Huishoudelijk reglement van de Departementale Raad van beroep van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO), de 7 mars 2016

Artikel 1. Er wordt de voorkeur gegeven aan elektronisch communicatiekanaal voor alle communicatie betreffende de procedure voor de Departementale Raad van beroep. Als dat niet mogelijk is, wordt er gebruik gemaakt van de andere gangbare communicatie vormen (gewone brief, aangetekend schrijven, persoonlijke afgifte).

Art. 2. Wanneer een beroep wordt ingesteld, zendt de Voorzitter van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (afgekort "De Voorzitter van BELSPO") of zijn gemachtigde, het volledige geïnventariseerde dossier, dat alle stukken betreffende de ten laste gelegde feiten moet bevatten, met een dienststaat, aan de griffie van de Departementale Raad van beroep (afgekort "de Raad").

De griffier-rapporteur vraagt, indien nodig, de bijkomende bescheiden die naar het oordeel van de voorzitter moeten worden overgelegd.

Art. 3. De griffier-rapporteur maakt op basis van de in het dossier opgenomen stukken een verslag op dat onmiddellijk wordt meegedeeld aan de voorzitter, de assessoren die zullen zetelen, de appellant en diens verdediger, alsook aan de ambtenaar die werd aangewezen om het betwiste voorstel te verdedigen.

Art. 4. De Raad vergadert op de datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk ter kennis van de Voorzitter van BELSPO of zijn gemachtigde wordt gebracht.

De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de Raad werd gemaakt.

Art. 5. De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen.

Indien de assessoren een wettige reden van verhindering hebben, moeten zij aan de voorzitter, door bemiddeling van de griffie, schriftelijk de reden van hun afwezigheid meedelen binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping.

Art. 6. De Raad kan niet beraadslagen of beslissen wanneer de meerderheid van de opgeroepen assessoren of plaatsvervangers niet aanwezig is : er moeten dus steeds ten minste twee assessoren, aangewezen door de Minister, en twee assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, in de Raad zetelen.

Art. 7. De griffier-rapporteur deelt bij een ter post aangetekende brief aan de appellant de lijst mee van de gewone of plaatsvervangende assessoren die zijn opgeroepen voor het onderzoek van zijn zaak, ten einde deze in staat te stellen gebruik te maken van zijn recht tot wraking.

De eventuele wraking dient te worden gemotiveerd en moet binnen een termijn van acht dagen, vanaf de bekendmaking van de lijst, door de appellant bij een ter post aangetekende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT