Bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/040 betreffende een aanvullende gedelegeerde opdracht aan de nv Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) voor de toekenning van kredieten aan tewerkstellingscoöperaties vanwege de COVID-19-gezondheidscrisis, de 11 juin 2020

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. GIMB: de nv Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel;

  2. Gewest: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  3. BFB: Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  4. tewerkstellingscoöperatie: een coöperatieve vennootschap die ondernemers in staat stelt een economische activiteit uit te oefenen als zelfstandige of werknemer door gebruik te maken van het ondernemingsnummer van de coöperatieve vennootschap of een van haar uitbatingseenheden;

  5. besluit gedelegeerde opdracht horeca: bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/010 van 30 april 2020 betreffende een gedelegeerde opdracht aan de nv Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) voor de toekenning van kredieten aan bepaalde ondernemingen in de horecasector of voor de toelevering ervan vanwege de COVID-19-gezondheidscrisis;

  6. minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

  7. algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013.

    Art. 2. Het Gewest belast de GIMB met een opdracht in aanvulling op de in het besluit betreffende de gedelegeerde opdracht "Horeca" voorziene opdracht.

    De in het besluit betreffende de gedelegeerde opdracht "Horeca" voorziene werkingssubsidie dekt ook de in het kader van onderhavige aanvullende opdracht gemaakte werkingskosten.

    De in lid 1 bedoelde opdrachten betreffen dezelfde dienst van algemeen economisch belang en dezelfde gedelegeerde opdracht in de zin en onder de voorwaarden van de artikelen 2, § 3 en 4, § 5 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke Investeringsmaatschappijen.

    Art. 3. Terugbetaalbare kredieten voor een bedrag van 2 miljoen euro worden door het Gewest aan de GIMB toegekend, zodat deze op haar beurt, in het kader van deze gedelegeerde opdracht, terugbetaalbare kredieten kan verstrekken aan tewerkstellingscoöperaties, overeenkomstig de in artikels 6 en 7 vastgestelde voorwaarden.

    Deze terugbetaalbare kredieten die aan de GIMB worden toegekend, worden aangerekend op de basisallocatie 12.011.21.01.03.10 in de opdracht 12, programma 011, van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020.

    Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt na de inwerkingtreding van dit besluit ter beschikking gesteld van de GIMB.

    De aan de GIMB terugbetaalde leningen worden niet hergebruikt door toekenning van nieuwe leningen.

    Art. 4. De GIMB voert een gemeenschappelijke boekhouding voor onderhavige aanvullende opdracht en voor de in het besluit betreffende de gedelegeerde opdracht "Horeca" voorziene opdracht.

    Deze boekhouding is in overeenstemming met artikel 4 van het besluit betreffende de gedelegeerde opdracht "Horeca".

    Art. 5. De GIMB betaalt het bedrag voorzien in artikel 3 terug en stort de interesten die ze zelf heeft ontvangen van de begunstigden van de leningen, na aftrek van eventuele verliezen veroorzaakt door in gebreke blijvende uiteindelijke begunstigden.

    Deze betalingen worden uitgevoerd op de basisallocatie voor ontvangsten 02.204.03.01.08.10, binnen het nieuwe programma 204 `Gedelegeerde opdracht van de GIMB', binnen de opdracht 02 van de middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Art. 6. De GIMB, of een van haar dochterondernemingen via haar tussenkomst, is, in eigen naam maar voor rekening van het Gewest, verantwoordelijk voor de toekenning, binnen de grenzen van het in artikel 3 bedoelde budget, van leningen aan tewerkstellingscoöperaties waarvan de maatschappelijke zetel of ten minste één vestigingseenheid gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    De toegepaste rentevoet is 1%.

    Het bedrag van de leningen wordt vastgesteld op basis van met name het aantal ondernemers dat aanspraak kan maken op de leningen in de zin van artikel 7, 3° van onderhavig besluit en dat hun activiteit binnen de begunstigde tewerkstellingscoöperatie uitoefent.

    De begunstigde tewerkstellingscoöperatie betaalt de aan haar toegekende lening(en) binnen maximaal vijf jaar terug.

    Deze leningen vormen voor de begunstigde tewerkstellingscoöperatie quasi-eigenvermogensschulden.

    Een aanvullende lening kan worden toegekend aan een tewerkstellingscoöperatie die aantoont dat zij de gehele initiële lening heeft gebruikt met inachtneming van de voorwaarden van artikel 7.

    Art. 7. De in artikel 6 bedoelde lening is met name onderworpen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

  8. de tewerkstellingscoöperatie gebruikt het bedrag van de lening om zelf leningen toe te kennen aan haar ondernemers en levert het bewijs daarvan aan de GIMB overeenkomstig de in de overeenkomst tot regeling van de lening voorziene voorwaarden;

  9. de aan de ondernemers van de tewerkstellingscoöperatie toegekende leningen:

    - bedragen maximum 25.000 euro;

    - worden toegekend aan een maximale rentevoet van 1%;

    - worden toegekend voor een periode van maximaal vijf jaar;

  10. de ondernemers van de tewerkstellingscoöperatie die de uiteindelijke begunstigden van de steunregeling zijn, moeten:

    1. Of aangesloten zijn bij de in het Gewest gelegen uitbatingseenheden van de tewerkstellingscoöperatie;

    2. Of hun vestigingseenheid in het Gewest hebben;

  11. de begunstigde tewerkstellingscoöperatie zendt de GIMB uiterlijk op 31 augustus van elk jaar en vanaf 31 augustus 2021 een verslag toe waarin het aantal, het doel, het bedrag, de rentevoet en de duur van de aan haar ondernemers toegekende leningen worden vermeld.

    Art. 8. De GIMB selecteert de begunstigde tewerkstellingscoöperaties op basis van een economische, technische en financiële analyse van de leningaanvragen die haar toelaat om met name:

  12. te bepalen of de aanvrager negatief en aanzienlijk geraakt is door de COVID-19-crisis;

  13. na te gaan of de aanvrager het nodige heeft gedaan om de andere maatregelen voorzien in het kader van deze crisis te genieten;

  14. na te gaan, in redelijke mate, of de aanvrager leefbaar zal zijn na de toekenning van de lening bedoeld in artikel 6;

  15. de relevantie van de leningaanvraag te analyseren, met name rekening houdend met de financiële ratio's van de aanvrager voor de crisis.

    Door de selectie die ze voert onder de begunstigden, maximaliseert de GIMB de weerslag van de maatregel op de solvabiliteit en de voortzetting van de activiteiten van de tewerkstellingscoöperaties en hun ondernemers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, 3° van onderhavig besluit.

    Art. 9. De tewerkstellingscoöperaties die een lening aanvragen dienen hun aanvraag op elektronische wijze in volgens de procedure vastgelegd door de GIMB.

    Eens het leningaanvraagdossier volledig is, legt de GIMB het dossier onverwijld en uiterlijk binnen tien werkdagen voor aan de raad van bestuur voor een beslissing, samen met een individuele samenvattingsnota en een voorstel, eventueel aangevuld met voorwaarden.

    De beslissingen die betrekking hebben op een lening van een kapitaalbedrag van meer dan 500.000,00 euro worden onverwijld voorgelegd aan de minister voor goedkeuring.

    De eventuele wijzigingsbeslissingen van eerdere beslissingen zijn onderworpen aan dezelfde voorwaarden.

    De raad van bestuur kan, ten einde de beslissingstermijn in te korten, zijn beslissingsbevoegdheid delegeren aan het in artikel 9 van het besluit betreffende de gedelegeerde opdracht "Horeca" bedoelde ad hoc comité.

    Art. 10. De terugbetalingsmodaliteiten van de leningen worden vastgesteld door de GIMB, op basis van het model van haar gewone leningsregelingen.

    De rente is maandelijks achteraf verschuldigd en wordt berekend op de hoofdsom die op elke vervaldag verschuldigd is.

    Een gedeeltelijke of volledige vooruitbetaling van de lening op maandelijkse termijnen, zonder vergoeding voor hergebruik, is mogelijk voor zover de vooruitbetalingen betrekking hebben op een of meer nog niet vervallen hoofdsom en de opgebouwde rente wordt tegelijkertijd betaald.

    Art. 11. § 1. De GIMB kent de leningen toe aan de in de algemene de-minimisverordening bedoelde voorwaarden.

    De GIMB deelt de begunstigde tewerkstellingscoöperatie mee dat de lening wordt toegekend overeenkomstig de voornoemde verordening en stelt haar in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT