Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de hoogte van de afsluitingen, bedoeld bij artikel 2ter, van de jachtwet van 28 februari 1882 en de nadere regels voor de plaatsing ervan, de 24 février 2023

Artikel 1. In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder directeur, de territoriaal bevoegde directeur van de buitendiensten van het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Art. 2. De hoogte van de afsluitingen bedoeld in artikel 2ter, tweede lid, van de jachtwet van 28 februari 1882, wordt bepaald als volgt :

  1. hoogstens één meter twintig voor de afsluitingen, geplaatst voor de bescherming van teelten;

  2. hoogstens één meter twintig voor de afsluitingen geplaatst voor de handhaving van het vee;

  3. hoogstens vijf meter voor de afsluitingen geplaatst voor de veiligheid van de personen;

  4. hoogstens twee meter voor de afsluitingen geplaatst met het oog op de bestrijding van de verspreiding van ziektes van in het wild levende dieren.

    Art. 3. De afsluitingen voor de bescherming van teelten worden geplaatst ofwel:

  5. aan de rand en rondom de teelten;

  6. aan de bosrand, op minder dan vijftig meter van deze teelten.

    De afsluitingen bedoeld in het eerste lid kunnen echter worden geplaatst binnen het bos op meer dan vijftig meter van de te beschermen teelten, om één van deze twee redenen :

  7. om de totale lengte van de afsluiting te verminderen, als de lengte van het gedeelte van de afsluiting geplaatst op meer dan vijftig meter van de teelten 300 meter niet overschrijdt, behoudens schriftelijke toestemming van de directeur, en als de houder van het jachtrecht dezelfde persoon is aan beide kanten van het gedeelte van de afsluiting;

  8. om de mogelijkheid te geven aan een houder van het jachtrecht wiens bosgebied niet onmiddellijk aan de vlakte aangrenzend is, om een beschermingsafsluiting van de teelten te plaatsen, als er geen dergelijke afsluiting bestaat of als ze niet wordt onderhouden langs het naburige bosgebied dat aan de vlakte aangrenzend is, indien hij in het verleden reeds erom verzocht is financieel bij te dragen aan een vergoeding voor schade in deze teelten en als hij op eigen initiatief het bewijs ervan heeft geleverd aan de directeur.

    Art. 4. De afsluitingen die het vee moeten behouden worden uitsluitend geplaatst op initiatief van de landbouwer en bakenen zo goed mogelijk het door het vee begraasd perceel af aan de zijde van het (de) bebost(e) jachtgebied(en) die ze begrenzen.

    Art. 5. De afsluitingen gebruikt om de verkeersveiligheid te verzekeren worden uitsluitend geplaatst op initiatief of met instemming van de wegbeheerder.

    Art. 6. De andere afsluitingen gebruikt voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT