19 APRIL 2014. - Wet houdende invoeging van boek VII 'Betalings- en kredietdiensten' in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht

Art. 2. In boek I, titel 2, van het Wetboek van economisch recht, wordt een hoofdstuk 5 ingevoegd, luidende :

"HOOFDSTUK 5. - Definities eigen aan boek VII

Art. I. 9. Voor de toepassing van boek VII gelden de volgende definities :

  1. betalingsdienst : elke dienst, te koop aangeboden in het raam van een bedrijfsactiviteit, als hierna vermeld :

    1. diensten waarbij de mogelijkheid wordt geboden contanten op een betaalrekening te plaatsen alsook alle verrichtingen die voor het beheren van een betaalrekening vereist zijn;

    2. diensten waarbij de mogelijkheid wordt geboden contanten van een betaalrekening op te nemen alsook alle verrichtingen die voor het beheren van een betaalrekening vereist zijn;

    3. uitvoering van betalingstransacties, met inbegrip van de overmaking van geldmiddelen op een betaalrekening bij de betalingsdienstaanbieder van de gebruiker of bij een andere betalingsdienstaanbieder :

      - uitvoering van domiciliëringen;

      - uitvoering van betalingstransacties via een betaalinstrument;

      - uitvoering van overschrijvingen, met inbegrip van doorlopende betalingsopdrachten;

    4. uitvoering van betalingstransacties waarbij de geldmiddelen zijn gedekt door een krediet die aan de betalingsdienstgebruiker wordt verstrekt :

      - uitvoering van domiciliëringen;

      - uitvoering van betalingstransacties via een betaalinstrument;

      - uitvoering van overschrijvingen, met inbegrip van doorlopende betalingsopdrachten;

    5. uitgifte van en/of aanvaarding van betaalinstrumenten;

    6. geldtransfers;

    7. uitvoering van betalingstransacties waarbij de instemming van de betaler met een betalingstransactie wordt doorgegeven met behulp van een telecommunicatie-, digitaal- of informatica-instrument en de betaling rechtstreeks geschiedt aan de beheerder van de telecommunicatiediensten, het informaticasysteem of het netwerk, die louter optreedt als tussenpersoon tussen de betalingsdienstgebruiker en de persoon die de goederen levert of de diensten verricht;

  2. betalingsdienstaanbieder : iedere rechtspersoon die betalingsdiensten verstrekt aan een betalingsdienstgebruiker en beantwoordt aan de kenmerken van een van de hierna opgesomde instellingen :

    1. de kredietinstellingen bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstellingen;

    2. de instellingen voor elektronisch geld bedoeld in artikel 4, 31°, van de wet van 21 december 2009;

    3. de naamloze vennootschap van publiek recht bpost;

    4. betalingsinstellingen : de rechtspersonen die gemachtigd zijn betalingsdiensten aan te bieden en uit te voeren overeenkomstig de wet van 21 december 2009;

    5. de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank, wanneer zij niet handelen in hun hoedanigheid van monetaire- of andere publieke autoriteit;

    6. de Belgische federale, regionale en lokale overheden voor zover zij krachtens de wetgeving die hun opdrachten regelt en/of hun statuten hiertoe gemachtigd zijn en zij niet handelen in hun hoedanigheid van publieke autoriteit.

    De persoon die als gewoon beroep of bedrijf betalingsdiensten verstrekt aan betalingsdienstgebruikers of elektronisch geld levert aan een houder van elektronisch geld zonder hiertoe over de nodige vergunning of toelating te beschikken blijft niettemin onderworpen aan de dwingende bepalingen van deze wet;

  3. betalingsdienstgebruiker : de natuurlijke of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruikmaakt;

  4. betaler : de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, of de natuurlijke of rechtspersoon die bij het ontbreken van een betaalrekening, een betalingsopdracht geeft;

  5. begunstigde : de natuurlijke of rechtspersoon die de beoogde uiteindelijke ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

  6. betalingstransactie : een door de betaler of de begunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de begunstigde zijn;

  7. betalingsopdracht : door een betaler of begunstigde aan zijn betalingsdienstaanbieder gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voeren;

  8. betaalrekening : een op naam van een of meer betalingsdienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

  9. geldmiddelen : bankbiljetten en muntstukken, giraal geld en elektronisch geld zoals bedoeld in artikel 4, 11°, van de wet van 21 december 2009;

  10. betaalinstrument : elk gepersonaliseerd instrument en/of geheel van procedures, overeengekomen tussen de betalingsdienstgebruiker en de betalingsdienstaanbieder, waarvan de betalingsdienstgebruiker gebruikmaakt om een betalingsopdracht te initiëren;

  11. authentificatie : een procedure die de betalingsdienstaanbieder in staat stelt het gebruik van een welbepaald betaalinstrument na te gaan met inbegrip van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken;

  12. unieke identificator : de door de betalingsdienstaanbieder aan de betalingsdienstgebruiker opgegeven combinatie van letters, nummers of symbolen, door laatstgenoemde te verstrekken om voor een betalingstransactie de andere betrokken betalingsdienstgebruiker en/of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;

  13. domiciliëring : een betalingsdienst voor het debiteren van de betaalrekening van een betaler, waarbij een betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of aan de betalingsdienstaanbieder van de betaler verstrekte instemming;

  14. geldtransfer : een betalingsdienst waarbij, zonder opening van betaalrekeningen op naam van de betaler of de begunstigde, van een betaler geldmiddelen worden ontvangen met als enig doel het daarmee overeenstemmende bedrag over te maken aan een begunstigde of aan een andere, voor rekening van de begunstigde handelende betalingsdienstaanbieder, en/of waarbij dergelijke geldmiddelen voor rekening van de begunstigde worden ontvangen en aan de begunstigde beschikbaar worden gesteld;

  15. betalingssysteem : een systeem met formele en gestandaardiseerde procedures en gemeenschappelijke regels voor de verwerking, verrekening en/of afwikkeling van betalingstransacties dat toelaat geldmiddelen over te maken;

  16. raamcontract : een betalingsdienstencontract dat de toekomstige uitvoering regelt van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en dat de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;

  17. werkdag : een dag waarop de relevante betalingsdienstaanbieder van de betaler of de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie toegankelijk is voor de bij de uitvoering van een betalingstransactie vereiste werkzaamheden;

  18. valutadatum : het referentietijdstip dat door een betalingsdienstaanbieder wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;

  19. referentiewisselkoers : de wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betalingsdienstaanbieder beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die voor het publiek toegankelijk is;

  20. referentierentevoet : de rentevoet die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd voor het aanrekenen van interesten en die afkomstig is van een voor het publiek toegankelijke bron en door beide partijen bij een betalingsdienstencontract kan worden nagegaan;

  21. techniek voor communicatie op afstand : ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker, kan worden gebruikt voor het sluiten van een betalingsdienstencontract;

  22. duurzame drager : ieder hulpmiddel dat een persoon in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie gemakkelijk toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

  23. gepersonaliseerde veiligheidskenmerken : elk technisch middel toegewezen door een betalingsdienstaanbieder aan een bepaalde betalingsdienstgebruiker voor het gebruik van een betaalinstrument. Deze kenmerken, eigen aan de betalingsdienstgebruiker en onder zijn toezicht, laat toe om het gebruik van een welbepaald betaalinstrument na te gaan en beoogt de gebruiker te authentiseren;

  24. agent : een natuurlijke of rechtspersoon die bij de uitvoering van betalingsdiensten voor rekening van een betalingsdienstaanbieder optreedt;

  25. bijkantoor : een bedrijfszetel die niet het hoofdkantoor is en die een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid vormt van een betalingsdienstaanbieder, van een kredietgever of van een kredietbemiddelaar en rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, de handelingen verricht die eigen zijn aan de werkzaamheden van een betalingsdienstaanbieder een kredietgever of een kredietbemiddelaar; verscheidene bedrijfszetels in eenzelfde lidstaat van een betalingsdienstaanbieder een kredietgever of een kredietbemiddelaar met hoofdkantoor in een andere lidstaat worden als één bijkantoor beschouwd;

  26. elektronisch geld : elektronisch, met inbegrip van magnetisch, opgeslagen monetaire waarde vertegenwoordigd door een vordering op de uitgever, die is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld om betalingstransacties te verrichten en die wordt aanvaard door een andere natuurlijke of rechtspersoon dan de uitgever van elektronisch geld;

  27. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT