30 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie

De Minister van Financiën,

Gelet op de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, inzonderheid artikel 14;

Gelet op het koninklijk besluit van betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie, inzonderheid artikel 4;

Gelet op het advies van de douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, overwegende het feit dat dit besluit de toepassingsmodaliteiten regelt van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie, inzonderheid wat de belasting van de voorraden betreft; dat deze uitvoeringsmaatregelen noodzakelijkerwijze op dezelfde dag in werking moeten treden; dat in die omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen,

Besluit :

Artikel 1. § 1. Met inachtneming van het bepaalde in § 3 en onverminderd de bepalingen betreffende de vrijstellingen voorzien bij artikel 16 van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, is de zware stookolie van de GN-codes 2710 0074 tot 2710 0078 die op de dag van de tariefverhoging bedoeld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie te 0 uur na inverbruikstelling hier te lande voorhanden is in de inrichtingen van fabrikanten, van grossiers en half-grossiers en van de depothouders of onderweg is met bestemming naar genoemde inrichtingen onderworpen aan een aanvullende accijns gelijk aan de ingestelde tariefverhoging.

§ 2. Voor de toepassing van § 1 worden verstaan onder :

  1. grossiers en half-grossiers : zij die minerale olie als bedoeld in § 1 hebben geleverd aan een wederverkoper;

  2. depothouders : alle personen die, in welke hoedanigheid ook houder zijn van de bij § 1 bedoelde minerale olie waarvan zij niet kunnen bewijzen dat zij die olie hebben aangekocht om door henzelf te worden gebruikt of om te worden geleverd anders dan aan wederverkopers, inzonderheid in het kader van de kleinhandel. Dat bewijs wordt geacht niet te zijn geleverd wanneer genoemde olie zich bevindt in tanks, vergaarbakken of andere recipiënten waarvan de betrokkene niet kan aantonen :

    - ofwel, dat hij ze sedert 1 oktober 2002...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT