Decreet houdende de realisatie van kunstopdrachten voor gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoren, de 1 mars 2019

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder:

  1. Kunst in Opdracht: de professionele omkadering ter ondersteuning van het proces dat een opdrachtgever start om een kunstopdracht te realiseren;

  2. kunstopdracht: de realisatie van een kunstwerk op verzoek van een opdrachtgever voor een specifieke context door een levende kunstenaar met een professionele kunstpraktijk.

    Art. 3. § 1. De rechtspersoon moet een bepaald percentage van de bouwkosten besteden aan de financiering van kunstopdrachten volgens de hiernavolgende schaal:

  3. 1,5 % voor de schijf die lager is dan of gelijk is aan 1.000.000 euro;

  4. 1 % voor de schijf die hoger is dan 1.000.000 euro en lager is dan of gelijk is aan 3.000.000 euro;

  5. 0,5 % voor de schijf die hoger is dan 3.000.000 euro en lager is dan of gelijk is aan 100.000.000 euro;

  6. 0,25 % voor de schijf die hoger is dan 100.000.000 euro.

    Het eerste lid is van toepassing op:

  7. iedere publieke rechtspersoon die geheel ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest een gebouw opricht, transformeert of herbestemt;

  8. iedere publieke of private rechtspersoon die vanaf een subsidie van 30 % van de bouwkost, in de vorm van een eenmalige of recurrente uitbetaling, ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest een gebouw opricht, transformeert of herbestemt, met uitzondering wanneer de kostprijs van de infrastructuur wordt verrekend aan de gebruiker;

  9. iedere publieke of private rechtspersoon die voor een langdurige terbeschikkingstelling van een gebouw dat in overleg met de rechtspersoon wordt opgericht, getransformeerd of herbestemd een vergoeding ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest ontvangt.

    In afwijking van het tweede lid geldt voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Sport de verplichting van het eerste lid enkel voor gebouwen waar voor de oprichting, transformatie of herbestemming de onderwijsfunctie of sportfunctie niet aanwezig was.

    Het eerste lid is niet van toepassing wanneer de bouwkosten maximaal 500.000 euro bedragen. Het is eveneens niet van toepassing wanneer het gebouw enkel toegankelijk is voor overheidspersoneel of een louter privatief gebruik kent.

    § 2. Voor de berekening van de 30 % subsidie als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden de premies en subsidies die toegekend zijn volgens de onroerenderfgoedregelgeving, niet in rekening gebracht om...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT