14 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende tweede bijsturing van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 en andere bepalingen

De Vlaamse regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1969 betreffende produktiviteitspremies ten gunste van de burgerlijke ingenieurs bij het Ministerie van Openbare Werken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 juni 1973 en 24 februari 1976;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 17 juli 1997, 23 april 1998, 7 mei 1998, 3 september 1998, 3 december 1998 en 22 april 1999;

Gelet op het akkoord van de minister van pensioenen, gegeven op 19 januari 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 september 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 mei 1999;

Gelet op het protocol nr. 105.276 van 12 oktober 1998 en het protocol nr. 135.342 van 3 juni 1999 van het sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 2 februari 1999 en 8 juni 1999, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 juli 1999 en 11 januari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel I 1 van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 2. In artikel I 3 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 1997, wordt § 1 vervangen door wat volgt :

§ 1. Als een administratieve eenheid worden beschouwd, wat de regeling van de rechtspositie betreft :

1° de diensten van de Vlaamse regering, met uitzondering van het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen, voor :

a) de bevorderingen via examen of bekwaamheidsproef;

b) de bevordering in rang A3;

c) de aanwijzing in een mandaatgraad in niveau A;

d) de interne arbeidsmarkt voor ambtenaren tot en met rang A2;

2° het ministerie voor :

a) de aanwerving;

b) de bevordering in rang A4;

c) de interne arbeidsmarkt voor ambtenaren van rang A3 en A4;

d) de interdepartementale wijziging van dienstaanwijzing van ambtenaren van rang A2;

3° de departementen en de verzelfstandigde entiteiten in alle andere gevallen.

Art. 3. In de artikelen II 9, vierde lid, IV 3, VIII 38, VIII 77, § 4, 2°, XI 23, titel 6 van deel XI, XIII 10, § 2, 2°, XIII 24, XIII 25, § 2, en XIII 59, § 4, 1°, van hetzelfde statuut worden de woorden « verminderde prestaties » vervangen door de woorden « deeltijdse prestaties » en in artikel XI 35, eerste lid, worden de woorden « vermindering van prestaties » vervangen door de woorden « deeltijdse prestaties ».

Art. 4. In artikel II 26, § 1, derde lid, van hetzelfde statuut worden de woorden « artikel 54 van het koninklijk besluit van 22 april 1977 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten » vervangen door de woorden « artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ».

Art. 5. In artikel II 28 van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. een § 2bis wordt ingevoegd dat luidt als volgt :

    § 2bis. Bij ontstentenis van een secretaris-generaal, behalve bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, kan de secretaris-generaal worden vervangen door een leidend ambtenaar van zijn departement, waarbij de volgorde van voorrang van § 2 wordt aangehouden.

  2. § 3 wordt vervangen door wat volgt :

    § 3. De secretaris-generaal die tijdelijk wordt vervangen in toepassing van § 2 of § 2bis, wordt niet vervangen in zijn hoedanigheid van lid van het college van secretaris-generaal.

    Art. 6. In artikel II 29, § 1, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, worden vóór de woorden « de ambtenaren van rang A2 » de woorden « de afdelingshoofden of » ingevoegd.

    Art. 7. In artikel II 40, § 2, van hetzelfde statuut worden de woorden « De functioneel bevoegde Vlaamse minister » vervangen door de woorden « De Vlaamse minister bevoegd voor individueel personeelsbeheer ».

    Art. 8. Artikel II 44, II 45, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995, II 46, eerste lid, en II 47 van hetzelfde statuut worden opgeheven.

    Art. 9. In deel III van hetzelfde statuut, waarvan de artikelen III 1 tot en met III 7 worden gegroepeerd in « Hoofdstuk 1. Deontologische rechten en plichten », en artikel III 8 wordt opgenomen in « Hoofdstuk 3. Gemeenschappelijke bepalingen », wordt een tweede hoofdstuk ingevoegd, dat luidt als volgt :

    HOOFDSTUK 2. - Intellectuele eigendomsrechten

    Art. III 7bis. § 1. De ambtenaar draagt aan de Vlaamse Gemeenschap het geheel van de vermogensrechten over op de werken waarvan hij de (mede)auteur is en die hij ter uitvoering van zijn ambt tot stand brengt.

    Deze overdracht betreft de auteursrechten op computerprogramma's, met inbegrip van het begeleidend en voorbereidend materiaal, en op alle andere werken die de ambtenaar ter uitvoering van zijn ambt tot stand brengt.

    § 2. De vergoeding voor deze overdracht van rechten is begrepen in het salaris, zoals bepaald in deel XIII van dit besluit.

    § 3. De ambtenaar verleent aan de Vlaamse Gemeenschap de toelating om de werken, bedoeld in § 1, onder de naam van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aan het publiek mee te delen en onder die naam te exploiteren. Deze toelating geldt voor een duur van 20 jaar vanaf de datum van creatie van het werk.

    Art. III 7ter. § 1. Alle uitvindingen die door de ambtenaar ter uitvoering van zijn ambt worden gedaan of die verkregen worden door middelen die door het ministerie ter beschikking van de ambtenaar worden gesteld, zijn het exclusieve eigendom van de Vlaamse Gemeenschap, zonder dat de ambtenaar een recht op financiële tegemoetkoming kan doen gelden.

    § 2. In afwijking hiervan wordt voor de overdracht van vermogensrechten op de in § 1 bedoelde uitvindingen die niet ter uitvoering van het ambt worden gedaan aan de ambtenaar een financiële tegemoetkoming toegekend, waarvan het bedrag bepaald wordt door de Vlaamse minister bevoegd voor de ambtenarenzaken en de functioneel bevoegde Vlaamse minister(s). Om de hoogte van de tegemoetkoming te bepalen worden volgende criteria gebruikt :

    - de industriële of commerciële waarde van de uitvinding,

    - het belang van de bijdrage van de respectieve partijen bij de totstandkoming van de uitvinding.

    Art. 10. In artikel V 1, § 1, tweede lid, van hetzelfde statuut worden de woorden « de functioneel bevoegde Vlaamse minister(s) » vervangen door de woorden « de Vlaamse minister(s) bevoegd voor individueel personeelsbeheer ».

    Art. 11. Artikel V 3 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat volgt :

    Art. V 3. § 1. Wanneer op verschillende wijzen in een vacante betrekking kan worden voorzien en er geen bepaling is die een bepaalde wijze voorschrijft, kiest de bevoegde overheid op gemotiveerde wijze hoe zij de betrekking in het ministerie opvult.

    § 2. Voor een vacante betrekking in de begingraad van elk niveau kiest het college van secretarissen-generaal op voorstel van de secretaris-generaal van het departement waar de vacatures zich situeren voor :

    1° bevordering van de geslaagden voor de vergelijkende overgangsexamens, na oproep gericht tot de geslaagden van het ministerie en terzelfder tijd tot de geslaagden van het niet-wetenschappelijk personeel van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen, of voor

    2° de interne arbeidsmarkt, of voor

    3° aanwerving.

    § 3. Voor een vacante betrekking in een hiërarchisch hogere graad dan de begingraad van elk niveau, met uitzondering van een vacante betrekking in de rangen A3 en A4, kiest de benoemende overheid voor :

    1° bevordering, of voor

    2° de interne arbeidsmarkt, of voor

    3° bevordering en terzelfder tijd voor de interne arbeidsmarkt, of voor

    4° aanwerving.

    Als de betrekking bij bevordering na het slagen voor een examen of bekwaamheidsproef voor verhoging in graad wordt verleend, wordt de oproep terzelfder tijd gericht tot het personeel van het ministerie en het niet-wetenschappelijk personeel van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen.

    De selectie bij bevordering en terzelfder tijd via de interne arbeidsmarkt gebeurt overeenkomstig de procedure voor bevordering bepaald in artikel VIII 69. De kandidaten worden onderling gerangschikt op één lijst.

    § 4. Voor een vacante betrekking in rang A3, kiest de benoemende overheid voor :

    1° bevordering en terzelfder tijd voor de interne arbeidsmarkt, of voor

    2° aanwerving.

    De selectie bij bevordering en terzelfder tijd via de interne arbeidsmarkt gebeurt overeenkomstig de procedure voor bevordering bepaald in artikel VIII 69bis, § 6, § 7, § 8 en § 9. De kandidaten worden onderling gerangschikt op één lijst samen met de kandidaten die voor bevordering worden voorgedragen.

    Wanneer een leidinggevende betrekking van rang A3 in het departement Onderwijs vacant wordt verklaard, zal naast de oproep gericht tot de ambtenaren van het ministerie voor bevordering terzelfder tijd een oproep gericht worden tot de gegadigden uit het onderwijskorps overeenkomstig de voorwaarden bepaald in dit besluit. De kandidaten worden onderling gerangschikt op één lijst samen met de kandidaten die via de interne arbeidsmarkt worden voorgedragen.

    § 5. Voor een vacante betrekking in rang A4, kiest de benoemende overheid voor :

    1° bevordering en terzelfder tijd voor de interne arbeidsmarkt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT