Besluit van de Waalse Regering houdende diverse bepalingen betreffende de melding van een onregelmatigheid binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut waarop het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, toepasselijk is, de 13 octobre 2022

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 1. § 1. Dit besluit zet Richtlijn 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, voor het in lid 2 bedoelde personeel, gedeeltelijk om.

Het is van toepassing op de personeelsleden, de stagiairs en de voormalige personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering en de instellingen van openbaar nut waarop het decreet van 22 januari 1998 houdende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, toepasselijk is.

Het voert het systeem in van interne melding van informatie over een of meerdere vermoedelijke onregelmatigheden begaan of in wording binnen de diensten van de Waalse Regering of de in punt 2 bedoelde instellingen van openbaar nut, en stelt minimumnormen vast voor de bescherming van het personeel dat dergelijke informatie meldt.

§ 2. Dit besluit doet geen afbreuk aan de regels betreffende de uitoefening door het personeel van het recht om zijn vakbondsorganisatie te raadplegen en het recht op bescherming tegen ongerechtvaardigde benadeling als gevolg van deze raadpleging.

Dit besluit laat het recht van ieder personeelslid onverlet om, indien hij dit nuttig acht, zijn vakbondsorganisatie te raadplegen alvorens een melding op te nemen of in plaats daarvan. De bepalingen van dit besluit zijn niettemin van toepassing voor zover zij gunstiger zijn voor de melder.

§ 3. Dit besluit is niet van toepassing op :

  1. het gebied van de nationale veiligheid, behalve wat betreft meldingen van onregelmatigheden in verband met voorschriften inzake overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid, voor zover deze voorschriften vallen onder de titels 1 en 2 van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, de titels 2 en 3 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten of de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten. Bij wijze van uitzondering is dit besluit niet van toepassing op meldingen van onregelmatigheden in het kader van overheidsopdrachten die onder de bovengenoemde wet van 13 augustus 2011 vallen, indien zij onder artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen;

  2. gerubriceerde gegevens;

  3. informatie die onder de geheimhouding van rechterlijke beraadslagingen valt;

  4. strafprocesrecht.

    Op deze informatie blijven de desbetreffende bepalingen van het recht van de Unie of het nationale recht van toepassing.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  5. melder: het personeelslid dat informatie over onregelmatigheden die hij in het kader van zijn beroepsactiviteiten heeft verkregen, meldt of openbaar maakt, of, bij toepassing van hoofdstuk VIII, de natuurlijke of rechtspersoon die informatie over onregelmatigheden meldt die hij in een werkgerelateerde context bij een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut heeft verkregen;

  6. personeelslid: het statutaire personeelslid of het personeelslid met een arbeidsovereenkomst binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, met inbegrip van personen die op grond van hun statuut of beroep in het bezit zijn van geheimen die hun zijn toevertrouwd, met inbegrip van vakbondsvertegenwoordigers;

  7. stagiair : de persoon die, zonder personeelslid te zijn in de zin van punt 1°, een stage loopt bij een van de diensten van de Waalse Regering of bij een instelling van openbaar nut;

  8. voormalig personeelslid : de in punt 1° bedoelde persoon die niet meer in dienst is;

  9. instelling van openbaar nut: de instelling van openbaar nut bedoeld in het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren;

  10. vakbondsorganisatie: een vakbondsorganisatie erkend in de zin van artikel 15 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

  11. melding of melden: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden;

  12. interne melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan een integriteitsreferent;

  13. externe melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan de ombudsman van het Waalse Gewest;

  14. informatie over onregelmatigheden: informatie, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke onregelmatigheden, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut waar de melder werkt of heeft gewerkt of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, waarmee de melder uit hoofde van zijn werk in contact is geweest, alsmede over pogingen tot verhulling van dergelijke onregelmatigheden;

  15. onregelmatigheid:

    1. het verrichten of nalaten van een handeling door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut, waardoor de belangen, in de ruime zin van het woord, van het Waalse Gewest of het openbaar belang worden aangetast of in gevaar worden gebracht en dat:

      - een schending inhoudt van een rechtstreeks toepasselijke Europese norm, wet, decreet, besluit, omzendbrief, interne regel of procedure, of

      - een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van de mens of voor het milieu,

    2. het feit dat een personeelslid of een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut willens en wetens het begaan van een onregelmatigheid zoals bedoeld onder a) heeft gelast of geadviseerd;

  16. integriteitsreferent : het personeelslid dat in de interne component van het systeem is aangewezen als contactpunt voor het melden van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, krachtens dit besluit;

  17. ambtenaar-generaal: het personeelslid dat is aangewezen als mandataris van rang A1 voor de Waalse Overheidsdienst, of het personeelslid dat is aangewezen als verantwoordelijke voor een andere dienst van de Waalse Regering of, indien het een instelling van openbaar nut betreft, de leidend ambtenaar-generaal die deze instelling beheert;

  18. werkgerelateerde context: de huidige of vroegere arbeidsactiviteiten uitgeoefend binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, verricht in verband met een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, waardoor, ongeacht de aard van die activiteiten, personen informatie kunnen verkrijgen over onregelmatigheden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met represailles indien zij dergelijke informatie zouden melden;

  19. opvolging: elke maatregel die door de integriteitsreferent wordt genomen om de juistheid van de beweringen in de melding te beoordelen en die, indien nodig, door hem wordt voorgesteld om de gemelde onregelmatigheid te verhelpen;

  20. facilitator: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat een melder bijstaat of heeft bijgestaan in het meldingsproces en wiens bijstand vertrouwelijk moet zijn;

  21. de bij het onderzoek betrokken persoon: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat, overeenkomstig artikel 13 van dit besluit, door de integriteitsreferent wordt verzocht een verklaring af te leggen om objectieve informatie te verzamelen en wiens betrokkenheid vertrouwelijk is;

  22. betrokkene: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat in de melding of bij de openbaarmaking wordt genoemd als persoon aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of met wie die persoon in verband wordt gebracht;

  23. represailles: een directe of indirecte handeling of nalatigheid die in een werkgerelateerde context plaatsvindt naar aanleiding van een interne melding of openbaarmaking, van een bij een melding verleende ondersteuning, van een in het kader van het onderzoek van een melding afgelegde verklaring of van de uitoefening van de functie van integriteitsreferent, en die, naar gelang van het geval, tot ongerechtvaardigde benadeling van de melder, de facilitator, de verbonden persoon of de integriteitsreferent ongerechtvaardigde leidt of kan leiden;

  24. openbaarmaking: de openbaarmaking van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, binnen de diensten van de Waalse Regering of instellingen van openbaar nut.

    De definitie van 11° heeft geen betrekking op het verrichten of nalaten van een handeling die uitsluitend de individuele rechten van een personeelslid raakt en waarvoor andere meldingskanalen of -procedures bestaan, met name:

    1. morele intimidatie, geweld op het werk en seksuele intimidatie op het werk ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid;

    2. discriminatie op grond van :

    - leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, vakbondsovertuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst in de zin van artikel 4, 4°, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;

    - geslacht, zwangerschap, bevalling of moederschap in de zin van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen;

    - nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afkomst in de zin van artikel 3 van de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT