Omzendbrief. - Bepaling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bevoegd voor het verlenen van het bestaansminimum aan daklozen en aan gerepatrieerde Belgen., de 15 mai 1995

Artikel M. (Om technische redenen wordt deze omzendbrief onderverdeeld in de volgende fictieve artikelen : art. M1 - M4).

Art. M1. I. Principes.

Artikel 7, § 1, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op het bestaansminimum vermeldt :

"Het bestaansminimum wordt, hetzij op aanvraag van de betrokkene, hetzij ambtshalve, toegekend, herzien of ingetrokken door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat overeenkomstig de wetgeving op de openbare onderstand bevoegd is om aan die persoon hulp te verlenen."

Voor de wet van 12 januari 1993, verwees dit artikel impliciet naar de wet van 2 april 1965, waarin alle territoriale bevoegdheidsregels voor het verlenen van sociale steun werden vermeld. Deze verwijzing is gerechtvaardigd, vermits het rationeel is dat, voor het toekennen van zowel het bestaansminimum als van sociale steun, hetzelfde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bevoegd is. De wet van 12 januari 1993 heeft nieuwe territoriale bevoegdheidsregels ingevoerd voor de organieke wet van 8 juli 1976 van de openbare centra voor maatschappelijke welzijn. De toepasbaarheid van artikel 57bis van de organieke wet betreffende het bestaansminimum werd in twijfel getrokken, door het feit dat het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 (artikel 1) niet werd gewijzigd.

Het principe van verwijzing, dat staat in artikel 7 van de wet van 7 augustus 1974, moet integraal worden behouden, gelet op de administratieve rationaliteit en ter vereenvoudiging. Het koninklijk besluit van 6 april 1995 neemt elke twijfel hieromtrent weg. Artikel 57bis van de organieke wet van 8 juli 1976 kan voor het verlenen van het bestaansminimum, op dezelfde wijze als voor sociale steun worden toegepast.

We kunnen hier verwijzen naar de verklaringen die betreffende artikel 57bis werden gegevend in mijn omzendbrief van 27 april 1995, met als titel "Bepaling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn om steun toe te kennen aan daklozen en gerepatrieerde Belgen".

Het enige verschil tussen de twee stelsels is het volgende :

- Artikel 2, § 5, van de wet van 2 april 1965 is niet van toepassing voor het bestaansminimum, gezien de kandidaat-vluchtelingen geen recht hebben op bestaansminimum;

- Artikel 28 van de organieke wet van 8 juli 1976 is niet van toepassing, gezien het bestaansminimum niet wordt toegekend volgens dezelfde procedure als dringende sociale steun.

Art. M2. II. Hoe de toepasbare wettekst bepal

n.

Art. 1M2. 2.1. Personen die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT