Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2022, de 27 juin 2022
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1959 tot regeling van het stelsel der dienstprestaties van de surveillanten en studiemeesters bij de Rijksinrichtingen voor middelbaar en technisch onderwijs
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 april 1959 tot regeling van het stelsel der dienstprestaties van de surveillanten en studiemeesters bij de Rijksinrichtingen voor middelbaar en technisch onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"De werknemers hebben tijdens deze periode van vierentwintig uur recht op een minimale rusttijd van elf opeenvolgende uren tussen de beëindiging en de hervatting van het werk."
-
het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
"In afwijking van het eerste en het tweede lid kan een dienst met nachtarbeid meer dan zestien uur bedragen en kan de rusttijd van elf uur worden ingekort, indien:
-
de afwijking noodzakelijk is voor de dienstcontinuïteit, in het bijzonder bij opname-, behandelings-, begeleidings- en/of verzorgingsdiensten;
-
de wachtdienst noodzakelijk is om goederen en personen te beschermen;
-
de voorgeschreven rusttijden binnen een referentieperiode van een week kunnen worden genomen."
-
in het huidige tweede lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "tussen het slapengaan en het opstaan van de leerlingen" opgeheven;
-
het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
"Nachtarbeid wordt verricht tussen 22.30 uur en 6.30 uur."
-
het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende:
"Het eerste tot derde lid, het vijfde lid en het zevende lid dienen tot omzetting van de Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd.";
-
in het huidige derde lid, dat het zevende lid wordt, worden de woorden ", tussen het slapengaan en het opstaan van de leerlingen," vervangen door de woorden "tijdens de periode van nachtarbeid" en wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "acht".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen
Art. 2. In artikel 6, G), a), van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009 en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt:
"4° leerkracht voor zang (klassiek/musical)";
-
er wordt een bepaling onder 4.1 ingevoegd, luidende:
"4.1 leerkracht voor zang (rock/pop)".
Art. 3. In artikel 7, a), van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt een bepaling onder 1.2 ingevoegd, luidende:
"1.2 assistent in een gespecialiseerde basisschool;".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs
Art. 4. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het eerste lid, 5°, i), ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2018, wordt het woord "kleuterschoolassistent" vervangen door de woorden "kleuterschoolassistent of assistent in een gespecialiseerde basisschool";
-
in het zesde lid, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, worden de woorden "in een gespecialiseerde school" opgeheven.
Art. 5. In artikel 39, eerste lid, 5°, i), van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2018, wordt het woord "kleuterschoolassistent" vervangen door de woorden "kleuterschoolassistent of assistent in een gespecialiseerde basisschool".
Art. 6. In artikel 41 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het opschrift van het artikel worden de woorden "Voorrang voor een uitbreiding van" vervangen door de woorden "Voorrangsregels in het kader van een";
-
het derde lid wordt vervangen als volgt:
"In afwijking van het eerste lid hebben de personeelsleden die in een van de volgende ambten benoemd zijn, geen voorrang bij de aanvulling van hun benoeming in het betrokken ambt in de betrokken school:
-
pedagoog voor specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basisonderwijs;
-
coördinator voor bevorderingspedagogiek in het gespecialiseerd onderwijs;
-
kleuterschoolassistent;
-
assistent in een gespecialiseerde basisschool;
-
hoofdsecretaris."
-
-
het artikel wordt aangevuld met een vierde lid, luidende:
"Onverminderd het eerste tot het derde lid geeft de inrichtende macht bij het toekennen van de ambten die vacant verklaard zijn voor benoeming voorrang aan personeelsleden die de voorwaarden voor een vaste benoeming vervullen en die nog niet in een of meer ambten met volledig leerplan vast benoemd respectievelijk definitief aangeworven zijn in het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs."
Art. 7. In de inleidende zin van artikel 91septies, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt het getal "50" vervangen door het getal "45".
Art. 8. In de inleidende zin van artikel 121sexies, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007, wordt het getal "50" vervangen door het getal "45".
Art. 9. In hoofdstuk XIbis van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt een artikel 169undetricies ingevoegd, luidende:
"Art. 169undetricies - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van assistent in een gespecialiseerde basisschool voor het schooljaar 2022-2023 tussen de dag waarop het decreet van 27 juni 2022 houdende maatregelen inzake onderwijs 2022 is aangenomen en 31 augustus 2022."
Art. 10. In hoofdstuk XIbis van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt een artikel 169tricies ingevoegd, luidende:
"Art. 169tricies - § 1 - Personeelsleden die op 31 december 2022 vast benoemd resp. tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van leerkracht voor zang en cursussen geven in de studierichting klassiek/musical, worden vanaf 1 januari 2023 beschouwd als vast benoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van leerkracht voor zang (klassiek/musical). Een door het inrichtingshoofd opgesteld attest waaruit blijkt dat het personeelslid cursussen geeft in de studierichting klassiek/musical, geldt als bewijs voor de inrichtende macht.
Personeelsleden die op 31 december 2022 vast benoemd resp. tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van leerkracht voor zang en cursussen geven in de studierichting rock/pop, worden vanaf 1 januari 2023 beschouwd als vast benoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van leerkracht voor zang (rock/pop). Een door het inrichtingshoofd opgesteld attest waaruit blijkt dat het personeelslid cursussen geeft in de studierichting rock/pop, geldt als bewijs voor de inrichtende macht.
§ 2 - De dienstdagen die het vanaf 1 januari 2023 in het ambt van leerkracht voor zang (klassiek/musical) resp. in het ambt van leerkracht voor zang (rock/pop) tijdelijk aangesteld resp. vast benoemd personeelslid met toepassing van artikel 40 vóór die datum in het ambt van leerkracht voor zang heeft gepresteerd, worden voor de berekening van de ambtsanciënniteit in aanmerking genomen alsof zij in het ambt van leerkracht voor zang (klassiek/musical) resp. in het ambt van leerkracht voor zang (rock/pop) werden gepresteerd."
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen
Art. 11. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in de bepaling onder 8°, d), ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021, worden de woorden "in een gespecialiseerde school" opgeheven;
-
de bepaling onder 9°, ingevoegd bij het decreet van 26 juni 2017 en gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2019, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"Als houder van het vereist bekwaamheidsbewijs wordt ook beschouwd: elke persoon die aan de voorwaarden voldoet om...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI