Wet tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur, de 30 août 2013

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet bepaalt het statuut van de militairen van het actief kader aangeworven voor een loopbaan van beperkte duur, hierna genoemd " militairen BDL ".

De militairen BDL zijn :

  1. de officieren en kandidaat-officieren BDL van het niveau A;

  2. de officieren en kandidaat-officieren BDL van het niveau B;

  3. de onderofficieren en kandidaat-onderofficieren BDL van het niveau B;

  4. de onderofficieren en kandidaat-onderofficieren BDL van het niveau C;

  5. de vrijwilligers en kandidaat-vrijwilligers BDL.

    Art. 3. Voor zover deze bepalingen niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van onderhavige wet en voor zover de reglementaire bepalingen niet onverenigbaar zijn met de reglementaire bepalingen genomen in uitvoering van onderhavige wet, zijn alle wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het statuut van de beroepsmilitairen van toepassing op de militairen BDL, naargelang de personeelscategorie en het niveau waartoe ze behoren.

    Voor zover deze bepalingen niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van onderhavige wet en voor zover de reglementaire bepalingen niet onverenigbaar zijn met de reglementaire bepalingen genomen in uitvoering van onderhavige wet, zijn alle wettelijke en reglementaire bepalingen die, naargelang het geval, van toepassing zijn op de sollicitanten of de kandidaat-beroepsmilitairen van toepassing op de sollicitanten BDL of kandidaat-militairen BDL, naargelang de personeelscategorie waartoe ze behoren.

    De bepalingen van de samengeordende wetten op de militaire pensioenen zijn van toepassing op de militairen BDL.

    HOOFDSTUK 2. - De werving

    Art. 4. Teneinde de hoedanigheid van militair BDL te kunnen verwerven, dient de sollicitant BDL aan dezelfde voorwaarden te voldoen als de sollicitant kandidaat-beroepsmilitair, met uitzondering van de hierna vermelde voorwaarden :

  6. de sollicitant officier BDL en de sollicitant onderofficier BDL van niveau B mogen de leeftijd van negenentwintig jaar niet hebben bereikt op 31 december van het jaar van hun inlijving;

  7. de sollicitant onderofficier BDL van niveau C en de sollicitant vrijwilliger BDL mogen de leeftijd van zevenentwintig jaar niet hebben bereikt op 31 december van het jaar van hun inlijving.

    HOOFDSTUK 3. - De dienstneming

    Art. 5. De dienstneming als militair BDL heeft, van rechtswege en op de datum ervan, naargelang het geval, het ontslag uit het ambt of de verbreking van elke vroegere dienstneming of wederdienstneming van de persoon die reeds de hoedanigheid heeft van militair tot gevolg.

    Art. 6. De militair BDL gaat een dienstneming aan voor een duur van maximum acht jaar.

    De totale duur van de loopbaan van de militair BDL mag de in het eerste lid bedoelde duur van de dienstneming niet overschrijden en wordt van rechtswege beëindigd, naar gelang het geval :

  8. de laatste dag van de maand waarin de in het eerste lid bedoelde dienstneming verstrijkt;

  9. de laatste dag van het trimester waarin de militair BDL, naargelang het geval, de leeftijd bereikt van :

    1. vierendertig jaar, indien hij officier BDL van niveau A of van niveau B, of onderofficier BDL van niveau B is;

    2. tweeëndertig jaar, indien hij onderofficier BDL van niveau C of vrijwilliger BDL is.

    De militair BDL, die in het kader van een sociale promotie waarvoor hij door de minister van Landsverdediging werd aanvaard, voor een nieuwe cyclus basisvorming geslaagd is, kan evenwel een nieuwe dienstneming van acht jaar aangaan in zijn nieuwe hoedanigheid.

    Deze nieuwe dienstneming vangt aan de dag waarop de betrokkene zijn nieuwe cyclus basisvorming begint en wordt van rechtswege beëindigd, naargelang het geval :

  10. de laatste dag van de maand waarin de in het derde lid bedoelde dienstneming verstrijkt;

  11. de laatste dag van het trimester waarin de militair BDL, naar gelang het geval, de leeftijd bereikt van :

    1. achtendertig jaar indien hij officier BDL van niveau B is;

    2. zesendertig jaar indien hij onderofficier BDL van niveau C is.

    Art. 7. In afwijking van artikel 6, tweede of vierde lid, kan, naar gelang het geval, de dienstneming van de militair BDL worden verlengd :

  12. met één maand, teneinde de betrokken militair BDL te laten genieten van het oriëntatieverlof bedoeld in artikel 33, tweede lid;

  13. in de gevallen bedoeld in artikel 161, vierde tot zesde lid, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met de benodigde duur voor het voltooien van een stage teneinde, in voorkomend geval, toe te laten de periode van terbeschikkingstelling van de militair BDL die zijn overplaatsing naar een openbare werkgever aangevraagd heeft te verlengen;

  14. met een maximum van vijf maand, met de noodzakelijke duur voor het volbrengen van een operatie of een andere opdracht, indien, in voorkomend geval, de dienstneming van de militair BDL, die de aan de opdracht voorafgaande specifieke training volbracht heeft, verstrijkt tijdens zijn deelname aan :

    1. een operatie of opdracht onder eender welke vorm van operationele inzet, met uitzondering van de ordehandhaving;

    2. eender welke andere opdracht buiten het nationale grondgebied, niet bedoeld in a), die minstens één maand duurt;

  15. in de gevallen bedoeld in de artikelen 22 en 23, met de benodigde duur voor het volbrengen van een nieuwe cyclus basisvorming, voor de militair BDL die door de minister van Landsverdediging werd aanvaard met het oog op, naargelang het geval, een sociale promotie of een promotie op diploma.

    De door de Koning aangewezen overheid brengt de verlenging van zijn dienstneming schriftelijk bekend aan de betrokken militair BDL.

    HOOFDSTUK 4. - De cyclus basisvorming

    Art. 8. In functie van de behoeften van de krijgsmacht en het einddoel van de vorming bepaalt de Koning met welke cyclus basisvorming van de kandidaat-beroepsmilitairen de cyclus basisvorming van elke kandidaat-militair BDL overeenstemt.

    Voor de aanstellingen tijdens de basisvorming en voor de benoeming op het einde van deze vorming :

  16. volgt de kandidaat-officier BDL van niveau A het lot van de kandidaat-beroepsofficier van niveau A van de bijzondere werving;

  17. volgt de kandidaat-officier BDL van niveau B het lot van de kandidaat-beroepsofficier van niveau B van de bijzondere werving;

  18. volgt de kandidaat-onderofficier BDL van niveau B het lot van de kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B van de bijzondere werving;

  19. volgt de kandidaat-onderofficier BDL van niveau C het lot van de kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C van de normale werving;

  20. volgt de kandidaat-vrijwilliger BDL het lot van de kandidaat-beroepsvrijwilliger van de normale werving.

    Art. 9. In afwijking van artikel 3, § 1, van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, wordt het slagen voor het examen over de wezenlijke kennis van de taal van het andere taalstelsel dan dat waartoe de officier BDL behoort, enkel geëist wanneer hij aan de voorwaarden voldoet om benoemd te kunnen worden in de graad, naargelang het geval, van onderluitenant of van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT