Besluit van de Waalse Regering betreffende de vestigingssteun en de investeringssteun in de sectoren landbouw, aquacultuur en de tuinbouw en voor coöperaties en andere ondernemingen die actief zijn op het gebied van de primaire verwerking en de afzet in de agrovoedingssector en de bosbouw, de 24 mai 2023
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:
-
landbouwactiviteit: de landbouwactiviteit de zin van artikel D.3, 1°, van het Waalse Landbouwwetboek;
-
administratie: de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek;
-
actieve landbouwer: de actieve landbouwer in de zin van deel 2, hoofdstuk 5, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;
-
conformiteitsattest van de infrastructuren voor de opslag van dierlijke mest: het conformiteitsattest van de infrastructuren voor de opslag van dierlijke mest afgegeven door de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek, overeenkomstig artikel R.198 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;
-
adviseur: de werknemer van een beheerscentrum die erkend is overeenkomstig de erkenningsbepalingen die in het Waalse Gewest van kracht zijn;
-
CVGL: de coöperatieve vereniging voor het gebruik van landbouwmateriaal, opgericht overeenkomstig Boek 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019, waarvan het maatschappelijk doel voornamelijk betrekking heeft op het gemeenschappelijk gebruik, in de bedrijven van haar leden, van het landbouwmateriaal dat nodig is voor de landbouwactiviteit van haar leden en waarvan de statuten bepalen dat elk lid één stem heeft in de algemene vergaderingen;
-
jonge landbouwer: de jonge landbouwer in de zin van deel 2, hoofdstuk 6, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;
-
werkdag: de werkdag als bedoeld in artikel D.3, 21°, van het Waals Landbouwwetboek;
-
lid: het lid in de zin van artikel 2, § 1, eerste lid, 27°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;
-
betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek;
-
vereiste kwalificatie: de kwalificatie in de zin van de artikelen 24, tweede lid, 2°, en 25, derde lid, 2°, van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit, of, bij ontstentenis daarvan, een praktijkervaring van ten minste tien jaar, hetzij als zelfstandige landbouwer of tuinbouwer, hetzij als medewerker of meewerkende echtgenoot, hetzij als werknemer in de land- of tuinbouw;
-
CVAV: een coöperatieve verwerkings- en afzetvennootschap opgericht overeenkomstig boek 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019, waarvan het doel hoofdzakelijk verband houdt met de landbouw, de tuinbouw of de veeteelt en die tot doel heeft de verbetering en de rationalisatie van de behandeling, de verwerking of de verhandeling van landbouwproducten te bevorderen en waarvan de statuten van de CVAV bepalen dat elk lid één stem heeft op de algemene vergaderingen;
-
GBCS: het geïntegreerd beheers- en controlesysteem bedoeld in Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling 1 van het Waalse Landbouwwetboek;
-
gebondenheidscijfer: het globale grondgebondenheidscijfer van het bedrijf bedoeld in artikel R.210, § 4, van het Waterwetboek en, in voorkomend geval, het grondgebondenheidscijfer van het bedrijf in een gevoelig gebied zoals bedoeld in artikel R.214, § 2, van het Waterwetboek;
-
bruto standaardopbrengst: de bruto standaardopbrengst als bedoeld in artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie van 3 februari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie;
-
Verordening (EU) 2021/2115 van 2 december 2021: Verordening (EU) nr. 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
-
Verordening nr. 2022/128 van 21 december: de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2022/128 van de commissie van 21 augustus 2021 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie.
HOOFDSTUK 2. - Gemeenschappelijke bepalingen inzake investeringssteun
Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de indiening en de behandeling van de steunaanvraag
Art. 2. De aanvrager dient de steunaanvraag bij het betaalorgaan in met behulp van het daartoe bestemde formulier.
Alle documenten en gegevens worden elektronisch verstrekt via het door de administratie beschikbaar gestelde geïnformatiseerde loket betreffende de interventies voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De door de aanvrager verstrekte noodzakelijke informatie moet voldoen aan artikel 44 van Verordening (EU) nr. 2022/128 van 21 december 2021.
Art. 3. Na kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag kan het betaalorgaan om aanvullende informatie verzoeken. Dit verzoek schorst de behandeling van het dossier. Indien de aanvrager de aanvullende informatie niet binnen tien werkdagen verstrekt, kan de aanvraag als niet-subsidiabel worden beschouwd.
Afdeling 2. - Gemeenschappelijke bepalingen betreffende de ontvankelijkheid van de aanvraag
Art. 4. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoen:
-
de zetel en de vestiging van de aanvrager bevinden zich in het Waalse Gewest;
-
de steunaanvraag bevat een beschrijving van de investering en de relevante documenten;
-
de steunaanvraag heeft betrekking op een landbouwactiviteit in de zin van artikel D.3, 1° van het Waalse landbouwwetboek of, in voorkomend geval, op de activiteiten van eerste verwerking en afzet in de bosbouwsector zoals bepaald door de Minister.
Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, bevat de steunaanvraag een verklaring op erewoord dat de door de aanvrager verstrekte gegevens juist en volledig zijn.
De aanvrager verbindt zich ertoe alle door het betaalorgaan gevraagde documenten te verstrekken.
Art. 5. Binnen tien werkdagen na ontvangst van de steunaanvraag geeft het betaalorgaan de aanvrager kennis van de ontvankelijkheid van de aanvraag. De aanvrager mag geen investering doen of beginnen vóór de datum van de kennisgeving van ontvankelijkheid.
Afdeling 3. - Subsidiabiliteit
Art. 6. Om in aanmerking te komen moet de aanvrager:
-
in de GBCS worden geïdentificeerd;
-
voldoen aan de voorwaarden van de milieuvergunning overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, met uitzondering van de CVGL's en CVAV's;
-
geen onderneming in moeilijkheden zijn, in de zin van artikel 2, 14°, van Verordening (EG) nr.702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
Detailhandel, met uitzondering van detailhandel op het landbouwbedrijf in gedeeltelijk door de aanvrager geproduceerde producten, komt in geen enkele sector in aanmerking voor verwerking en afzet.
Afdeling 4. - Selectieprocedure
Art. 7. Het selectieproces vindt plaats via driemaandelijkse...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI