Decreet betreffende de sociale samenhang, de 30 novembre 2018

Artikel 1. Onderhavig decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 van de Grondwet.

TITEL I. - Definities.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. ) het College: het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

  2. ) de gemeenten: de gemeenten gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  3. ) de in aanmerking komende gemeenten: de gemeenten gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan het grondgebied zich op het ogenblik dat dit decreet in werking treedt geheel of gedeeltelijk bevindt binnen de zone voor stedelijke herwaardering (ZSH), zoals deze vastgesteld werd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 november 2016 tot uitvoering van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering en tot goedkeuring van de "zone voor stedelijke herwaardering", genaamd "ZSH 2016";

  4. ) prioritaire actie : de activiteit die een operator voor sociale samenhang onderneemt op grond van de in artikel 4 bepaalde prioritaire krachtlijnen;

  5. ) de lokale coördinatiestructuur: de coördinatiestructuur van de betreffende in aanmerking komende gemeente, zoals deze in hoofdstuk 6 bepaald wordt;

  6. ) het lokaal overlegplatform: het overlegplatform van de betreffende in aanmerking komende gemeente, zoals dit in hoofdstuk 5 bepaald wordt;

  7. ) het decreet van 5 juni 1997: het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juni 1997 houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid;

  8. ) de Adviesraad: de afdeling Sociale Samenhang van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid die krachtens het decreet van 5 juni 1997 in het leven werd geroepen;

  9. ) de operatoren: de krachtens dit decreet erkende verenigingen zonder winstoogmerk;

  10. ) alle in dit decreet vermelde titels en functies zijn gemeenslachtig.

    Art. 3. Onder sociale samenhang wordt het geheel van sociale processen verstaan die ertoe bijdragen te waarborgen dat elk individu en elke groep, zonder discriminatie, beschikt over dezelfde kansen en voorwaarden, over economisch, sociaal en cultureel welzijn opdat iedereen actief en waardig kan deelnemen aan de samenleving, erin erkend wordt en zichzelf erin herkent.

    Deze processen zijn er in het bijzonder op gericht de strijd aan te binden tegen elke vorm van sociale uitsluiting en discriminatie door een beleid te ontwikkelen inzake maatschappelijke inclusie, emancipatie, interculturaliteit, socio-culturele diversiteit, verbondenheid en het samen leven en samen doen.

    Er wordt uitvoering aan gegeven door onder meer een op de gemeenten en de sociale actie afgestemd overheidsbeleid inzake sociale samenhang te ontwikkelen gekoppeld aan de ontwikkeling van een verenigingsleven op wijk-, lokaal en gewestelijk niveau.

    Deze processen hebben als doel tot een gemengde maatschappij te komen en dit zowel op sociaal, cultureel, generationeel als gendergerelateerd vlak.

    TITEL II. - Erkenning van de operatoren voor sociale samenhang

    HOOFDSTUK 1. - Prioritaire krachtlijnen

    Art. 4. De sociale samenhang komt tot uiting door de in dit decreet vastgestelde prioriteiten in aanmerking te nemen. Er gelden vier prioritaire krachtlijnen:

  11. ) De begeleiding van kinderen en jongeren bij hun scholing en het bijbrengen van burgerzin;

  12. ) Het aanleren van de Franse taal en alfabetisering;

  13. ) Inclusie via intercultureel burgerschap;

  14. ) Het samen leven en samen doen.

    Het College bepaalt de doelstellingen en modaliteiten voor de uitvoering van deze prioritaire krachtlijnen.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene erkenningsvoorwaarden

    Art. 5. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten erkent en subsidieert het College operatoren om de in artikel 3 bepaalde algemene doelstellingen te verwezenlijken.

    Art. 6. Deze operatoren moeten minstens op het vlak van een van de vier in artikel 4 bepaalde prioritaire krachtlijnen actief zijn. De erkenning wordt verleend om op grond van de in dit decreet bepaalde prioritaire krachtlijnen een of meerdere acties, hierna aangeduid als prioritaire acties, te ondernemen.

    Art. 7. Om als operator voor sociale samenhang erkend te worden, moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  15. ) opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juli 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;

  16. ) een bedrijfszetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben en de activiteiten waarvoor de erkenning aangevraagd wordt in hoofdzaak uitoefenen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  17. ) de in artikel 3 van dit besluit bepaalde doelstellingen nastreven;

  18. ) een vijfjarig actieplan opmaken, indien mogelijk samen met de gebruikers en de begunstigden. Dit actieplan zal in functie van de verleende erkenning geactualiseerd kunnen worden. Het College bepaalt de minimale inhoud en de modaliteiten voor de actualisering van het actieplan;

  19. ) de bepalingen naleven van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie jegens vrouwen, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of onder het mom waarvan enige andere inbreuken gepleegd worden waarbij het plegen van deze inbreuken onverenigbaar is met een erkenning door de Franse Gemeenschapscommissie.

    HOOFDSTUK 3. - Bijzondere erkenningsvoorwaarden

    Art. 8. De operatoren kunnen voor een of meerdere prioritaire acties erkend worden.

    Art. 9. § 1. De prioritaire actie is ofwel lokaal ofwel gewestelijk van aard.

    § 2. De prioritaire acties zijn lokaal van aard als ze in maximaal twee gemeenten plaatsvinden. Voor de beoordeling van dit criterium speelt het aantal vestigingen in een en dezelfde gemeente of het aantal bezoekers dat de vereniging telt geen rol.

    § 3. De prioritaire acties zijn gewestelijk van aard als ze in minstens drie gemeenten plaatsvinden. Voor de beoordeling van dit criterium speelt het aantal vestigingen in een en dezelfde gemeente of het aantal bezoekers dat de vereniging telt geen rol.

    § 4. De prioritaire acties die in het kader van prioritaire krachtlijn 3 opgezet worden, zijn alle gewestelijk van aard.

    Art. 10. De erkenningen kunnen verder aangevuld worden door specifieke oriënteringen. Via deze specifieke oriënteringen wordt de specificiteit erkend van de actiemethodes en -processen, de doelgroepen, de doeleinden van de operator of het lokale actieterrein. Het betreft:

  20. ) aanzetten tot inclusie van groepen met een migratietraject;

  21. ) werken rond de opvang en het op eigen benen leren staan van vluchtelingen, migranten en mensen zonder papieren;

  22. ) ontwikkeling van een verantwoordelijk, actief, kritisch en solidair burgerschap bij kinderen en jongeren;

  23. ) deelname aan het democratische leven;

  24. ) empowerment en responsabilisering op het vlak van gendergelijkheid;

  25. ) verschaffen van autonomie door cultuur;

  26. ) creëren van verbondenheid;

  27. ) inclusie van een geïsoleerd publiek;

  28. ) creëren van een band tussen ouder en kind;

  29. ) doorbreken van maatschappelijke barrières bij de toegang tot hoger onderwijs en werk;

  30. ) strijd tegen het terugplooien op de eigen identiteit;

  31. ) media-opvoeding;

  32. ) strijd tegen complottheorieën en haatdragende taal;

  33. ) versterking van het netwerk dat actie voert rond de doelgroepen en tot stand brengen van intersectorialiteit;

  34. ) ontwikkeling en onderzoek naar vernieuwende en experimentele praktijken.

    Art. 11. De in aanmerking komende gemeenten kunnen, na advies van het lokaal overlegplatform, maximaal vijf bijkomende specifieke oriënteringen eigen aan het plaatselijke gebied tot ontwikkeling brengen.

    Art. 12. Het College bepaalt de definities en de modaliteiten voor de erkenning van deze specifieke oriënteringen.

    HOOFDSTUK 4. - Procedures voor de toekenning, wijziging, hernieuwing, intrekking en opschorting van de erkenning

    Art. 13. De operatoren voor sociale samenhang die voldoen aan de in dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten vastgelegde criteria worden door het College voor een hernieuwbare periode van 5 jaar erkend.

    Art. 14. § 1. De aanvraag tot erkenning, wijziging van erkenning of hernieuwing van erkenning dient gericht te worden tot de diensten van het College.

    § 2. Wat de in artikel 9, § 2 bedoelde prioritaire acties betreft, zullen de gemeente of gemeenten evenals, desgevallend, het lokaal overlegplatform of de lokale overlegplatformen van de gemeenten waar de prioritaire acties plaatsvinden, een met redenen omkleed advies uit kunnen brengen over de aanvraag tot erkenning, wijziging van de erkenning of hernieuwing van de erkenning. De diensten van het College maken automatisch alle ontvankelijke dossiers die betrekking hebben op in artikel 9, § 2 bedoelde prioritaire acties over aan de lokale coördinatiestructuur van de betreffende in aanmerking komende gemeenten of, desgevallend, aan de betreffende gemeente die samen met de diensten van het College het dossier zal onderzoeken. Het advies van het lokaal overlegplatform moet altijd vóór dat van de gemeente uitgebracht worden. Indien het advies van het lokaaloverlegplatform en dat van de gemeente eensluidend zijn, is het College verplicht dit advies op te volgen. Het College kan de beslissing evenwel opschorten.

    § 3. Het College bepaalt de bijzondere modaliteiten voor het aanvragen, wijzigen en hernieuwen van een erkenning.

    Art. 15. Het College kan beslissen een erkenning op te schorten indien het tekortkomingen vaststelt ten aanzien van dit decreet en zijn toepassingsbesluiten. Het bepaalt de modaliteiten voor de opschorting van een erkenning.

    Art. 16. Indien de krachtens artikel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT