BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging. - TITEL III tot V (art. 1101 - 1581). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-1994 en tekstbijwerking tot 08-05-2007), de 21 mars 1804

TITEL III. - CONTRACTEN OF VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMST IN HET ALGEMEEN.

HOOFDSTUK I. - VOORAFGAANDE BEPALINGEN.

Artikel 1101. Een contract is een overeenkomst waarbij een of meer personen zich jegens een of meer andere verbinden iets te geven, te doen, of niet te doen.

Art. 1102. Een contract is wederkerig of tweezijdig, wanneer de contractanten zich over en weder jegens elkaar verbinden.

Art. 1103. Het is eenzijdig, wanneer een of meer personen verbonden zijn jegens een of meer andere, zonder enige verbintenis voor laatstgenoemden.

Art. 1104. Het is vergeldend, wanneer elke partij zich verbindt iets te geven of te doen, dat beschouwd wordt als gelijkwaardig met wat men haar geeft of voor haar doet.

Wanneer het gelijkwaardige gelegen is in de kans van winst of verlies, die voor elke partij afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis, is het contract een kanscontract.

Art. 1105. Het contract uit vrijgevigheid is dat waarbij een partij aan de andere geheel om niet een voordeel verschaft.

Art. 1106. Het contract onder bezwarende titel is dat waarbij aan elke partij de verplichting wordt opgelegd om iets te geven of te doen.

Art. 1107. De contracten, onverschillig of zij al dan niet een eigen benaming hebben, zijn onderworpen aan algemene regels, die het onderwerp van deze titel uitmaken.

De regels die alleen voor bepaalde contracten gelden, worden vastgesteld in de titels die elk van die contracten betreffen; en de regels die alleen voor handelsovereenkomsten gelden, worden bepaald door de wetten op de koophandel.

HOOFDSTUK II. - VOORWAARDEN DIE TOT DE GELDIGHEID VAN DE OVEREENKOMSTEN VEREIST ZIJN.

Art. 1108. Tot de geldigheid van een overeenkomst zijn vier voorwaarden vereist :

De toestemming van de partij die zich verbindt;

Haar bekwaamheid om contracten aan te gaan;

Een bepaald voorwerp als inhoud van de verbintenis;

Een geoorloofde oorzaak van verbintenis.

AFDELING I. - TOESTEMMING.

Art. 1109. Geen toestemming is geldig, indien zij alleen door dwaling is gegeven, door geweld afgeperst of door bedrog verkregen.

Art. 1110. Dwaling is alleen dan een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer zij de zelfstandigheid betreft van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt.

Zij is geen oorzaak van nietigheid, wanneer zij alleen de persoon betreft met wie men bedoelde te handelen, tenzij de overeenkomst hoofdzakelijk uit aanmerking van deze persoon is aangegaan.

Art. 1111. Geweld, gepleegd tegen hem die de verbintenis heeft aangegaan, is een oorzaak van nietigheid, zelfs al is het gepleegd door een derde, onderscheiden van degene ten voordele van wie de overeenkomst is aangegaan.

Art. 1112. Het geweld moet van dien aard zijn dat het op een redelijk mens moet indruk maken en hem kan doen vrezen dat hij zelf of zijn vermogen aan een aanzienlijk en dadelijk kwaad is blootgesteld.

Hierbij wordt gelet op de leeftijd, het geslacht en de stand van de personen.

Art. 1113. Geweld is een oorzaak van nietigheid van het contract, niet alleen wanneer het gepleegd wordt tegen de persoon die het contract aangaat, doch ook wanneer het gepleegd wordt tegen zijn echtgenoot of tegen zijn echtgenote, of tegen zijn bloedverwanten in de nederdalende of in de opgaande lijn.

Art. 1114. De vrees uit eerbied voor vader of moeder of een ander bloedverwant in de opgaande lijn, zonder dat enig geweld is gepleegd, is op zichzelf niet voldoende om het contract te vernietigen.

Art. 1115. Men kan niet meer tegen een contract uit hoofde van geweld opkomen, indien dat contract sinds het ophouden van het geweld is goedgekeurd, hetzij uitdrukkelijk, hetzij stilzwijgend, hetzij doordat men de tijd, bij de wet voor het herstel bepaald, heeft laten voorbijgaan.

Art. 1116. Bedrog is een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer de kunstgrepen, door een van de partijen gebezigd, van dien aard zijn dat de andere partij zonder die kunstgrepen klaarblijkelijk het contract niet zou hebben aangegaan.

Bedrog wordt niet vermoed, het moet worden bewezen.

Art. 1117. Een overeenkomst die door dwaling, geweld of bedrog is aangegaan, is niet van rechtswege nietig; zij levert slechts grond op voor een vordering tot nietigverklaring of tot vernietiging, in de gevallen en op de wijze, bepaald in afdeling VII van hoofdstuk V van deze titel.

Art. 1118. Benadeling maakt overeenkomsten slechts nietig wat betreft bepaalde contracten of bepaalde personen, zoals in dezelfde afdeling zal worden vastgesteld.

Art. 1119. In het algemeen kan niemand zich verbinden of iets bedingen in zijn eigen naam, dan voor zichzelf.

Art. 1120. Niettemin kan men zich sterk maken voor een derde, door te beloven dat deze iets doen zal; behoudens schadevergoeding ten laste van hem die zich heeft sterk gemaakt of die beloofd heeft de verbintenis te zullen doen bekrachtigen, indien de derde weigert ze na te komen.

Art. 1121. Evenzo kan men bedingen ten behoeve van een derde, wanneer zulks de voorwaarde is van een beding dat men voor zichzelf maakt of van een schenking die men aan een ander doet. Hij die zodanig beding gemaakt heeft, kan het niet meer herroepen, indien de derde verklaard heeft daarvan te willen gebruik maken.

Art. 1122. Men wordt geacht te hebben bedongen voor zichzelf en voor zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk bepaald is of uit de aard van de overeenkomst voortvloeit.

AFDELING II. - BEKWAAMHEID VAN DE CONTRACTERENDE PARTIJEN.

Art. 1123. Een ieder kan contacten aangaan, indien hij daartoe door de wet niet onbekwaam is verklaard.

Art. 1124. Onbekwaam om contracten aan te gaan zijn : minderjarigen, onbekwaamverklaarden en, in het algemeen, al degenen aan wie de wet het aangaan van bepaalde contracten verbiedt.

Art. 1125. Minderjarigen en onbekwaamverklaarden kunnen slechts in de bij de wet bepaalde gevallen tegen hun verbintenissen opkomen op grond van onbekwaamheid.

Personen die bekwaam zijn om verbintenissen aan te gaan, kunnen zich niet beroepen op de onbekwaamheid van de minderjarige of de onbekwaamverklaarde, met wie zij een contract hebben aangegaan.

AFDELING III. - VOORWERP EN INHOUD VAN DE CONTRACTEN.

Art. 1126. Ieder contract heeft tot voorwerp iets dat een partij zich verbindt te geven, of dat een partij zich verbindt te doen of niet te doen.

Art. 1127. Het enkel gebruik of het enkel bezit van een zaak kan, evenals de zaak zelf, het voorwerp van een contract uitmaken.

Art. 1128. Alleen zaken die in de handel zijn, kunnen het voorwerp van overeenkomsten uitmaken.

Art. 1129. De verbintenis moet tot voorwerp hebben een zaak die ten minste ten aanzien van haar soort bepaald is.

De hoeveelheid van de zaak mag onzeker zijn, mits deze hoeveelheid nader bepaald kan worden.

Art. 1130. Toekomstige zaken kunnen het voorwerp van een verbintenis uitmaken.

Men kan echter een nalatenschap die nog niet is opengevallen, niet verwerpen en evenmin omtrent zodanige nalatenschap enig beding maken, zelfs niet met toestemming van hem wiens nalatenschap het betreft (, tenzij in de gevallen bij de wet bepaald).

AFDELING IV. - OORZAAK.

Art. 1131. Een verbintenis, aangegaan zonder oorzaak of uit een valse oorzaak of uit een ongeoorloofde oorzaak, kan geen gevolg hebben.

Art. 1132. De overeenkomst is niettemin geldig, hoewel de oorzaak ervan niet is uitgedrukt.

Art. 1133. De oorzaak is ongeoorloofd, wanneer zij door de wet verboden is, of wanneer zij strijdig is met de goede zeden of met de openbare orde.

HOOFDSTUK III. - GEVOLGEN VAN DE VERBINTENISSEN.

AFDELING I. - ALGEMENE BEPALINGEN.

Art. 1134. Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet.

Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming of op de gronden door de wet erkend.

Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht.

Art. 1135. Overeenkomsten verbinden niet alleen tot hetgeen daarin uitdrukkelijk bepaald is, maar ook tot alle gevolgen die door de billijkheid, het gebruik of de wet aan de verbintenis, volgens de aard ervan, worden toegekend.

AFDELING II. - VERBINTENIS OM IETS TE GEVEN.

Art. 1136. In de verbintenis om iets te geven is begrepen de verbintenis om de zaak te leveren en, tot aan de levering, voor haar behoud te zorgen, op straffe van schadevergoeding jegens de schuldeiser.

Art. 1137. De verbintenis om voor het behoud van de zaak te zorgen verplicht hem die ermee belast is, daaraan alle zorgen van een goed huisvader te besteden, onverschillig of de overeenkomst een van de partijen of beide partijen gemeenschappelijk tot nut strekt.

Deze verplichting is meer of minder uitgestrekt wat betreft bepaalde contracten, waarvan de gevolgen te dien opzichte worden vastgesteld in de titels die daarop betrekking hebben.

Art. 1138. De verbintenis om een zaak te leveren is voltrokken door de enkele toestemming van de contracterende partijen.

Zij maakt de schuldeiser tot eigenaar en heeft ten gevolge dat het risico van de zaak voor hem is, van het ogenblik dat deze moest geleverd worden, ook al heeft de overgave ervan niet plaatsgehad, tenzij de schuldenaar in gebreke is ze te leveren; in dit geval blijft het risico van de zaak voor de laatstgenoemde.

Art. 1139. De schuldenaar wordt in gebreke gesteld, hetzij door een aanmaning of door een andere daarmee gelijkstaande akte, hetzij door de overeenkomst zelf, wanneer deze bepaalt dat de schuldenaar zal in gebreke zijn zonder dat enige akte nodig is en door het enkel verschijnen van de vervaltijd.

Art. 1140. De gevolgen van de verbintenis om een onroerend goed te geven of te leveren worden geregeld in de titel Koop en in de titel Voorrechten en hypotheken.

Art. 1141. Indien de zaak die men zich achtereenvolgens verbonden heeft te geven of te leveren aan twee personen, een zuiver roerende zaak is, heeft degene van beiden, die in het werkelijk bezit ervan gesteld is, de voorkeur en blijft hij eigenaar ervan, ook al is zijn titel van latere datum, mits althans het bezit te goeder trouw is.

AFDELING III. - VERBINTENIS OM IETS TE DOEN OF NIET...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT