10 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de herintegratievergoedingen voorzien in artikel 16 van het koninklijk besluit van 11 mei 2003 tot vaststelling van het statuut, de bezoldiging en de plichten van de voorzitter en de leden van de Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

ADVIES 55.797/4 VAN 3 APRIL 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT VASTSTELLING VAN DE HERINTEGRATIEVERGOEDINGEN VOORZIEN IN ARTIKEL 16 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2003 TOT VASTSTELLING VAN HET STATUUT, DE BEZOLDIGING EN DE PLICHTEN VAN DE VOORZITTER EN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN HET BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE'

Op 18 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de herintegratievergoedingen voorzien in artikel 16 van het koninklijk besluit van 11 mei 2003 tot vaststelling van het statuut, de bezoldiging en de plichten van de voorzitter en de leden van de Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 3 april 2014.

De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Delval, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 april 2014.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp

Aanhef

  1. In het eerste lid dient als rechtsgrond niet te worden verwezen naar artikel 26 van de wet van 17 januari 2003 `met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector', maar naar artikel 17, § 4, naar het voorbeeld van het koninklijk besluit van 11 mei 2003 `tot vaststelling van het statuut, de bezoldiging en de plichten van de voorzitter en de leden van de Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie'. Artikel 26 betreft immers de personeelsleden van het Instituut, terwijl het ontwerp betrekking heeft op de leden van de Raad ervan.

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT