8 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bijzondere bepalingen bij de toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets, alsook bij de tegemoetkoming van de overheid in de vervoerskosten, en tot invoering van verscheidene bepalingen voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 119 en 121;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, inzonderheid op de artikelen 5 en 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, inzonderheid op de artikelen 7, 9 en 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen XI.IV.1, 2° en XI.V.1;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 en 24 januari 2001;

Gelet op het protocol Nr. 37 van 2 februari 2001 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 februari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 18 februari 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de artikelen XI.IV.1 en XI.V.1 RPPol uitwerking hebben gekregen met ingang van 1 april 2001 en dat zij van toepassing zijn op al de personeelsleden van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus;

Overwegende dat de reglementaire teksten waarnaar ze verwijzen, om toepasbaar te zijn op de leden van deze politiediensten die tot een korps van de gemeentepolitie behoorden of die voortaan tot een korps van de lokale politie behoren, aangevuld moeten worden met interpretatieve bepalingen, inzonderheid om aan te duiden wie bij de gemeenten of de meergemeentenzones de rol vervult van bepaalde overheden bedoeld in de teksten waaraan er wordt verwezen;

Overwegende dat, om de rechten van de daarbij betrokken personeelsleden te vrijwaren, het derhalve dringend geboden is dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT