19 JULI 2002. - Geschilberaadslaging van de Vlaamse regering

De Vlaamse regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 4, 11° tot 16°, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op artikel 14 van de Wet van het Rekenhof van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 88;

Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2001 tot regeling van de begrotingscontrole;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2001 houdende toekenning van projectsubsidies aan de Centra voor Leerlingenbegeleiding;

Overwegende dat de belanghebbende Centra voor Leerlingenbegeleiding inmiddels de weerhouden projecten hebben opgestart en derhalve de financiële middelen, voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2001 dringend aan deze Centra moeten worden gestort;

Aangezien het Rekenhof weigert de uitbetaling van de bedoelde subsidies te viseren ingevolge het ontbreken van de decretale rechtsgrond voor de toekenning van de projectsubsidies;

Overwegende dat de voor de regularisatie van de uitgave vereiste decreetswijziging werd opgenomen in het ontwerpdecreet betreffende het onderwijs-XIV;

Overwegende dat meerdere CLB-centra die als penvoerende instantie van een project fungeren in liquiditeitsproblemen komen;

Overwegende dat op de projectsubsidies personeelskosten worden betaald waardoor een uitstel van betaling niet tot de mogelijkheden behoort voor de CLB-centra;

Overwegende dat de subsidiebedragen voor de projecten procentueel hoog liggen in verhouding tot de totaliteit van de jaarlijkse werkingsmiddelen :

Op voordracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De hiernavolgende subsidies voor een totaal bedrag van 228.277,00 euro (tweehonderd achtentwintigduizend tweehonderd zevenenzeventig euro), deel uitmakend van een totale vastlegging van 456.555,15 euro (vierhonderd zesenvijftigduizend vijfhonderd vijfenvijftig euro en vijftien eurocent)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT