Koninklijk besluit betreffende de maatregelen om het binnenbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen., de 23 juin 2008

Definities

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het organisme : het bacterievuur Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.;

  2. waardplanten : planten en levende pollen voor bestuiving van : Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met uitzondering van vruchten en zaden;

  3. bufferzone : gebied waar een bijzondere bestrijdings- en controleregeling van toepassing is voor waardplanten van het organisme;

  4. het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

§ 2. De definities bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen zijn van toepassing op dit besluit.

Algemene Bestrijdingsmaatregelen.

Art. 2. Het is verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten.

Art. 3. § 1. Elke verantwoordelijke is gehouden onmiddellijk over te gaan tot het snoeien tot minstens 50 cm onder de laagste infectieplaats of, indien de besmetting verspreid of terugkerend is, het tegen de grond afzetten van alle met het organisme besmette en alle aangrenzende waardplanten. De gesnoeide of afgezette plantendelen moeten onverwijld worden vernietigd volgens de instructies van het Agentschap.

§ 2. Het Agentschap kan, indien de getroffen maatregelen onvoldoende of ondoeltreffend zijn, het rooien van besmette waardplanten of andere bijkomende bestrijdingsmaatregelen bevelen.

Art. 4. De niet met het organisme besmette hagen of delen van hagen van Crataegus L. moeten gesnoeid worden tijdens de periode tussen 1 november en 1 maart.

Afbakening van de bufferzones.

Art. 5. Om de verspreiding van het organisme naar beschermde gebieden in de Gemeenschap te voorkomen, worden bufferzones ingesteld.

Art. 6. De grenzen van de bufferzones zijn vastgesteld in bijlage I bij dit besluit. De Minister kan de grenzen van de bufferzones wijzigen.

Bestrijdingsmaatregelen in de bufferzones.

Art. 7. Onverminderd de bestrijdingsmaatregelen voorzien in de artikelen 3 en 4, is het verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten, te houden of te laten staan in de bufferzones.

Art. 8. § 1. In de bufferzones is het verboden waardplanten te telen in volle grond, onder glas of in container, die in het verkeer gebracht zullen worden.

§ 2. Het Agentschap kan, op schriftelijke aanvraag van de betrokkene, een afwijking op § 1 toegestaan. Deze afwijking wordt toegestaan op voorwaarde dat, elk jaar vóór 31 mei, voor elk perceel met waardplanten een aangifteformulier volgens het model opgenomen in bijlage II, wordt ingediend bij de provinciale controle eenheid van het Agentschap waar het/de perceel/percelen gelegen is/zijn. De aangifteformulieren gaan vergezeld van een liggingsplan (NGI kaart of fotoplan) waarop elk perceel is aangeduid met een perceelsnummer. Ter plaatse is het perceelsnummer eveneens aangeduid op elk perceel met waardplanten.

§ 3. De Minister kan het in § 2 bedoelde model van het aangifteformulier wijzigen.

§ 4. De waardplanten bestemd voor een beschermd gebied in de Gemeenschap, mogen de productieplaats pas verlaten na schriftelijke toelating van het Agentschap.

Opheffingsbepalingen.

Art. 9. De artikelen 66 en 67 van het koninklijk besluit van 19 november 1987 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen worden opgeheven.

Art. 10. Het ministerieel besluit van 10 september 2004 betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen, gewijzigd bij het ministerieel van 31 mei 2007, wordt opgeheven.

Slotbepalingen.

Art. 11. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen en de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen.

Art. 12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 6 dat met ingang van 1 april 2008...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT