Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen, de 24 mai 2023

HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder :

  1. administratie: de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek;

  2. landbouwers: de landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Waals Landbouwwetboek;

  3. besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023: het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;

  4. specificatie: de gezamenlijke eisen en verbodsbepalingen eigen aan elke agromilieu- en klimaatmaatregel;

  5. steunaanvraag: de steunaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 16°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;

  6. betalingsaanvraag: de betalingsaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 17°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;

  7. ecoregelingen: de ecoregelingen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de ecoregelingen;

  8. verbintenis: de verbintenis van een landbouwer tot het uitvoeren van de specificatie voor een gegeven agromilieu- en klimaatmaatregel;

  9. verzamelaanvraagformulier: het formulier als bedoeld in artikel 3, § 1, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;

  10. basislijn: de gezamenlijke relevante verbintenissen als bedoeld in artikel 70, § 3, a) tot c), van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021;

  11. betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek;

  12. Verordening (EU) 2021/2115 van 2 december 2021: Verordening (EU) nr. 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;

  13. Natura 2000-locaties: de Natura 2000-locaties in de zin van artikel 1bis, 18°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud ;

  14. landbouwarealen: de landbouwarealen in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 44°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023

  15. ecologische compensatiearealen: landbouwarealen waar een specifieke beperking geldt en waarvoor een landbouwer financiële steun ontvangt op basis van een overeenkomst met een private derde;

  16. beslagen: de beslagen in de zin van artikel 2, § 2, 12°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

    Art. 2. Overeenkomstig artikel 70 van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 wordt jaarlijks steun verleend aan landbouwers die zich ertoe verbinden de specificaties van één of meerdere agromilieu- en klimaatmaatregelen toe te passen op landbouwarealen of voor dieren van beslagen die op het grondgebied van het Waalse Gewest zijn gelegen.

    HOOFDSTUK 3. - Verbintenissen

    Afdeling 1. - Agromilieu- en klimaatmaatregelen

    Art. 3. In het kader van dit besluit wordt steun verleend voor de uitvoering van de volgende agromilieu- en klimaatmaatregelen:

  17. maatregel nr. 2 "natuurweiden";

  18. maatregel nr. 4 "weide met een hoge biologische waarde";

  19. maatregel nr.5 "met gras bezaaide perceelsranden";

  20. "maatregel nr. 7 "ingerichte perceelstroken";

  21. maatregel nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw";

  22. maatregel nr. 11 "bedreigde plaatselijke rassen";

  23. maatregel nr. 12 "percelen graan op het veld";

  24. maatregel nr. 13 "voederautonomie";

  25. maatregel nr.14 "bodems".

    De in het eerste lid, 5°, bedoelde maatregel omvat verschillende submaatregelen die zijn vastgesteld naar gelang van de veebezetting die de landbouwer op zijn bedrijf houdt.

    Voor de toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsbesluiten worden de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, 2°, 4° en 5°, aangeduid als gerichte maatregelen.

    Art. 4. De minister bepaalt de inhoud van de specificaties van de agromilieu- en klimaatmaatregelen.

    Voor de toepassing van het eerste lid bepaalt de Minister:

  26. de soorten landbouwarealen waarop een bepaalde maatregel kan worden uitgevoerd ;

  27. de ligging, de omvang en de samenstelling van de bedekking van de percelen waarvoor een verbintenis wordt aangegaan;

  28. de interventies en werkzaamheden die zijn toegestaan of voorgeschreven op de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;

  29. de wijze van uitvoering en de periodes waarin interventies of werkzaamheden zijn toegestaan op de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;

  30. de eisen met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen en de toediening van diervoeders;

  31. de toegang voor gemotoriseerde voertuigen tot de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;

  32. de minimale en maximale veebezetting, wat betreft de submaatregelen van maatregel 13 "voederautonomie";

  33. de lijst van bedreigde plaatselijke rassen, de criteria voor het in aanmerking komen van dieren en hun registratieprocedures, wat betreft maatregel 11 "bedreigde plaatselijke rassen";

  34. de samenstelling van het actieplan voor maatregel 10 "milieuactieplan" en de modaliteiten voor de evaluatie van de uitvoering ervan in het licht van de oorspronkelijk vastgestelde doelstellingen;

  35. wat betreft maatregel 14 "bodems", de voorwaarden voor toegang tot de steun, de modaliteiten voor het uitvoeren van de beoordelingen met betrekking tot de samenstelling van de bodem, alsmede de criteria voor het aanwijzen van de laboratoria die daarmee belast zijn.

    Afdeling 2. - Deskundigenadvies

    Art. 5. § 1. Overeenkomstig artikel 70, § 9, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 vraagt de landbouwer voorafgaand aan de uitvoering van de gerichte maatregelen een advies aan een deskundige die wordt aangewezen op basis van de criteria en de procedure die door de Minister worden vastgesteld.

    De deskundige brengt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan de steunaanvraag advies uit.

    De landbouwer houdt zich gedurende de hele looptijd van de verbintenis aan de inhoud van het deskundigenadvies.

    § 2. De deskundige kan zijn advies in de loop van de verbintenis wijzigen bij een met redenen omklede beslissing, rekening houdend met de ontwikkeling van het landbouwareaal uit agromilieu- en klimaatoogpunt.

    De deskundige stelt de landbouwer en het betaalorgaan onverwijld in kennis van de wijziging van zijn advies.

    Indien de landbouwer de wijziging van het advies aanvaardt, moet hij deze vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving in acht nemen. Indien de landbouwer de wijziging van het advies weigert, trekt de deskundige zijn advies overeenkomstig § 3 in.

    § 3. De deskundige kan zijn advies in de loop van de verbintenis intrekken bij een naar behoren gemotiveerde beslissing, rekening houdend met de negatieve ontwikkeling van het landbouwgebied uit agromilieu- en klimaatoogpunt.

    De deskundige stelt de landbouwer en het betaalorgaan onverwijld in kennis van de intrekking van zijn advies.

    Indien de deskundige zijn advies tijdens de looptijd van de verbintenis intrekt, eindigt de verbintenis. Aan de landbouwer wordt geen steun toegekend voor het jaar waarin het advies wordt ingetrokken.

    Indien de intrekking van het advies is gebaseerd op een aan de landbouwer te wijten tekortkoming, past het betaalorgaan een verlaging van de steun toe met inachtneming van de ernst, het permanente karakter en de omvang van de tekortkoming.

    § 4. De landbouwer kan overeenkomstig de artikelen D.17, D.18 en D.257 van het Waalse Landbouwwetboek bij het betaalorgaan in beroep gaan tegen beslissingen betreffende een deskundigenadvies. Het beroep wordt ingesteld binnen 45 dagen na de beslissing.

    Afdeling 3. - Naleving van de eisen

    Art. 6. § 1. Om steun te genieten in het kader van dit besluit moet de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT