7 MEI 2008. - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding en uitroeiing van blauwtong

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet,

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikelen 7, 8, 9, 15 en 29;

Gelet op de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde, artikel 4, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, artikelen 4 en 8, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, paragrafen 1 tot 3, en paragraaf 5, tweede lid, 13°.

Gelet op de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, artikel 4, paragrafen 1 tot 3, artikel 5, tweede lid, 13°, en artikel 9, paragraaf 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 1997 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de bestrijding van bepaalde exotische dierziekten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 2008 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, artikel 9;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 november 2001 betreffende de bestrijding en uitroeiing van blauwtong, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 augustus 2006;

Overwegende de richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue;

Overwegende de verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft de bestrijding van blauwtong, de opvolging, de bewaking en de beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten;

Gelet op de adviezen van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op respectievelijk 20 december 2007 en 10 maart 2008;

Gelet op de adviezen 05-2007 en 07-2007 van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op respectievelijk 9 maart 2007 en 2 april 2007;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 9 april 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 maart 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 23 april 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat :

- blauwtong, beschouwd als exotische ziekte, op totaal onverwachte wijze is opgedoken op ons grondgebied in de zomer van 2006 en dat er zich ook in 2007 talrijke gevallen hebben voorgedaan;

- de sanitaire en socio-economische gevolgen zeer zwaar zijn;

- de aanwezigheid van de ziekte op het grondgebied ernstige gevolgen heeft voor het intracommunautair verkeer van dieren en van dierlijke producten,

- de maatregelen voorzien in het ministerieel besluit van 20 november 2001 betreffende de bestrijding en uitroeiing van blauwtong, niet meer aangepast zijn aan de huidige epidemiologische situatie,

- de massale vaccinatie van vatbare diersoorten de meest efficiënte maatregel is voor het bestrijden en zelfs het uitroeien van blauwtong, alsook om de klinische ziektetekenen en de economische verliezen tengevolge van deze ziekte te beperken

Overwegende de noodzaak om onverwijld, wegens de ongunstige epidemiologische evolutie, gepaste sanitaire maatregelen te nemen, zoals het organiseren van een noodvaccinatieplan tegen blauwtong op heel het grondgebied;

Overwegende dat het nodig is om over te gaan tot de vaccinatie nog voor het kritische activiteitsniveau bereikt wordt van de vectoren verantwoordelijk voor de overdracht van de ziekte;

Overwegende dat geschikte vaccins beschikbaar zullen zijn in april 2008;

Gelet op het advies nr. 44.434/3 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Landbouw,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Onderwerp, werkingssfeer en definities

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de controlemaatregelen om het uitbreken van blauwtong te voorkomen en de bestrijdingsmaatregelen die toegepast dienen te worden bij verdenking of bevestiging van deze ziekte.

Art. 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 1 van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder :

  1. ziekte : blauwtong (bluetongue), overeenkomstig artikel 1, 3° van het koninklijk besluit van 25 april 1988 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987;

  2. virus : het blauwtongvirus;

  3. vatbare soorten : alle soorten herkauwers en tylopoden (familie camelidae);

  4. bedrijf of geografische entiteit : elk gebouw of complex van gebouwen dat een eenheid vormt, de erbij horende terreinen daarin begrepen, waar permanent of tijdelijk dieren van de vatbare soorten worden gefokt of gehouden;

  5. beslag : het geheel van huisdieren van vatbare diersoorten gehouden in een geografische entiteit en die een duidelijk omschreven eenheid vormen op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld door het Voedselagentschap;

  6. verantwoordelijke : de houder of de eigenaar of elke persoon die permanent of tijdelijk over dieren van vatbare soorten het onmiddellijk beheer en/of het toezicht uitoefent;

  7. verdacht dier : elk dier van een vatbare soort dat klinische symptomen vertoont die aanleiding kunnen geven tot een gegronde verdenking van de ziekte;

  8. geval van blauwtong of geval van de ziekte : een dier dat minstens aan één van de volgende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT