Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 46 tot afwijking en aanvulling van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie om de lokale financiën met zware schuldenlast als gevolg van de crisis COVID-19 te steunen en begrotingstekorten toe te laten, de 11 juin 2020

Artikel 1. Artikel L1314-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt aangevuld met paragraaf 3, luidend als volgt:

" § 3. In afwijking van paragraaf 2 mag het eigenlijk werkingsjaar van de gewone dienst van de gemeentelijke begrotingen in de boekjaren 2020 en 2021 een tekort vertonen dat specifiek voortvloeit uit de gevolgen van de crisis COVID-19.

Het tekort in 2020 zal maximaal 3% van de totale gewone uitgaven van het eigenlijk werkingsjaar bedragen. Het zal bij elke begrotingswijziging 2020 worden berekend.

Het tekort in 2021 zal maximaal 5% van de totale gewone uitgaven van het eigen dienstjaar bedragen. Het zal bij de oorspronkelijke begroting 2021 en bij elke begrotingswijziging 2021 worden berekend.

Art. 2. Artikel L1314-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt aangevuld met paragraaf 4, luidend als volgt:

" § 4. In de loop van de boekjaren 2020 en 2021 kunnen alle gemeenten, met inbegrip van de gemeenten die reeds onder beheersplan staan, bij gebrek aan een globaal evenwicht in de gewone dienst, zoals bepaald in artikel L1314-1, § 1, dat uitdrukkelijk het gevolg is van de crisis COVID-19, financiële steun aan de Regering vragen.

Deze steun is afhankelijk van het indienen van een specifiek beheersplan COVID-19, waarin eerst wordt voorzien in het herstel van het globale evenwicht van de gewone dienst in het jaar waarin bovengenoemde financiële steun is verkregen, en vervolgens uiterlijk in de oorspronkelijke begroting voor het boekjaar 2022 in het herstel van het evenwicht van het eigenlijk werkingsjaar van de gewone dienst.

Deze steun bestaat uit een lening via het "Centre régional d'aide aux communes" (Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten), waarvoor het Gewest het geheel aan rentelasten dekt.

In dergelijk geval wordt er van artikel L1314-1, § 2, afgeweken en hoeven de betrokken gemeenten geen convergentieplan in te dienen.".

Art. 3. Artikel L1314-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt aangevuld met paragraaf 5, luidend als volgt:

" § 5. In de loop van de boekjaren 2020 en 2021 kunnen de gewone reservefondsen, die bestemd zijn of die geen bijzondere bestemming hebben, teruggeboekt worden naar het eigenlijk werkingsjaar van de gewone dienst alsof het om voorzieningen ging.

Bedoelde fondsen worden naar de ad hoc functie teruggeboekt indien ze een reeds omschreven gebruik hebben of eenvoudig naar de de functie "000 Algemene ontvangsten" indien ze ertoe strekken het eigenlijke werkingsjaar van de gewone dienst naar een evenwicht te brengen.".

Art. 4. Artikel L1314-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt aangevuld met paragraaf 6, luidend als volgt:

" § 6. In de loop van de begrotingsjaren 2020 en 201 wordt toegelaten dat de specifieke uitgaven voor de relance die rechtstreeks verband houden met de sanitaire crisis, geboekt op de gewone dienst, via een lening en via de terugboeking van buitengewone reservefondsen naar het eigenlijk werkingsjaar van de gewone dienst gefinancierd worden als waren het provisies.

Het maximum toegelaten bedrag van het samengevoegd totaal van lening en terugboeking van buitengewone reservefondsen voor de gezamenlijke jaren 2020 en 2021 bedraagt 100 euro per inwoner.

De aflossingsduur van de lening wordt vastgesteld op maximum 20 jaar.

In een dergelijk geval wordt de lening eerst naar behoren op de gewone dienst geboekt en vervolgens overgedragen naar de ad hoc functie van de gewone dienst als was het een voorziening.".

Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Handtekening

Namen, 11 juni 2020.

Voor de Regering :

De Minister-President,

E. DI RUPO

De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid,

P.-Y. DERMAGNE

Aanhef

Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19, met name artikel 1, § 1;

Gelet op advies nr. 67.466/4 van de Raad van State gegeven op 2 juni 2020, overeenkomstig artikel 84, § l, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de buitengewone gezondheidscrisis in verband met COVID-19 die heden België treft en dat de huidige en komende regels, genomen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, van dien aard zijn dat ze iedere vorm van activiteit op het grondgebied van het Waalse Gewest vertragen en sommige diensten zelfs lamleggen;

Overwegende dat dit van dien aard is dat de goede werking van de verschillende openbare diensten, inzonderheid de plaatselijke besturen, belemmert;

Overwegende dat de Regering, krachtens artikel 1 van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, bevoegd is om alle nuttige maatregelen te nemen om iedere situatie te voorkomen en te behandelen die problemen stelt in het strikte kader van de pandemie COVID-19 en haar gevolgen en die dringend behandeld moeten worden op straffe van ernstig gevaar;

Overwegende dat de gemeenten met name bevoegd zijn om zaken van gemeentelijk belang te regelen en om verstoringen van de openbare orde te voorkomen, waaronder vrede, gezondheid en openbare...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT