12 DECEMBER 2002. - Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de gefederaliseerde entiteiten houdende de algemeen verbindend verklaring van de collectieve arbeidsovereenkomsten

Gelet op de artikelen 1 en 35 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis, § 1, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 55bis, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 1993;

Gelet op de beslissing van het Overleg Comité Federale Regering - Regeringen van de Gemeenschappen en Gewesten van 20 september 2002;

Overwegende dat de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de schoot van paritaire organen opgericht overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, een ondeelbaar geheel vormen;

Overwegende dat de volgende materies tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren :

- de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die een invloed hebben op de loonkost behalve voor wat betreft het gebruik van de middelen die betrekking heeft op de materies waarvoor de Gemeenschappen of de Gewesten bevoegd zijn;

- het arbeidsrecht;

- de fondsen voor bestaanzekerheid;

- de sociale zekerheid.

Overwegende dat onderhavig akkoord de autonomie van de sociale partners waarborgt;

Overwegende dat de juridische zekerheid dient gewaarborgd te worden omtrent de algemeen verbindend verklaring van de collectieve arbeidsovereenkomsten;

Overwegende dat aan de gefederaliseerde entiteiten dient te worden toegelaten de collectieve arbeidsovereenkomsten algemeen verbindend te verklaren die betrekking hebben op de materies die tot hun bevoegdheden behoren, zonder afbreuk te doen aan de exclusieve federale bevoegdheid zoals voorzien in de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Werkgelegenheid, Mevr. Laurette ONKELINX,

De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door hun Regering, in de persoon van de heer Patrick DEWAEL, Minister-President en de heer Renaat LANDUYT, Minister van Werkgelegenheid en Toerisme,

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de heer Hervé HASQUIN, Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen,

De Duitstalige Gemeenschap...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT