikel 17;

  15. statuut 'IBR gE NEG met vaccinatie' : statuut dat wordt toegekend aan een beslag in toepassing van artikel 14 of artikel 18;

  16. statuut 'IBR gE NEG in transitie' : statuut dat wordt toegekend aan een beslag in toepassing van artikel 15 of artikel 19;

  17. statuut 'vrij' : statuut dat wordt toegekend aan een beslag in toepassing van artikel 16 of artikel 20;

  18. beslag 'in overtreding' : beslag bedoeld in artikel 9, § 4;

  19. individueel IBR-statuut : het IBR-statuut toegekend aan een rund in toepassing van Hoofdstuk 5, Afdeling 5;

  20. rund in beweging : een rund dat zijn beslag van herkomst verlaten heeft en nog niet toegevoegd is aan een nieuw beslag, anders dan dat in een handelaarsstal;

  21. afmestbeslag : een beslag, andere dan een vleeskalverhouderij, waar enkel en alleen runderen aanwezig zijn met het oog op hun vetmesting en waar de verhouding tussen het aantal geboortes en het aantal vrouwelijke dieren op jaarbasis kleiner is dan 0,05;

  22. vleeskalverhouderij: een beslag waar de runderen behorend tot het beslag in SANITEL geregistreerd worden met het specifieke en niet omkeerbare statuut van vleeskalf;

  23. conventioneel beslag: een beslag dat noch een vleeskalverhouderij, noch een afmestbeslag noch een beslag gelinkt aan een handelaarsstal is;

  24. geregistreerde 1-1 relatie: een samenwerkingsverband tussen 2 inrichtingen zoals beschreven in artikel 27;

  25. de Minister : de Minister bevoegd voor de landbouw;

  26. I.O.: Interprofessioneel organisme zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 12° van het koninklijk besluit van 29 augustus 2021 betreffende de controle van de kwaliteit van rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen;

  27. gE-negatief vaccin : vaccin tegen boviene infectieuze rhinotracheïtis dat geen serologische reactie tegen het glycoproteïne E induceert;

  28. N.R.L.: Nationaal Referentielaboratorium;

  29. Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano;

  30. erkend laboratorium : laboratorium dat voldoet aan de voorwaarden gedefinieerd in bijlage 1;

  31. AHLICS: een centrale analyseresultatendatabank;

  32. T.V.D. : het toedienings- en verschaffingsdocument zoals gedefinieerd in artikel 28, § 2, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de exploitanten van de dieren;

  33. bedrijfsdierenarts : dierenarts als bedoeld in artikel 2, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden;

  34. de plaatsvervangende bedrijfsdierenarts: dierenarts als bedoeld in artikel 2, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden;

  35. vaccinatieregister : het register bedoeld in bijlage 2, 1. Dit vaccinatieregister maakt deel uit van het register bedoeld in het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de exploitanten van de dieren, artikel 54 in geval de vaccinatie wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts of artikel 55 in geval de vaccinatie wordt gedelegeerd naar de exploitant;

  36. vaccinatierapport : samenvatting van de gegevens van het vaccinatieregister dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage 2, 2.;

  37. overwegend melkveebedrijf: een inrichting met een beslag waar binnen de groep van vrouwelijke dieren ouder dan 24 maanden minimaal 95% melkgevend zijn en waar maximaal 5% van het totaal aantal runderen van het beslag mannelijk zijn;

  38. Fonds: het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, opgericht bij artikel 3 van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;

  39. Verordening 2020/689 : gedelegeerde verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten;

  40. officiële dierenarts : dierenarts zoals gedefinieerd in verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles), artikel 3, 32;

  41. SANITEL: het geautomatiseerde gegevensbestand van het Agentschap zoals bedoeld in artikel 109 van verordening (EU) 2016/429;

  42. productie-eenheid: het geheel van een of meerdere stallen en de desgevallend daarbij horende uitloopruimte op een inrichting waarin een beslag is gehuisvest;

  43. beslag: groep dieren van eenzelfde diersoort waardoor zij een enkele epidemiologische eenheid vormen met dezelfde gezondheidsstatus. In stallen omvat de term beslag minstens alle dieren die hetzelfde omsloten luchtvolume delen;

  44. beslagnummer: uniek nummer voor een beslag op basis van het uniek registratienummer, toegekend aan elke in SANITEL geregistreerde inrichting;

  45. handelaar: exploitant die handel drijft in dieren en die desgevallend een handelaarsstal uitbaat;

  46. handelaarsstal: productie-eenheid met een specifiek beslagnummer waar een handelaar dieren huisvest die hij verhandelt;

  47. verhandelen: in eigen naam, in opdracht van of onder commissie in de handel brengen, ten verkoop aanbieden, tentoonstellen, verkopen, ruilen, leveren, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan, invoeren, uitvoeren of doorvoeren.

    HOOFDSTUK II. - Maatregelen in geval van verdenking

    Art. 4. § 1. Elke exploitant die bij één of meerdere runderen van zijn inrichting symptomen van klinische I.B.R. zoals koorts geassocieerd met ademhalingsproblemen en/of verwerping vaststelt dient zonder verwijl de bedrijfsdierenarts te ontbieden.

    § 2. De bedrijfsdierenarts, opgeroepen in toepassingen van paragraaf 1, voert een klinisch onderzoek uit. Indien dit onderzoek de verdenking...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT