Decreet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van onderwijzend personeel, de 19 juillet 2021

HOOFDSTUK I. - Bepaling tot wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat

Artikel 1. Artikel 22, § 1, lid 4 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat wordt geschrapt.

HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende het bewijs van de taalkennis

Afdeling I. - Bepaling tot wijziging van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs

Art. 2. In lid 1 van artikel 16 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, zoals gewijzigd, wordt de zin "De afwijking geldt slechts voor de duur van één jaar en kan slechts driemaal hernieuwd worden" vervangen door wat volgt:

"Deze afwijking kan slechts viermaal hernieuwd worden. Elke afwijking wordt toegestaan voor de duur van een school- of academiejaar.".

Afdeling II. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen betreffende het onderricht in een taal via onderdompeling en verschillende maatregelen inzake onderwijs

Art. 3. In artikel 4bis, § 3, van het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen betreffende het onderricht in een taal via onderdompeling en verschillende maatregelen inzake onderwijs, zoals gewijzigd, wordt lid 2 vervangen door wat volgt:

"Deze afwijking kan slechts viermaal hernieuwd worden. Elke afwijking wordt toegestaan voor de duur van een school- of academiejaar.".

HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen betreffende de bezoldiging van het onderwijzend personeel

Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs

Art. 4. In artikel 5ter van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, worden de volgende wijzigingen ingevoegd:

  1. in § 1 worden de woorden "bij de diensten van de Regering" vervangen door de woorden "bij zijn inrichtende macht";

  2. in § 2 worden de woorden "bij de diensten van de Regering" vervangen door de woorden "bij zijn inrichtende macht".

    Art. 5. In artikel 16, § 1, A, a), 5de streepje van hetzelfde koninklijk besluit, wordt het woord "of" ingevoegd tussen de woorden "onderwijzend" en "wetenschappelijk".

    Afdeling II. - Bepaling tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 oktober 1993 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap

    Art. 6. In artikel 11bis van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 oktober 1993 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen ingevoegd:

  3. in § 1 worden de woorden "bij de Diensten van de regering" vervangen door de woorden "bij zijn inrichtende macht";

  4. in § 2 worden de woorden "de Diensten van de Regering" vervangen door de woorden "de inrichtende macht".

    Afdeling III. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

    Art. 7. In artikel 71bis van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen ingevoegd:

  5. in § 1 worden de woorden "bij de diensten van de Regering" vervangen door de woorden "bij zijn inrichtende macht";

  6. in § 2 worden de woorden "de Diensten van de Regering" vervangen door de woorden "de inrichtende macht".

    HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.

    Art. 8. In artikel 26 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden "de Minister" vervangen door de woorden "de inrichtende macht".

    Art. 9. Een nieuw artikel 26/1 wordt ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit. Het luidt als volgt:

    "Artikel 26/1. § 1. Teneinde elk personeelslid in staat te stellen binnen dezelfde instelling een ambt met volledige prestaties uit te voeren, worden op de eerste dag van elk schooljaar de vastbenoemde personeelsleden die er zijn aangesteld, hoofdzakelijk of bijkomend zijn aangesteld, in de volgende rangorde ingedeeld:

  7. de personeelsleden die vast benoemd zijn in het ambt dat ze uitoefenen en aangesteld of hoofdzakelijk aangesteld zijn in de inrichting;

  8. de personeelsleden die vast benoemd zijn in het ambt dat ze uitoefenen en bijkomend aangesteld zijn in de inrichting;

    In elk van deze categorieën worden de personeelsleden gerangschikt volgens hun anciënniteit zoals berekend in artikel 3sexies, § 1, van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen in uitvoering van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.

    § 2. Op deze zelfde datum worden de organieke uren in de inrichting in het ambt of een ander ambt vermeld in de verbinding cursus/ambt zoals bepaald door de regering krachtens artikel 10 van het decreet van 11 april 2014, verdeeld onder de vastbenoemde personeelsleden die er zijn aangesteld of hoofdzakelijk zijn aangesteld.

    Deze verdeling kan alleen leiden tot een toename van het aantal perioden waarvoor een personeelslid beschikt over een loongarantie. Elk personeelslid dat niet ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en aan wie als gevolg van deze verdeling in zijn ambt niet een aantal lesperiodes is toegekend dat ten minste gelijk is aan het aantal periodes waarvoor hij wordt vergoed, noch in zijn hoofdzakelijke aanstelling, noch in zijn bijkomende aanstelling, moet op gedeeltelijk opdrachtverlies worden geplaatst.

    § 3. Het personeelslid kan niet afzien van prestaties die hem zijn toegekend overeenkomstig dit artikel, als hij slechts in één ambt vast benoemd is. Als het personeelslid vast benoemd is in twee of meerdere ambten, kan hij afzien van elke prestatietoename in één van zijn ambten, als dit een vermindering inhoudt van zijn prestaties in een ander ambt waarvoor hij vast benoemd is. Hij kan zich echter niet verzetten tegen zo'n toename als deze een opdrachtverlies compenseert in een van zijn andere ambten waarin hij benoemd is. Alleen het ontslag voor het volledig aantal toegekende uren zoals voorzien in artikel 169 is toegestaan.

    § 4. Voor de toepassing van artikelen 26bis en 26quater moeten "beschikbare prestaties" begrepen worden als alle prestaties die ter beschikking staan aan het schoolhoofd.

    Art. 10. In artikel 26quater van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  9. in § 1 worden de woorden "na verdeling van de organieke uren op grond van de rangorde," ingevoegd tussen de woorden "met volledige dienstprestaties" en de woorden "de beschikbare periodes in het ambt";

  10. tussen § 1 en 2 wordt de volgende § 1bis ingevoegd:

    " § 1bis. Als op grond van dit artikel een vaste benoeming met volledige prestaties kan worden toegekend aan een vastbenoemd personeelslid in het ambt dat hij uitoefent in een school waar hij/zij in bijberoep aangesteld is, dan geldt die toekenning vanaf het ogenblik waarop deze uren openstaan.

    Het schoolhoofd licht het personeelslid in van de vacature voor de lesuren en van zijn aanstelling via een formulier waarvan de inrichtende macht een model opstelt.

    Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf werkdagen om de toekenning van de vermelde lesuren via hiërarchische weg te weigeren.

    Geen enkele prioritair tijdelijk personeelslid kan als prioritaire tijdelijke worden aangesteld voor de uren waarop deze weigering betrekking heeft, tenzij die een voltijdse baan vertegenwoordigen."

    Art. 11. In artikel 31 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. punt 11° van lid 1 wordt geschrapt;

  12. lid 2 wordt geschrapt.

    Art. 12. In artikel 34 van hetzelfde koninklijk besluit wordt het laatste lid van § 1 geschrapt.

    Art. 13. In artikel 45 van hetzelfde koninklijk besluit wordt het laatste lid van § 3 opgeheven.

    Art. 14. In artikel 46bis, lid 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  13. sub 6 wordt vervangen door wat volgt:

    "6° in de loop van de 4 schooljaren die voorafgaan aan de oproep tot benoeming, aangesteld zijn met een beschermd tijdelijk statuut en ten minste 150 dagen te hebben gewerkt in een school van de zone, in het ambt waarin de baan vacant is verklaard;";

  14. een sub 6° bis opgesteld als volgt wordt ingevoegd:

    "6° bis in geval er onvoldoende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT