Cultuur, Jeugd, Sport en Media Definitieve opname van roerende goederen in de lijst van het cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap Bij besluit van de Vlaamse minister van Cultu

Definitieve opname van roerende goederen in de lijst van het cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap

Bij besluit van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel van 7 juli 2009 tot definitieve opname van roerende goederen en van een verzameling roerende goederen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap wordt bepaald :

Artikel 1. De volgende roerende goederen worden als definitieve maatregel opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap in hoofdafdeling 1, individuele voorwerpen; afdeling 3, cultuurhistorisch erfgoed :

  1. a) korte beschrijving :

    Anoniem, Modus legendi abbreviaturas in utroque jure, Leuven, Jan van Westfalen, ca. 1483.

    Dit boek bevat een lange inleiding met onder meer een encyclopedisch overzicht van de bronnen van het recht, gevolgd door een alfabetische lijst met afkortingen en hun oplossing en ten slotte ook een repertorium van de titels voor de verschillende wetboeken van het Romeinse en het canonieke recht.

    Het boek bevat zijn originele band. Het bestaat uit twee houten platten, waarover een halve varkensleren band is aangebracht. De band is voorzien van blindstempeling met bloemmotieven, ruiten en cirkels, in een lijstwerk van rollijnen. Daarnaast zijn er resten van sloten en zijn er sporen van doppen voor- en achteraan, van pootjes en van een kettingklamp;

    1. motivatie :

      Het anonieme werk Modus legendi abbreviatus in utroque jure ontstond in de eerste decennia van de vijftiende eeuw, vermoedelijk in Duitsland. Het was bedoeld als een handleiding voor de beginnende studenten in de beide rechten. Er waren talloze drukken, zowel als afzonderlijke uitgave als in verzamelwerken (zoals in dit geval). Het bleek een bijzonder handboek en praktisch werkinstrument en had dan ook een groot succes, uiteraard ook bij de Leuvense rechtenstudenten. Het werd talloze keren uitgegeven. Deze druk uit 1483 van Jan van Westfalen is de oudste bekende druk van dit werk in Leuven en is als dusdanig uniek binnen de Vlaamse Gemeenschap. Uniek ten opzichte van andere bekende exemplaren zijn de talrijke eigentijdse marginalia in het Latijn. Ingebonden met twee andere rechtstraktaten geeft het als geheel een goed beeld van de boeken die men beschouwde als basisliteratuur aan de rechtsfaculteit en is het convoluut een getuige van het rechtsonderwijs in de 15de eeuw. Daarnaast bevat dit boek zijn originele band;

    2. eigendomssituatie : privébezit;

  2. a) korte beschrijving :

    Petrus de Rivo, Adrianus VI, e.a., Leuvense notities over de controverse 'De futuris contingentibus' en het inquisitieproces tegen Petrus de Rivo; Leuvense juridische consulten; Systematische juridische uitvoeringen; Handboek ketters en inquisitie; einde 15de eeuw tot ca. 1515.

    Handschrift op papier, geen band;

    1. motivatie :

      Dit handschrift is een universitair 'werkschrift', dat dateert van het einde van de 15de eeuw tot ca. 1515. Het bevat niet alleen afschriften van bestaande tekstcorpora, maar ook tekstfragmenten die voorheen onbekend waren. De waarde van dit handschrift kan moeilijk overschat worden. Het bevat vooreerst de vroegste getuigenissen van de veroordeling van de stellingen van de theoloog Petrus de Rivo (Asse, ca. 1420-Leuven, 1499) en zijn antwoorden daarop. Die Leuvense professor retorica aan de Artesfaculteit raakte vanaf 1465 verzeild in een groot conflict omtrent de 'futura contingentia' met Hendrik van Zomeren (ca. 1418-1472), hoogleraar in de theologie. Dat conflict ontaardde al snel in een internationale strijd, waarin ook Keulse en Parijse theologen, het Bourgondische hof en de H. Stoel betrokken raakten. Hendrik van Zomeren deed een beroep op paus Paulus II, die een inquisitieonderzoek gelastte. Op het hoogtepunt van de strijd in 1472 overleed van Zomeren. De Rivo ondertekende in 1473 twee herroepingen van zijn stelling.

      Daarnaast bevat het handschrift autografen van een aantal personen die aan de Leuvense universiteit verbonden waren. Tot nog toe heeft men twee 'handen' kunnen identificeren, namelijk die van de theoloog Petrus de Rivo en die van de latere paus Adrianus VI (1459 - 1523), wiens handtekening te zien is op f. 9v°;

    2. eigendomssituatie :

      privébezit;

  3. a) korte beschrijving :

    Jan van Loen (docent), Anthonius van Huysen (docent), Jan Lombaert van Oosterwijk (student), collegedictaat : Philosophia Logicalis, handschrift, 1513 - 1514. Perkamenten band, 15de-eeuwse perkamenten schutbladen met Latijnse juridische tekst, papier.

    Dit collegedictaat is de neerslag van de lessen logica aan de Artesfaculteit, gedoceerd door twee professoren gedurende het academiejaar 1513 - 1514;

    1. motivatie :

      De collectie collegedictaten is een van de belangrijkste handschriftencollecties van de universiteitsbibliotheek in Leuven en een zeer belangrijke bron voor de kennis van het Leuvense onderwijs en van de ontwikkeling van de wetenschappen in de Zuidelijke Nederlanden.

      Tijdens de twee jaren van hun studies aan de Artesfaculteit volgden de studenten colleges in de filosofie en de natuurwetenschappen. De stof werd tijdens de colleges gedicteerd en moest nadien door de student of door een ingehuurde kopiist in het net worden overgeschreven. De dictaatschriften werden vaak met didactische gravures en tekeningen verrijkt, soms veredeld met andere grafiek, die vaak een moraliserende connotatie had, en soms met zeer fantasierijke pentekeningen of zelfs aquarellen.

      Het hier voorgestelde collegedictaat is het oudste in de Leuvense...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT