29 AUGUSTUS 2009. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van het terrorisme, gedaan te Warschau op 16 mei 2005 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van het terrorisme, gedaan te Warschau op 16 mei 2005, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 29 augustus 2009.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Y. LETERME

De Minister van Justitie,

S. DE CLERCK

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

S. DE CLERCK

_______

Nota

(1) Zitting 2008-2009.

Senaat :

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 29 april 2009, nr. 4-1292/1. - Verslag, nr. 4-1292/2

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 28 mei 2009.

Kamer van volksvertegenwoordigers :

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-2015/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-2015/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 25 juni 2009.

Overeenkomst van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van het terrorisme

Preambule

De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Ondertekenaars van deze Overeenkomst;

Overwegende dat het doel van de Raad van Europa erin bestaat een hechtere eenheid tussen zijn leden tot stand te brengen;

Van oordeel zijnde dat een gemeenschappelijk strafrechtelijk beleid moet worden gevoerd ter bescherming van de maatschappij;

Overwegende dat de bestrijding van de zware criminaliteit, die hoe langer hoe meer een internationaal probleem wordt, het gebruik van moderne en doeltreffende methoden op internationaal vlak vereist;

Overwegende dat een van deze methoden erin bestaat de daders de opbrengsten van misdrijven en hulpmiddelen te ontnemen;

Overwegende het bereiken van deze doelstellingen tevens de instelling van een toereikend stelstel voor internationale samenwerking onderstelt;

Indachtig de Overeenkomst van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van de opbrengsten van misdrijven (ETS, nr. 143 - hierna te noemen « de Overeenkomst van 1990 »);

Tevens herinnerend aan resolutie 1373 (2001) inzake de bedreiging van de internationale vrede en veiligheid die volgt uit terroristische daden, goedgekeurd door de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties op 28 september 2001, inzonderheid aan het derde lid, d, ervan;

Herinnerend aan het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme, goedgekeurd door de algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 9 december 1999, inzonderheid aan de artikelen 2 en 4 ervan, die de Verdragsluitende Partijen ertoe verplichten de feiten van financiering van het terrorisme strafrechtelijk strafbaar te stellen;

Overtuigd van de noodzaak onmiddellijk maatregelen te nemen om voornoemd Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme onverkort te bekrachtigen en ten uitvoer te leggen,

Zijn overeengekomen als volgt :

HOOFDSTUK I. - Terminologie

Artikel 1. - Terminologie

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder :

  1. « opbrengst » enig economisch voordeel dat rechtstreeks of onrechtstreeks is verkregen uit het plegen van een strafbaar feit, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks is verkregen tijdens het plegen ervan. Dit voordeel kan bestaan uit enig voorwerp zoals omschreven in lid b van dit artikel;

  2. « voorwerp » enig voorwerp ongeacht de aard ervan, lichamelijk of niet-lichamelijk, roerend of onroerend, alsmede de wettelijke stukken of instrumenten waaruit een titel of een recht op het voorwerp blijkt;

  3. « hulpmiddelen » alle voorwerpen die op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, zijn gebruikt of zijn bestemd om te worden gebruikt om een of meer strafbare feiten te plegen;

  4. « confiscatie » een straf of maatregel opgelegd door een rechter na een procedure in verband met een of meer strafbare feiten, welke straf of maatregel leidt tot het blijvend ontnemen van de beschikkingsmacht over het voorwerp;

  5. « basisdelict » enig strafbaar feit waaruit opbrengsten zijn voortgekomen die het onderwerp kunnen worden van een strafbaar feit zoals omschreven in artikel 9 van deze Overeenkomst;

  6. « cel financiële inlichtingen » een centrale nationale eenheid belast met het ontvangen (en voor zover hij daartoe het recht heeft, het vragen), het analyseren en het doorsturen van de aangiften van financiële inlichtingen aan de bevoegde autoriteiten :

  7. betreffende vermogens waarvan wordt aangenomen dat zij opbrengsten of voorwerpen zijn die dienen voor de financiering van het terrorisme,

    ii) vereist krachtens de nationale wetgeving of regelgeving,

    teneinde het witwassen en de financiering van het terrorisme te bestrijden;

  8. « bevriezing » of « inbeslagneming » het tijdelijk verbod van de overdracht, vernietiging, omzetting, vervreemding of verplaatsing van voorwerpen of het tijdelijk in bewaring nemen of onder toezicht plaatsen van voorwerpen op grond van een beslissing van een rechter of van een andere bevoegde autoriteit;

  9. « financiering van het terrorisme » de handelingen omschreven in artikel 2 van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme.

    HOOFDSTUK II. - Financiering van het terrorisme

    Artikel 2. - Toepassing van het Verdrag inzake de financiering van terrorisme

    1. Enige Partij neemt de maatregen van wetgevende aard en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om haar de mogelijkheid te bieden de bepalingen van de hoofdstukken III, IV en V van deze Overeenkomst toe te passen op de financiering van het terrorisme.

    2. In het bijzonder waarborgt enige Partij de mogelijkheid om de voorwerpen, van wettige of onwettige oorsprong, die op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, zijn gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt voor de financiering van het terrorisme, of de opbrengsten van dergelijke strafbare feiten, op te sporen, te zoeken, te identificeren, te bevriezen, in beslag te nemen of te confisqueren, en daartoe op de ruimst mogelijke wijze samen te werken.

      HOOFDSTUK III. - Op nationaal niveau te nemen maatregelen

      Afdeling 1. - Algemene bepalingen

      Artikel 3. - Maatregelen tot confiscatie

    3. Enige Partij neemt de maatregelen van wetgevende aard en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om haar de mogelijkheid te bieden hulpmiddelen, witgewassen voorwerpen en opbrengsten of voorwerpen waarvan de waarde overeenstemt met die opbrengsten, te confisqueren.

    4. Onder voorbehoud dat het eerste lid van dit artikel van toepassing is op witwassen en op de categorieën van strafbare feiten bedoeld in de Overeenkomst, kan een Partij, op het tijdstip van de ondertekening of bij de neerlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, door middel van een verklaring gericht aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa, verklaren dat zij het eerste lid van dit artikel enkel zal toepassen op :

  10. de strafbare feiten die met een maximale vrijheidsberovende straf of veiligheidsmaatregel van meer dan een jaar worden gestraft. De Partijen kunnen inzake deze bepaling evenwel een verklaring formuleren met betrekking tot de confiscatie van de opbrengsten van fiscale delicten, die alleen beoogt hen de mogelijkheid te bieden dergelijke opbrengsten te confisqueren, zowel op nationaal vlak als in het kader van internationale samenwerking, op grond van nationale en internationale rechtsinstrumenten inzake de invordering van fiscale schulden; en/of

  11. een lijst van specifieke strafbare feiten.

    1. Enige Partij kan voorzien in een verplichte confiscatie voor bepaalde strafbare feiten die voor confiscatie in aanmerking komen. Enige Partij kan inzonderheid witwassen, handel in verdovende middelen, mensenhandel en andere ernstige strafbare feiten opnemen bij deze strafbare feiten.

    2. Enige Partij neemt de maatregelen van wetgevende aard of andere maatregelen die noodzakelijk zijn om in geval van een of meer in haar nationaal recht omschreven ernstige strafbare feiten te eisen dat de dader de oorsprong bewijst van zijn voorwerpen, waarvan wordt aangenomen dat zij opbrengsten zijn, of van andere voorwerpen die vatbaar zijn voor confiscatie, voor zover een dergelijke vereiste verenigbaar is met de beginselen van haar nationaal recht.

    Artikel 4. - Maatregelen tot opsporing en voorlopige maatregelen

    Enige Partij neemt de maatregelen van wetgevende aard en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om haar de mogelijkheid te bieden de voorwerpen die voor confiscatie in aanmerking komen overeenkomstig artikel 3 spoedig te identificeren, op te sporen, te bevriezen of in beslag te nemen, teneinde inzonderheid de uitvoering van latere maatregelen tot confiscatie te vergemakkelijken.

    Artikel 5. - Bevriezing, inbeslagneming en confiscatie

    Enige Partij neemt de maatregelen van wetgevende aard en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om te waarborgen dat de maatregelen tot bevriezing, inbeslagneming en confiscatie eveneens betrekking hebben op :

  12. de voorwerpen waarin de opbrengsten geheel of gedeeltelijk zijn omgezet;

  13. de op wettige wijze verworven voorwerpen, ingeval de opbrengsten geheel of gedeeltelijk met dergelijke voorwerpen zijn vermengd, ten belope van de geraamde waarde van de opbrengst die erin is vermengd;

  14. de inkomsten of de andere voordelen verworven uit opbrengsten, uit voorwerpen waarin de opbrengsten zijn geheel of gedeeltelijk omgezet of uit voorwerpen waarmee de opbrengsten zijn vermengd, ten belope van de geraamde waarde van de opbrengst die erin is vermengd, op dezelfde wijze en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT