3 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, 2°, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, artikelen 30, 39, § 1, vervangen bij de wet van 2 januari 2001, 40ter, ingevoegd bij de wet van 30 december 2009, en 41, vervangen bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, 2°, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 december 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting d.d. 10 december 2009;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, gegeven op 11 december 2009;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, gegeven op 14 december 2009;

Gelet op advies 47.636/1 van de Raad van State, gegeven op 23 december 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de hoogdringendheid, gewettigd door de achteruitgang van de economische situatie, die het noodzakelijk maakt om zo snel mogelijk de nodige maatregelen te nemen om de daling van de activiteit en de gevolgen daarvan op de werkgelegenheid te beperken. Om dat te doen, moeten nieuwe maatregelen genomen worden om op het moment dat zulks mogelijk is, de tewerkstelling te bevorderen (via een versterking van de sociale bijdrageverminderingen of via subsidies voor tewerkstelling), de vorming of de beroepsstages te vergemakkelijken. Zo kan vermeden worden dat, als de activiteit zich herstelt, de jongeren die vandaag hun studies afronden, de langdurig werklozen van morgen worden.

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, 2°, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 2002 en 21 januari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in § 1, eerste lid, 3°, wordt het woord « 7ter » ingevoegd tussen het woord « 7bis » en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT