Decreet betreffende de niet-openbare en openbare elektronische communicatie van de overheden van het Duitse taalgebied, de 15 octobre 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Verwijzingen naar personen

De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 2. Definities

Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. overheid :

    1. de Duitstalige Gemeenschap;

    2. de publiekrechtelijke instellingen die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteren;

    3. de gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en overige territoriale entiteiten van het Duitse taalgebied;

    4. iedere instelling, van welke aard en juridische vorm ook, die

      - opgericht is met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en

      - rechtspersoonlijkheid heeft, en

      - waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de overheden of instellingen vermeld onder a), b) en c) worden gefinancierd, hetzij het beheer is onderworpen aan het toezicht door deze laatste, hetzij de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan door deze overheden of instellingen zijn aangewezen;

    5. de verenigingen gevormd door één of meer onder a), b), c) of d) vermelde overheden;

  2. mededeling of melding: elke informatie-overdracht die van de overheid uitgaat of die aan haar is gericht in het kader van haar bevoegdheden en die met name het gebruik van formulieren of elk ander document alsook de behandeling en de verspreiding van gegevens omvat;

  3. formulier : elk gestructureerd document dat in het kader van een procedure gebruikt wordt en waarmee een externe gebruiker aanvragen richt aan de overheden of informatie met hen uitwisselt;

  4. protocolleringsgegevens : alle technische verbindings- of verkeersgegevens die op de opslagmedia van de overheden opgeslagen worden;

  5. elektronische handtekening : de elektronische handtekening overeenkomstig artikel 3, punt 10, van EU-verordening nr. 910/2014;

  6. gekwalificeerde elektronische handtekening : een gekwalificeerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 3, punt 12, van EU-verordening nr. 910/2014;

  7. gekwalificeerd elektronisch zegel : een gekwalificeerd elektronisch zegel overeenkomstig artikel 3, punt 27, van EU-verordening nr. 910/2014;

  8. gekwalificeerde elektronische tijdstempel : een gekwalificeerde elektronische tijdstempel overeenkomstig artikel 3, punt 34, van EU-verordening nr. 910/2014;

  9. gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging: een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging overeenkomstig artikel 3, punt 37, van EU-verordening nr. 910/2014;

  10. mobiele applicatie : toepassingssoftware die is ontworpen en ontwikkeld door of namens overheden met het oog op gebruik door het algemene publiek op mobiele toestellen zoals smartphones en tablets. Zij omvat niet de besturingssoftware van die toestellen (mobiele besturingssystemen) noch de hardware;

  11. personen met ondersteuningsbehoefte : de personen vermeld in artikel 3, 3°, van het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;

  12. toegankelijkheid : de barrièrevrijheid vermeld in artikel 3, 7°, van het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;

  13. norm: een norm overeenkomstig artikel 2, punt 1), van EU-verordening nr. 1025/2012;

  14. Europese norm: een Europese norm overeenkomstig artikel 2, punt 1), onder b), van EU-verordening nr. 1025/2012;

  15. geharmoniseerde norm : een geharmoniseerde norm overeenkomstig artikel 2, punt 1), onder c), van EU-verordening nr. 1025/2012;

  16. op tijd gebaseerde media : media van de volgende types: louter geluid, louter videobeeld, audio-video, audio en/of video in combinatie met interactie;

  17. stukken uit erfgoedcollecties : in particulier of openbaar bezit zijnde goederen die van historisch, artistiek, archeologisch, esthetisch, wetenschappelijk of technisch belang zijn en deel uitmaken van verzamelingen die worden bewaard door culturele instellingen zoals bibliotheken, archieven en musea;

  18. EU-verordening nr. 1025/2012 : de Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;

  19. EU-verordening nr. 910/2014: de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG;

  20. EU-richtlijn: de Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties.

    HOOFDSTUK 2. - Niet-openbare elektronische communicatie

    Afdeling 1. - Rechtskracht van elektronische mededelingen

    Art. 3. Beginselen

    § 1 - De rechtskracht van een mededeling kan niet aangevochten worden op de grond dat het om een elektronische mededeling gaat.

    Het eerste lid is alleen van toepassing als voldaan is aan de volgende voorwaarden :

  21. de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 2, tweede lid, betreffende de technieken die voor elektronische mededelingen gebruikt kunnen worden;

  22. de minimumeisen bepaald in de artikelen 4 tot 12;

  23. de eisen die de Regering in voorkomend geval op grond van artikel 13 heeft bepaald;

  24. de technische eisen die op grond van artikel 15, tweede lid, zijn bepaald;

  25. de voorwaarden in verband met de toestemming van de betrokken overheden en gebruikers overeenkomstig artikel 16;

  26. de maatregelen die de overheid moet nemen overeenkomstig artikel 17.

    § 2 - Elke wettelijk, decretaal of reglementair voorgeschreven vormvereiste voor een mededeling wordt geacht via elektronische weg vervuld te zijn als de doelmatige eigenschappen van dat vormvereiste bewaard zijn overeenkomstig de minimumeisen gesteld in dit hoofdstuk.

    De overheid bepaalt één of meer technieken...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT