14 NOVEMBER 2002. - Decreet tot oprichting van het Agentschap voor de evaluatie van de kwaliteit van het hoger onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt :

TITEL I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet, dient men te verstaan onder :

  1. hoger onderwijs : het onderwijs dat wordt verstrekt in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 1, § 1, van het decreet van 5 september 1994 betreffende het stelsel van de universitaire studies en academische graden, in de hogescholen bedoeld in artikel 1, 1°, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, in de inrichtingen voor hoger onderwijs bedoeld in artikel 1, § 1, van het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs en in de hogere architectuurinstituten bedoeld in artikel 3, § 3, van de wet van 17 februari 1977 betreffende het architectuuronderwijs, in de inrichtingen voor sociale promotie die hoger onderwijs inrichten zoals bedoeld in artikel 1 van het decreet van 16 april 1991 tot organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;

  2. Directie : de universitaire autoriteiten bedoeld in artikel 2, 1e streepje, van voornoemd decreet van 5 september 1994, de autoriteiten van de hogescholen bedoeld in artikel 1, 2°, van voornoemd decreet van 5 augustus 1995, de directeurs van de hogere scholen voor Kunsten bedoeld in artikel 57 van 20 december 2001 tot bepaling van de regels eigen aan het hoger kunstonderwijs georganiseerd in hogere scholen voor Kunsten (organisatie, financiering, begeleiding, personeelsstatuut, rechten en plichten van de studenten), de directeurs van de hogere architectuurinstituten bedoeld in artikel 7, § 2, van voornoemde wet van 18 februari 1977, de directeurs van de inrichtingen voor sociale promotie bedoeld in artikel 111, § 1, van voornoemd decreet van 16 april 1991;

  3. Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap : de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap opgericht door het decreet van 3 april 1980 (of 2002) tot oprichting van de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap;

  4. Algemene Raad van de Hogescholen : de Algemene Raad van de hogescholen opgericht bij besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 20 januari 1997 tot oprichting van de Algemene Raad van de hogescholen en de Hoge Raden van de Hogescholen;

  5. Hoge Raad van het hoger kunstonderwijs : de Hoge Raad van het hoger kunstonderwijs opgericht bij besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 27 april 2000 tot oprichting van de Hoge Raad van het hoger kunstonderwijs;

  6. Hoge Raad van het hoger kunstonderwijs (architectuur) : de Raad bedoeld in de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs;

  7. Hoge Raad van het onderwijs voor sociale promotie : de Raad opgericht bij decreet van 16 april 1991 tot organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

    TITEL II. - Oprichting en opdrachten van het Agentschap

    Art. 2. Er wordt een Agentschap opgericht voor de evaluatie van de kwaliteit van het onderwijs dat wordt verstrekt in de instellingen voor hoger onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, hierna Agentschap genoemd.

    De zetel ervan is gevestigd op het ministerie van de Franse Gemeenschap.

    Art. 3. Het Agentschap heeft als opdracht :

  8. de Franse Gemeenschap te vertegenwoordigen in de nationale en internationale instanties op het vlak van de evaluatie van de kwaliteit van het hoger onderwijs;

  9. via samenwerking met alle componenten van het hoger onderwijs, de praktijken te bevorderen die de kwaliteit van het onderwijs in elke instelling kan verbeteren;

  10. te zorgen voor een evaluatie van het hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap, door de juiste handelswijze, de tekortkomingen en de problemen waaraan moet worden verholpen, in de kijker te stellen zonder daarbij gegevens bekend te maken van ene of gene instelling;

  11. voorstellen te formuleren die moeten worden gericht aan de politieke gezagsdragers teneinde de algemene kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren;

  12. ervoor te zorgen dat de evaluatieprocedures, omschreven in artikel 7, nageleefd worden;

  13. de lijst op te stellen van de experten en de Voorzitter aanduiden van de Comités van Experten, zoals verduidelijkt in artikel 10;

  14. elk voorstel te doen dat het nodig acht bij de volbrenging van zijn taken, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Regering.

    TITEL III. - Samenstelling en werking van het Agentschap

    Art. 4. Het Agentschap is samengesteld uit 25 stemgerechtigde werkende leden en uit een secretaris.

    De werkende leden zijn :

  15. de directeur-generaal van het niet-verplicht onderwijs, welke het Agentschap voorzit;

  16. vier vertegenwoordigers van het academisch en wetenschappelijk personeel van de universiteiten, voorgedragen door de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap;

  17. vier vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel van de hogescholen, voorgedragen door de Algemene Raad van de Hogescholen;

  18. twee vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel van de Hogere Kunstscholen, voorgedragen door de Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs;

  19. twee vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel van de scholen voor sociale promotie die hoger onderwijs inrichten, voorgedragen door de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie;

  20. twee vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel van de hogere instituten voor architectuur, voorgedragen door de Hoge Raad voor hoger kunstonderwijs (architectuur);

  21. een vertegenwoordiger van het administratief personeel van de universitaire instellingen, voorgedragen door de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap;

  22. een vertegenwoordiger van het administratief personeel van de hogescholen, voorgedragen door de Algemene Raad van de hogescholen;

  23. drie vertegenwoordigers van de studenten, voorgedragen door de representatieve studentenorganisaties;

  24. drie vertegenwoordigers van de vakorganisaties, voorgedragen door deze;

  25. drie vertegenwoordigers uit professionele, sociale en culturele middens.

    De leden van het Agentschap worden aangesteld door de Regering, op grond van dubbele lijsten voorgedragen door de respectieve instanties voor de leden bedoeld in 2° tot 10°.

    De leden van het Agentschap hebben een mandaat van vier jaar, eenmaal hernieuwbaar, behalve de studentenvertegenwoordigers die aangesteld worden voor twee jaar.

    Ieder werkend lid heeft een plaatsvervanger, voorgedragen en aangesteld onder dezelfde voorwaarden. Deze plaatsvervanger is enkel stemgerechtigd bij afwezigheid van het werkend lid.

    Het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT