Huishoudelijk reglement van de commissies voor schoolverplaatsingen, de 20 mai 2021

HOOFDSTUK I. - Samenstelling van de commissie

Artikel 1. De gewone leden en de plaatsvervangers worden aangewezen bij besluit van de Regering op voorstel van de in het decreet opgesomde overheden of instellingen, met inachtneming van de bepalingen van het decreet van 27 maart 2014 tot bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen binnen de adviesorganen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Het is aan de overheid of de instelling waarvan de afgevaardigde geen effectief of vervangend lid meer kan zijn, om zijn of haar vervanger voor te stellen. Indien geen nieuw gewoon lid wordt voorgedragen, beëindigt de plaatsvervanger het mandaat van het gewoon lid in geval van diens overlijden, ontslag of verlies van de hoedanigheid of de titel waarop zijn benoeming slaat.

Een gewoon lid dat ten minste drie keer achtereen in een schooljaar afwezig is zonder zich te hebben verontschuldigd of te zijn vervangen, wordt geacht ontslagnemend te zijn.

Elk gewoon lid heeft een plaatsvervanger. Voor netvertegenwoordigers geldt dat als een gewoon lid en zijn of haar plaatsvervanger afwezig zijn, de tweede plaatsvervanger, als die er is, mag zetelen.

Art. 2. Elke commissie kan bij gelegenheid eenieder uitnodigen die nuttige informatie kan verstrekken voor haar werkzaamheden. Deze "genodigden" hebben een raadgevende stem.

HOOFDSTUK II. - Voorzitterschap

Art. 3. De Waalse commissie wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Regering. In geval van verhindering wordt hij of zij vervangen door zijn of haar plaatsvervanger.

Voor elke territoriale commissie benoemt de Minister die bevoegd is voor het schoolvervoer, op voorstel van de netten, met de unanieme instemming van de commissie, een voorzitter en een ondervoorzitter. De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij verhindering van deze laatste.

De voorzitter wordt afwisselend benoemd uit de vertegenwoordigers van het onderwijs die als "neutraal" worden beschouwd en de vertegenwoordigers van het onderwijs die als "confessioneel" worden beschouwd.

Wanneer de voorzitter het onderwijs vertegenwoordigt dat als "neutraal" wordt beschouwd, vertegenwoordigt de ondervoorzitter het onderwijs dat als "confessioneel" wordt beschouwd en vice versa. De afwisseling tussen deze twee functies vindt plaats na 30 maanden in functie.

Art. 4. De voorzitter opent en sluit de zittingen. Hij leidt de debatten en de beraadslagingen en ziet toe op het goede verloop van de vergaderingen.

Hij tekent de documenten betreffende de door de commissie uitgebrachte adviezen maar kan de ondertekening van administratieve documenten aan het secretariaat delegeren.

Art. 5. In zijn taak wordt de voorzitter bijgestaan door een secretariaat, dat wordt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT