Koninklijk besluit tot vrijwaring van het financieel evenwicht van het jaarlijks vakantiestelsel van de arbeiders door structurele maatregelen., de 3 mai 1999

Artikel 1. In artikel 19, § 1, lid 1, 1° van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, worden de woorden ingevoegd bij de wet van 26 maart 1999 "met uitzondering van het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek" geschrapt.

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is voor de eerste maal van toepassing voor de uitbetaling van de vakantiegelden van het vakantiejaar 1999 voor het vakantiedienstjaar 1998.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken,

Mevr. M. DE GALAN

Aanhef

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 mei 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen, en inzonderheid op artikel 20;

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 19, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 13 mei 1976, het koninklijk besluit nr. 409 van 18 april 1986 en de wetten van 10...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT