Decreet tot wijziging van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de invoering van de ondersteuningstoeslag, de 21 octobre 2022

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In artikel 3, § 1, van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° er worden een punt 31° /1 en een punt 31° /2 ingevoegd, die luiden als volgt:

"31° /1 niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: de zorg en ondersteuning die de duur, intensiteit en frequentie van de rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning overschrijdt;

31° /2 ondersteuningstoeslag: een maandelijks bedrag als vermeld in artikel 56/1 waarmee de persoon met een zorgbehoefte, die een duidelijk vast te stellen behoefte aan zorg en ondersteuning heeft, niet-medische hulp- en dienstverlening kan bekostigen;";

2° in punt 44°, c), worden de woorden "namelijk de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslagen" vervangen door de zinsnede "namelijk de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslagen en de ondersteuningstoeslag".

Art. 3. Aan artikel 7, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"12° gegevens over de niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning.".

Art. 4. Aan boek 2, deel 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019, wordt een titel 3 toegevoegd, die luidt als volgt:

"Titel 3. Ondersteuningstoeslag".

Art. 5. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt aan titel 3, toegevoegd bij artikel 4, een artikel 56/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 56/1. Een kind geeft recht op een ondersteuningstoeslag als het aan al de volgende voorwaarden voldoet:

1° het kind heeft de Belgische nationaliteit of het kind van wie het bewijs niet geleverd wordt dat het de Belgische nationaliteit bezit, is toegelaten of gemachtigd om in het Rijk te verblijven of er zich te vestigen conform de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

2° het kind heeft zijn woonplaats in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

3° het kind heeft een zorgbehoefte die voortvloeit uit een aandoening die gevolgen heeft voor hemzelf op het vlak van lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of op het vlak van activiteit en participatie, of die gevolgen heeft voor zijn familiale omgeving.

Het kind dat zijn woonplaats heeft in het tweetalige gebied...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT