5 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer 'Vlaams Kenniscentrum PPS'

De Vlaamse regering,

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2000, inzonderheid op artikel 58;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 april 2001 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer "Vlaams Kenniscentrum PPS";

Overwegende dat in uitvoering van de toepasselijke decreten, de Vlaamse regering ermee belast wordt de organieke regels, die van toepassing zijn op het financieel en materieel beheer van de DAB "Vlaams Kenniscentrum PPS" vast te stellen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Financiën en Begroting;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. § 1. Dit besluit regelt het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer "Vlaams Kenniscentrum Publiek-Private Samenwerking", afgekort "Vlaams Kenniscentrum PPS", hieronder genoemd de DAB.

§ 2. De bepalingen betreffende de Rijkscomptabiliteit zijn op de DAB van toepassing.

HOOFDSTUK II. - De begroting

Art. 2. De DAB maakt jaarlijks een begroting op van alle ontvangsten en alle uitgaven, overeenkomstig de richtlijnen van de Vlaamse regering.

Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 3. De begroting wordt onderverdeeld in twee delen :

  1. de ontvangsten;

  2. de uitgaven.

    Art. 4. De ramingen van de ontvangsten hebben betrekking op :

  3. het over te dragen saldo;

  4. de dotatie;

  5. de sommen die de DAB gedurende het betreffende begrotingsjaar zal ontvangen.

    Art. 5. De uitgavenbegroting wordt opgemaakt volgens het stelsel van de gesplitste kredieten en bevat :

  6. vastleggingskredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar, en voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, ten belope van de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen;

  7. ordonnanceringskredieten ten belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend uit hoofde van rechten vastgesteld in uitvoering van voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen.

    Art. 6. Het begrotingsontwerp van de DAB wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister-president van de Vlaamse...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT