8 JUNI 2008. - Programmawet (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II. - Binnenlandse Zaken

HOOFDSTUK 1. - Veiligheid en preventie

Wijziging van artikel 66 van de programmawet van 2 januari 2001

Art. 2. In artikel 66 van de programmawet van 2 januari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 1, laatst gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2006, wordt aangevuld met een lid, luidende :

    Voor het jaar 2008 wordt het op basis van deze paragraaf berekende bedrag verminderd met 35 902 duizend EUR.

    ;

  2. paragraaf 2, 1°, gewijzigd bij de programmawetten van 30 december 2001, 20 juli 2006 en 27 december 2006, wordt aangevuld met de volgende zin :

    Voor het begrotingsjaar 2008 wordt de doorstorting beperkt tot 5 000 duizend EUR.

    .

    HOOFDSTUK 2. - Federale politie. - Wijziging van artikel 485 van de programmawet van 27 december 2004

    Art. 3. In artikel 485, § 3, van de programmawet van 27 december 2004, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. in de bepaling onder 2°, worden de woorden « voor het jaar 2005, 2006 et 2007 » vervangen door de woorden « voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 »;

  4. in de bepaling onder 3°, tweede lid, worden de woorden « 2005, 2006 en 2007 » vervangen door de woorden « 2005, 2006, 2007 en 2008 ».

    TITEL III. - Energie

    HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 8 december 2006 tot vaststelling van een heffing ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent

    Art. 4. Artikel 3 van de wet van 8 december 2006 tot vaststelling van een heffing ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent, wordt vervangen door de volgende bepaling :

    Art. 3. - Op een niet-benutte of onderbenutte site voor de productie van elektriciteit wordt een jaarlijkse heffing geheven. Deze heffing wordt berekend op basis van de oppervlakte van een niet-benutte of onderbenutte site voor zover de potentiële productiecapaciteit van de installatie die er kan opgericht worden, minstens 400 MW bedraagt voor een gascentrale of minstens 250 MW voor een koleninstallatie of een installatie werkend op basis van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling.

    De globale heffing mag niet hoger zijn dan 3 procent van het gedeelte van het omzetcijfer dat betrekking heeft op de elektriciteitsproductie dat de schuldenaar van de heffing heeft gerealiseerd op de Belgische elektriciteitsmarkt tijdens het laatst afgesloten boekjaar.

    Het bedrag van de heffing is vastgelegd op 125 EUR per m2.

    Art. 5. Artikel 5, § 1, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :

    § 1. De ambtenaar bepaalt, binnen de zestig dagen na ontvangst van de aangifte bedoeld in artikel 4, het aantal m2 van de niet-benutte of onderbenutte site voor de productie van elektriciteit en het bedrag van de heffing overeenkomstig artikel 3, derde lid.

    .

    Art. 6. In artikel 7, §§ 1 en 2, van dezelfde wet, worden de woorden « dertig kalenderdagen » vervangen door de woorden « zestig dagen ».

    Art. 7. In artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet, wordt het woord « dertig » vervangen door het woord « zestig ».

    Art. 8. In artikel 10 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. in § § 1 en 2 worden de woorden « dertig kalenderdagen » vervangen door de woorden « zestig dagen »;

  6. in § 3 wordt het woord « dertig » vervangen door het woord « zestig ».

    HOOFDSTUK 2. - Forfaitaire verminderingen voor de leveringen van gas en elektriciteit

    Art. 9. Forfaitaire verminderingen van respectievelijk vijfenzeventig EUR voor de aardgaslevering voor verwarming en tot vijftig EUR voor de elektriciteitslevering voor verwarming worden toegekend aan de eindafnemers zoals gedefinieerd in artikel 10. Deze forfaitaire verminderingen worden door de leveranciers bij wijze van een prijsvermindering aangerekend op de eindafrekeningen, opgesteld door de aardgas- en elektriciteitsleveranciers vanaf 1 juli 2008.

    De financiering van de forfaitaire verminderingen bedoeld in het eerste lid mag door geen enkele categorie eindafnemers worden gedragen.

    Art. 10. § 1. Kunnen genieten van de forfaitaire verminderingen, bedoeld in artikel 9, de personen bedoeld in artikel 37undecies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, die een verzekeringstegemoetkoming in de kosten voor de verstrekkingen genieten en wier jaarlijks belastbaar netto-inkomen van hun huishouden het bedrag van 20 600,00 EUR niet overschrijdt.

    Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan een gecorrigeerd indexcijfer voorzien in artikel 37quaterdecies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.

    § 2. De forfaitaire verminderingen, bedoeld in artikel 9, kunnen niet worden toegekend aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, in de zin van artikel 15/10, § 2, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en van artikel 20, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.

    § 3. Onverminderd §§ 1 en 2 zijn de forfaitaire verminderingen ook van toepassing op personen die een woongelegenheid betrekken in appartementsgebouwen waarvan de verwarming met aardgas plaats- vindt door middel van een collectieve installatie, mits zij voldoen aan de in § 1 bedoelde inkomensvoorwaarden.

    Art. 11. De verminderingen bedoeld in de artikelen 9 en 10, zijn niet vatbaar voor overdracht noch voor beslag. Zij worden toegekend aan de rechthebbende niettegenstaande elke toestand van samenloop of procedure van insolvabiliteit.

    Bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, op voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, bepaalt de Koning :

  7. de nadere regels voor het aanvragen van de forfaitaire vermindering, met name de vorm waaronder de aanvragen moeten worden ingediend, de procedure volgens dewelke de eigenaars, zoals bedoeld in artikel 10, § 3, de forfaitaire vermindering doorstorten alsmede de verantwoordingsstukken die bij de aanvragen dienen te worden gevoegd;

  8. de nadere regels voor de betaling van de forfaitaire verminderingen aan de aardgas-en elektriciteitsleveranciers;

  9. de nadere regels van het bewijs dat door de aardgas- en elektriciteitsleveranciers dient geleverd te worden aan de Commissie om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de betaling.

    TITEL IV. - Overheidsbedrijven

    ENIG HOOFDSTUK. - Fonds voor spoorweginfrastructuur

    Art. 12. Teneinde de hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur te voltooien, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, alle nodige maatregelen nemen, in voorkomend geval met uitwerking vanaf 1 januari 2008, om :

  10. de overname door de Staat toe te staan van de financiële schulden van het Fonds voor spoorweginfrastructuur (hierna het « Fonds » genoemd) voor een totaal bedrag van maximum 4 527 616 791,48 EUR in hoofdsom en om de voorwaarden en wijze van uitvoering van bedoelde overname te regelen;

  11. de overdracht aan de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel (hierna « Infrabel » genoemd) te verwezenlijken, rechtstreeks of via de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS Holding (hierna de « NMBS Holding » genoemd) of een andere rechtspersoon van publiek recht, van de eigendom van of zakelijke of persoonlijke gebruiksrechten op activa verbonden met de spoorweginfrastructuur die aan het Fonds werden overgedragen met toepassing van artikel 14, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004, met inbegrip, in voorkomend geval, door uitdoving van rechten gevestigd ten voordele van het Fonds, en om de voorwaarden, wijze van uitvoering en tegenstelbaarheid aan derden van bedoelde overdracht te regelen, en dit met uitzondering van de zogenaamde « valoriseerbare » gronden, bedoeld in bijlagen 1.2 tot 1.4 bij het koninklijk besluit van 30 december 2004 tot vaststelling van de lijsten van de passiva en van de activa bedoeld in artikel 454, § 2, tweede lid, van de programmawet van 22 december 2003 die door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen aan het Fonds voor spoorweginfrastructuur overgedragen worden;

  12. bepalingen vast te stellen betreffende de impact op de resultatenrekening van Infrabel van de verwerving en het aanhouden van de activa die aan haar zijn overgedragen met toepassing van 2°;

  13. de overdracht aan de NMBS Holding te verwezenlijken van activa verbonden met buiten dienst gestelde spoorweginfrastructuur die toebehoort aan het Fonds maar zich bevindt op terreinen die toebehoren aan de NMBS Holding, en om de voorwaarden, wijze van uitvoering en tegenstelbaarheid aan derden van bedoelde overdracht te regelen;

  14. de opdrachten van het Fonds te herdefiniëren in het licht van de maatregelen genomen met toepassing van 1°, 2° en 4°, en om zijn statuut, zijn werking, zijn financiering en de regels van administratief en budgettair toezicht waaraan het is onderworpen, aan te passen;

  15. in voorkomend geval, de ontbinding en de vereffening van het Fonds te organiseren en, in dit kader, de bestemming te regelen van zijn andere activa en passiva die niet zijn overgedragen met toepassing van 1°, 2° en 4°;

  16. de fiscale behandeling van de verrichtingen bedoeld in 1° tot 6° te regelen.

    Art. 13. § 1. De besluiten die krachtens artikel 12 worden vastgesteld, kunnen de van kracht zijnde wettelijke bepalingen wijzigen, aanvullen, vervangen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT