Huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen van 23 juni 1993., de 4 février 1994

  1. Definities.

    Artikel 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder :

    - " De wet " : de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen en in het bijzonder hoofdstuk III, oprichting van een Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen;

    - " Algemeen Beheerscomité " : het Algmeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, zoals opgericht bij artikel 107 van de wet;

    - " Rijksinstituut " : het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;

    - " Voorzitter " : de voorzitter van het Algemeen Beheerscomité benoemd in toepassing van artikel 108, § 3, van de wet;

    - " Stemgerechtigde leden " : de leden bedoeld in artikel 108, § 2, van de wet;

    - " Raadgevende leden " : de leden bedoeld in artikel 108, § 4 van de wet;

    - " Leden " : de stemgerechtigde en de raadgevende leden samen;

    - " Plaatsvervangers " : de plaatsvervangers zoals bedoeld in artikel 108, § 5, van de wet;

    - " Secretaris " : de secretaris bedoeld krachtens artikel 108, § 1, van de wet;

    - " Secretariaat " : de verslaggevers en andere personeelsleden van het Rijksinstituut, die door de Administrateur-generaal ter beschikking van het Algemeen Beheerscomité worden gesteld in toepassing van artikel 114, § 1, van de wet;

    - " Deskundigen " : de personen bedoeld in artikel 113 van de wet;

    - " Werkgroepen " : de werkgroepen opgericht door het Algemeen Beheerscomité krachtens artikel 113 van de wet;

    - " Derden " : andere personen dan die welke hiervoor vermeld worden.

    Art. 2. Het Algemeen Beheerscomité oefent alle hem toegekende bevoegdheden uit, onder voorbehoud van de delegaties die door de wet of krachtens dit reglement aan de voorzitter, aan de werkgroepen of aan de secretaris worden toegekend.

  2. Vergaderingen.

    Art. 3. De voorzitter belegt de vergadering met inachtneming van de besluiten die het Algemeen Beheerscomité daaromtrent heeft genomen. De voorzitter bepaalt het tijdstip en de plaats van de vergaderingen. De vergaderingen van het Algemeen Beheerscomité hebben in principe plaats in het Rijksinstituut.

    Het Algemeen Beheerscomité wordt daarenboven binnen tien werkdagen bijeengeroepen op verzoek van :

    1. de Minister die het sociaal statuut onder zijn bevoegdheid heeft, de Minister van Pensioenen of de Minister van Sociale Zaken;

    2. ten minste één derde van de stemgerechtigde leden.

    De verzoeken, bedoeld in het tweede lid, worden schriftelijk en gemotiveerd gericht aan de voorzitter of worden in de loop van een vergadering van het Algemeen Beheerscomité ingediend. Zij vermelden de punten waarvan de inschrijving op de agenda wordt gevraagd.

    Het Algemeen Beheerscomité vergadert minstens éénmaal per kwartaal.

    Art. 4.

    1. De voorzitter stelt de agenda op voor de vergaderingen van het Algemeen Beheerscomité. De leden van het algemeen Beheerscomité kunnen vooraf een schriftelijk, gemotiveerd voorstel van agendapunt indienen bij de secretaris.

    2. Bij de opening van de vergadering wordt de agenda door het Algemeen Beheerscomité bekrachtigd.

    3. Op voorstel van een stemgerechtigd lid kan het Algemeen Beheerscomité bij de opening van de vergadering spoedeisende of dringende onderwerpen aan de agenda toevoegen. De indiener wordt verzocht om een schriftelijke inleiding en eventueel een argumentatie rond het agendapunt voor te bereiden.

      Art. 5.

    4. De secretaris zorgt ervoor dat de uitnodiging met de agenda en de stukken ten minste zeven dagen vóór de vergadering per brief verzonden wordt naar de leden van het Algemeen Beheerscomité en, ter informatie, aan hun plaatsvervangers. Deze termijn kan verkort worden in geval van hoogdringendheid.

    5. De voorzitter kan vooraf, bij het opstellen van de agenda, bij wijze van uitzondering beslissen dat de verplichting in punt a voor bepaalde stukken niet van toepassing is. Hij motiveert deze beslissing op de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Beheerscomité.

      Art. 6.

    6. Ieder lid tekent op de vergadering de aanwezigheidslijst.

    7. Een lid dat verhinderd is een vergadering van het Algemeen Beheerscomité bij te wonen, deelt dat tijdig mee aan zijn plaatsvervanger en aan de secretaris.

    8. De plaatsvervanger die dan de vergadering bijwoont...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT