Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een bijstandspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent, de 20 avril 2012

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. bijstandspersoon : de persoon, vermeld in artikel 2, die is aangeduid om de minderjarige bij te staan bij de uitoefening van zijn rechten, opgenomen in het decreet van 7 mei 2004;

  2. decreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;

  3. directeur : de natuurlijke persoon die belast is met de dagelijkse leiding van een jeugdhulpvoorziening;

  4. jeugdhulpverlener : een persoon die binnen een jeugdhulpvoorziening belast is met jeugdhulpverlening;

  5. jeugdhulpvoorziening : een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp.

    Art. 2. In de gevallen, vermeld in artikel 24, § 2, van het decreet van 7 mei 2004, kan de directeur van een jeugdhulpvoorziening die betrokken is bij de jeugdhulpverlening, ongeacht of de jeugdhulpvoorziening op dat ogenblik jeugdhulpverlening verstrekt aan de minderjarige, één persoon aanwijzen om de minderjarige bij te staan bij de uitoefening van de rechten die in het voormelde decreet zijn opgesomd.

    De directeur, vermeld in het eerste lid, 1°, kan een personeelslid van de jeugdhulpvoorziening mandateren om de opdrachten opgenomen in artikel 2 tot 5 uit te voeren.

    De bijstandspersoon moet beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 24, § 2, van voormeld decreet, en moet de directeur een uittreksel uit het strafregister bezorgen, dat een model 2 omvat.

    Art. 3. § 1. De directeur, vermeld in artikelen 2, wijst de bijstandspersoon aan bij een gemotiveerde beslissing.

    Hij pleegt vooraf overleg met :

  6. de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige, naargelang het geval, tenzij ze aan de uitnodiging tot overleg geen gevolg geven;

  7. ten minste twee jeugdhulpverleners die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige;

  8. de aan te wijzen persoon.

    Hij hoort de minderjarige vooraf, rekening houdend met de mogelijkheden van de minderjarige.

    § 2. De ouders, vermeld in § 1, tweede lid, van dit artikel zijn de personen die titularis zijn van het ouderlijk gezag of, bij ontstentenis van die personen, de wettelijke vertegenwoordiger.

    § 3. De opvoedingsverantwoordelijken, vermeld in § 1, tweede lid, van dit artikel zijn de andere natuurlijke personen dan de ouders, die de minderjarige op duurzame wijze in feite onder hun bewaring hebben of bij wie de minderjarige geplaatst is door bemiddeling...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT