Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/03 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit nr. 2020/02 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, de 30 avril 2020

Artikel 1. § 1. Artikel 1, § 2, lid 1 van het bijzonderemachtenbesluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nr. 2020/02 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, wordt vervangen door wat volgt:

"Tijdens de in § 1 bedoelde periode kunnen de bevoegdheden die door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zijn gedelegeerd, door het Vast Bureau worden uitgeoefend, voor zover het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke en virtuele wijze te vergaderen.

Echter, wanneer, tussen 16 maart 2020 en de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, beslissingen over individuele sociale bijstand zijn genomen door het Vast Bureau in de plaats van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, met als enige reden dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst niet fysiek kon vergaderen, worden deze beslissingen als geldig beschouwd."

§ 2. In artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit worden de leden 2 tot 4 geschrapt.

Art. 2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

"Gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 16 maart 2020, worden de vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau en het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op virtuele wijze gehouden, dat wil zeggen via uitwisseling van e-mails of via videoconferentie, voor zover het betreffende orgaan van het OCMW zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke wijze te vergaderen.

De onmogelijkheid om fysiek te vergaderen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst betreft uitsluitend de twee volgende situaties:

  1. De meerderheid van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst verklaart niet in staat te zijn deel te nemen aan de vergadering met als reden gezondheidsrisico's die voortvloeien uit de COVID-19-crisis;

  2. De maatregelen van openbare orde aangenomen door de bevoegde overheden verhinderen, direct of indirect, het houden van vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

Het betrokken orgaan stelt formeel de onmogelijkheid om fysiek te vergaderen vast alvorens de virtuele vergadering te openen. Deze vaststelling wordt opgenomen in de notulen van de bewuste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT