Decreet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Veldwetboek van 7 oktober 1886, het Bosdecreet van 13 juni 1990, het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, wat betreft het beschermen van de bossen en het natuurbeheer van openbare terreinen, de 1 juillet 2022

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Wetboek van Strafvordering

Art. 2. In artikel 138 van het Wetboek van Strafvordering, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 252 van 8 maart 1936 en het laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, wordt punt 2° opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Veldwetboek van 7 oktober 1886

Art. 3. In artikel 35bis van het Veldwetboek van 7 oktober 1886, hernummerd en vervangen bij de wet van 8 april 1969 en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007 en 18 december 2015, wordt het eerste lid van paragraaf 5 vervangen door wat volgt:

" § 5. In de gedeelten van het grondgebied die voor de landbouw zijn bestemd, is bosaanleg met hoogstammige bomen verboden op minder dan 6 meter van de scheidingslijn tussen twee erven. In de voormelde zone van 6 meter is het wel mogelijk een bosrand tot ontwikkeling te laten komen die bestaat uit mantel-zoomvegetaties en die niet dichter dan een halve meter van de scheidingslijn komt. Als mantelvegetatie wordt de zone met struiken of hakhout bedoeld die lager is dan de hoogstammige bomen dieper in het bos. Als zoomvegetatie wordt de zone beschouwd die bestaat uit een ruige gras- en kruidachtige vegetatie die richting het bos overgaat in de mantelvegetatie. Deze bosrand wordt beschouwd als een bos in de zin van artikel 3, § 1, van het Bosdecreet van 13 juni 1990. Bovendien is voor bosaanleg vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist. Het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn. De weigering van de vergunning is met redenen omkleed. Binnen een maand na de kennisgeving kan beroep worden ingesteld bij de bestendige deputatie.".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990

Art. 4. Artikel 45 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 mei 1999 en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007, 1 maart 2013 en 9 mei 2014, wordt opgeheven.

Art. 5. Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 6. In artikel 49bis van hetzelfde decreet worden tussen de woorden "Voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden die eigendom zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen en die gelegen zijn in agrarisch gebied verleent" en de zinsnede "het daartoe aangestelde personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij een advies in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen." de woorden "het agentschap en" ingevoegd.

Art. 7. In artikel 87, vierde lid, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden "Voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied of een daarmee gelijkgesteld bestemmingsgebied verleent" en de zinsnede "het daartoe aangestelde personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij een advies in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen." de woorden "het agentschap en" ingevoegd.

Art. 8. In artikel 90bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 oktober 1997, vervangen bij het decreet van 17 juli 2000 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, derde lid, wordt het woord "verkavelingsvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";

  2. in paragraaf 2 wordt het woord "verkavelingsvergunning" telkens vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";

  3. in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "verkavelingsvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden";

  4. in paragraaf 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "De compensatie, vermeld in paragraaf 2 en 3, wordt gerealiseerd op een van de volgende wijzen:

  5. als de ontbossing een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT