31 MEI 2011. - Wet houdende diverse bepalingen inzake telecommunicatie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector

Art. 2. In artikel 4, tweede lid, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, worden de woorden « voor wat betreft de activiteiten van het Instituut » vervangen door de woorden « betreffende de activiteiten van het Instituut, zoals deze onder meer beschreven worden in de in artikel 34 bedoelde beheersplannen, activiteitenverslagen en jaarverslagen ».

Art. 3. In artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden « voor wat betreft de activiteiten van het Instituut » telkens vervangen door de woorden « betreffende de activiteiten van het Instituut, zoals deze onder meer beschreven worden in de in artikel 34 bedoelde beheersplannen, activiteitenverslagen en jaarverslagen ».

Art. 4. In artikel 14, § 2, 6°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 2005 en aangevuld door de wetten van 16 maart 2007 en van 18 mei 2009, worden de woorden « mag, mits de redenen » vervangen door de woorden « mag het Instituut, mits de redenen ».

Art. 5. In artikel 17, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :

Indien een lid dient te worden vervangen voor het einde van zijn mandaat, voltooit zijn vervanger het lopende mandaat.

Art. 6. Artikel 22, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met een 9°, luidende :

9° de regels inzake het quorum dat vereist is om beslissingen te nemen.

Art. 7. Artikel 26, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin :

De voorzitter mag eveneens aan het hoofd staan van één of meer diensten.

Art. 8. Artikel 34 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

Art. 34. De Raad stelt binnen twaalf weken na de indiensttreding van zijn leden, en om de drie jaar, een strategisch driejarenplan op, dat hij gedurende twee weken ter openbare raadpleging voorlegt. Alle leden die de Raad uitmaken, stellen het afgewerkte strategische plan voor aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De Raad stelt vervolgens een jaarlijks werkplan op dat in het strategisch plan past. Vooraleer het jaarlijkse plan op de website van het Instituut wordt gepubliceerd, wordt dit gedurende twee weken ter openbare raadpleging voorgelegd.

De Raad bezorgt de regering een jaarverslag over zijn activiteiten en de evolutie van de markt van de postdiensten en de telecommunicatie. Dat jaarverslag bevat, onder andere, een financieel verslag en de jaarrekeningen van de fondsen voor de respectieve universele dienstverlening inzake post- en telecommunicatiediensten. Het wordt aan het publiek ter beschikking gesteld.

Alle leden die de Raad uitmaken, worden elk jaar gehoord door de Kamer van volksvertegenwoordigers in de maand die volgt op de publicatie van het jaarlijkse activiteitenverslag.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

Art. 9. Dit hoofdstuk voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Publicatieblad 18 december 2009, L. 337/11).

Art. 10. In artikel 33, § 1, tweede lid, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, worden de woorden « Indien het Instituut een verbod of beperking tot het op de markt brengen oplegt, » vervangen door de woorden « Indien het Instituut het op de markt brengen verbiedt of beperkt, ».

Art. 11. In artikel 56, § 1, 3°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 18 mei 2009, worden de woorden « Belgisch niet-geografische nummers » vervangen door de woorden « Belgische niet-geografische nummers ».

Art. 12. In artikel 60 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    - in het tweede lid worden de woorden « welk model en boekhoudkundige methode » vervangen door de woorden « welk boekhoudkundig model en welke boekhoudkundige methode »;

    - in het vierde lid worden de woorden « van het in de vorige alinea vermelde besluit » vervangen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT