Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het hoger onderwijs, de 7 mars 2019
TITEL I. - Bepalingen betreffende het niet-universitair hoger onderwijs
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs
Artikel 1. In artikel 4, eerste lid, a) van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, zoals gewijzigd, worden de woorden " of het wettelijk samenwonen " ingevoegd tussen de woorden " voor het huwelijk " en de woorden " van het personeelslid ".
Art. 2. Artikel 10 bis van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : " Artikel 10bis. Tot de zesde week of, in geval van meerlingengeboorte, tot de achtste week voorafgaand aan de veronderstelde bevallingsdatum, worden de afwezigheidsdagen die rechtstreeks verband houden met de zwangerschapstoestand van het personeelslid, niet in aanmerking genomen bij de berekening van het aantal dagen ziekte- of invaliditeitsverlof dat het personeelslid geniet wanneer een controle verricht door de instelling belast door de Regering met de controle van de afwezigheden wegens ziekte of invaliditeit bevestigt dat deze afwezigheden te wijten zijn aan de zwangerschapstoestand van het personeelslid.
Vanaf de zesde week of, in geval van meerlingengeboorte, vanaf de achtste week voorafgaand aan de veronderstelde bevallingsdatum, en tot de datum waarop het moederschapsverlof begint, worden de afwezigheidsdagen wegens ziekte niet in aanmerking genomen bij de berekening van het aantal dagen ziekte- of invaliditeitsverlof dat het personeelslid overeenkomstig dit besluit geniet.
De in dit artikel bedoelde afwezigheidsperiodes worden bezoldigd en met periodes van dienstactiviteit gelijkgesteld. ".
Art. 3. De woorden " met uitzondering van de eerste 10 afwezigheidsdagen verbonden aan een miskraam " worden toegevoegd na het woord " zwangerschap ".
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen
Art. 4. In artikel 10 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
-
In het eerste lid wordt 20. vervangen als volgt :
" 20. werkleiders :
-
in een inrichting voor kunstonderwijs : een diploma van master aangevuld met vier jaar nuttige ervaring, aangevuld met vier jaar nuttige ervaring,
-
in een inrichting voor technisch onderwijs : het diploma van technisch ingenieur, aangevuld met vier jaar nuttige ervaring. "
-
-
In het eerste lid wordt een 22. ingevoegd, luidend als volgt :
" 22. Medisch directeur : het diploma van doctor in genees-, heel- en verloskunde. " ;
-
Er wordt een lid ingevoegd tussen het eerste en tweede lid, luidend als volgt :
In het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, wordt de beroeps- of wetenschappelijke bekendheid verworven overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 4, paragraaf 3 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, voor zich persoonlijk, als geldend bekwaamheidsbewijs zoals bedoeld in het eerste lid beschouwd.
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen
Art. 5. In artikel 5, eerste lid, a) van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden "of het wettelijk samenwonen" ingevoegd tussen de woorden "voor het huwelijk" en de woorden " van het personeelslid".
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten
Art. 6. In artikel 4, eerste lid, a) van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten, zoals gewijzigd, worden de woorden " of het wettelijk samenwonen " ingevoegd tussen de woorden " voor het huwelijk " en de woorden " van het personeelslid ".
HOOFDSTUK V. - Wijziging van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen
Art. 7. Artikel 90, derde lid, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, wordt vervangen als volgt :
" De sociale subsidies bedoeld in artikel 89 kunnen dienen voor de uitvoering van het decreet van 30 januari 2014 betreffende het inclusief hoger onderwijs voor de studenten met een handicap binnen de perken bepaald in artikel 31 van dit decreet ".
HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen
Art. 8. In artikel 12 van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
-
in § 1 wordt 11° opgeheven ;
-
§ 4 wordt opgeheven.
HOOFDSTUK VII. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
Art. 9. In artikel 34, tweede lid, van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de woorden " bedoeld in artikel 38 " vervangen door de woorden " opgenomen in de rangschikking bedoeld in artikel 38, § 2 ".
Art. 10. In artikel 38 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
-
de woorden " in de artikelen 34, 35, eerste lid, 36 en 37, wordt op de volgende manier berekend: " worden vervangen door de woorden " in de artikelen 34, 35, § 1, 36 en 37 wordt berekend op het geheel van de diensten gepresteerd in een ambt bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25 juli 1996 en ongeacht de cursus die toegekend moet worden, op de volgende manier : "
-
artikel 38, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt :
" § 2. Elk jaar, op 15 januari, wordt de rangschikking van de personeelsleden op de aanplakborden bekendgemaakt door de academische overheden van de Hogeschool en wordt door hen bezorgd aan de plaatselijke overlegorganen. Deze rangschikking wordt opgesteld op basis van de dienstanciënniteit verworven de laatste dag van het kalenderjaar inbegrepen en berekend overeenkomstig § 1 of, in voorkomend geval, overeenkomstig artikel 38bis.
Het personeelslid beschikt over een termijn van vijf werkdagen na de bekendmaking van de rangschikking om een beroep hiertegen per aangetekende brief bij de academische overheden van de Hogeschool in te dienen. Deze overheden delen hun beslissing mee binnen de drie werkdagen na de indiening van het beroep. ".
Art. 11. In artikel 95 van hetzelfde decreet wordt 14° aangevuld als volgt : " In dit geval kan het personeelslid niet meer later opnieuw in dezelfde hogeschool voor hetzelfde ambt en dezelfde cursussen aangesteld worden zolang hij aan de bovenvermelde voorwaarde van het bekwaamheidsbewijs niet beantwoordt. ".
Art...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI