21 JUNI 2011. - Koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de verplichtingen waaraan de houders van deze vergunning moeten voldoen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

  1. Inleiding

    Het huidige ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd kadert in de ten uitvoerlegging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, hierna de Kansspelwet genoemd.

    Dit koninklijk besluit dient samen gelezen te worden met het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan spelen aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan en die een totaalprogramma inhouden, moeten voldoen.

    De ontwerpen bevatten regelgeving met betrekking tot de zogenaamde 'belspelletjes' op televisie.

    Voorliggend ontwerp van koninklijk besluit bepaalt, in toepassing van artikel 43/13 van de Kansspelwet, de nadere regels met betrekking de vergunning vereist voor de exploitatie van dergelijke spelletjes, te weten de vergunning klasse G1.

  2. Artikelsgewijze bespreking

    Artikel 1 bepaalt hoe de vergunning moet worden aangevraagd. Dit kan per aangetekende postzending of op elektronische wijze. Er dient gebruikt te worden gemaakt van het formulier gevoegd als bijlage I bij voorliggend ontwerp van koninklijk besluit.

    Artikel 2 geeft aan dat de aanvraag door de Kansspelcommissie zal worden behandeld binnen een termijn van drie maanden.

    Artikel 3 schrijft voor dat over de aangevraagde spelen afzonderlijk geoordeeld wordt en dat in de af te leveren vergunning aangeduid wordt voor welke spelen ze geldt.

    Artikel 4 voorziet in een kennisgeving van de beslissing van de Kansspelcommissie per aangetekende postzending.

    Indien het een gunstige beslissing betreft zal een vergunning klasse G1 worden afgeleverd overeenkomstig het model gevoegd bijlage II bij voorliggend ontwerp van koninklijk besluit.

    Artikel 5 laat de vergunninghouder toe, eenmaal de vergunning bekomen werd, om een bijkomende aanvraag in te dienen om andere, nieuwe spelen mee in de vergunning te laten opnemen. Deze aanvraag verloopt op dezelfde wijze als de vergunningsaanvraag.

    Artikel 6 stelt dat de vergunninghouder een protocol dient af te sluiten met de gebeurlijke operatoren, facilitatoren en organisatoren van de belspelletjes. Dit protocol dient hun onderlinge samenwerking te regelen.

    Artikel 7 geeft aan dat vergunninghouder voortdurend moet zorgen voor de eerlijkheid van de ingerichte mediaspelen, alsook voor de regelmatige werking ervan.

    Artikel 8 ten slotte schrijft voor dat met betrekking tot de ingerichte mediaspelen een afzonderlijk boekhouding dient te worden gevoerd.

    Wij hebben de eer te zijn,

    Sire,

    van Uwe Majesteit,

    de zeer eerbiedige

    en zeer getrouwe dienaars,

    De Minister van Justitie,

    S. DE CLERCK

    De Minister van Financiën,

    D. REYNDERS

    De Minister van Volksgezondeheid,

    Mevr. L. ONKELINX

    De Minister voor Ondernemen,

    V. VAN QUICKENBORNE

    De Minister van Binnenlandse Zaken,

    Mevr. A. TURTELBOOM

    De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie,

    C. DEVLIES

    Advies 49.483/2 van 27 april 2011 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State

    De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 5 april 2011 door de Staatssecretaris, toegevoegd aan de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de wijze waarop de mediaspelen worden ingericht en beheerd, met dien verstande dat een afzonderlijke boekhouding moet worden gevoerd voor alle kansspelactiviteiten », heeft het volgende advies gegeven :

    Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

    Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen vormvereisten.

    Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

    Onderzoek van het ontwerp

    Opschrift

    Aanbevolen wordt te zorgen voor een duidelijk, nauwkeurig, volledig en beknopt opschrift van het besluit. Door het opschrift moet het onderwerp van de tekst onmiddellijk duidelijk zijn voor de lezer (1).

    Het opschrift van het voorliggende ontwerp (« koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT