Ministerieel besluit betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-09-2004 en tekstbijwerking tot 12-07-2006), de 10 septembre 2004

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. " het Agentschap " : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  2. " het organisme " : het bacterievuur Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.;

  3. " waardplanten " : planten en levende pollen voor bestuiving van : Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met uitzondering van vruchten en zaden;

  4. " bufferzone " : gebied waar een bijzondere bestrijdings- en controleregeling van toepassing is voor waardplanten van het organisme.

Art. 2. § 1. Elke verantwoordelijke is gehouden onmiddellijk over te gaan tot het snoeien, het tegen de grond afzetten of, desnoods, het rooien van alle waardplanten die besmet zijn met het organisme. De gesnoeide, afgezette of gerooide plantendelen moeten onverwijld worden vernietigd volgens de instructies van het Agentschap.

§ 2. In alle hagen van Crataegus L., moeten de delen die zichtbare tekenen van besmetting met het organisme vertonen, onmiddellijk tegen de grond afgezet of gerooid worden, terwijl de overblijvende haag moet gesnoeid worden in de periode tussen 1 november en 1 maart. De hagen van Crataegus L., die geen zichtbare tekenen van besmetting met het organisme vertonen, mogen enkel tijdens diezelfde periode gesnoeid worden.

§ 3. Het Agentschap kan, indien de getroffen maatregelen onvoldoende of ondoeltreffend zijn, bijkomende maatregelen bevelen.

Art. 3. De gebieden opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden als bufferzones voor het organisme beschouwd.

Art. 4. § 1. In de bufferzones is het verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten of te houden.

§ 2. In andere gebieden dan bufferzones, is het verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten.

Art. 5. § 1. In de bufferzones is het verboden waardplanten :

- te telen in volle grond, onder glas of in container;

- in de handel te brengen, te koop aan te bieden of te bewaren voor verkoop gedurende de periode van 1 april tot 1 november.

§ 2. Het Agentschap kan, op schriftelijke aanvraag van de betrokkene, een afwijking op § 1 toegestaan op voorwaarde dat er geen risico voor de verspreiding van het organisme bestaat en de betrokkene de onderrichtingen volgt en de bestrijdingsmaatregelen toepast die door het Agentschap opgelegd worden.

Art. 6. Het ministerieel besluit van 13 februari 1984 betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen, wordt opgeheven.

Art. 7. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT