Besluit van de Vlaamse Regering over de organisatie van het toelatingsexamen arts, het toelatingsexamen tandarts en het toelatingsexamen dierenarts, de 27 janvier 2023

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. examencommissie: de examencommissie, vermeld in artikel II.187, § 7 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;

  2. toelatingsexamen arts: het toelatingsexamen, vermeld in artikel II.187, § 1, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;

  3. toelatingsexamen tandarts: het toelatingsexamen, vermeld in artikel II.187, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;

  4. toelatingsexamen dierenarts: het toelatingsexamen, vermeld in artikel II.187/1, § 1, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.

    HOOFDSTUK 2. - Nadere regels over de examencommissie

    Art. 2. Er wordt één examencommissie ingesteld die bevoegd is om autonoom te beslissen over alle aangelegenheden die de organisatie van het toelatingsexamen arts, het toelatingsexamen tandarts en het toelatingsexamen dierenarts betreffen.

    Art. 3. De zetel van de examencommissie is gevestigd op het adres van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen. De voorzitter van de examencommissie kan beslissen om de vergaderingen van de examencommissie op een andere plaats te laten doorgaan.

    In het eerste lid wordt verstaan onder Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen.

    Art. 4. De voorzitter en de leden van de examencommissie ontvangen een honorarium. Het vermelde honorarium wordt op de volgende wijze vastgesteld:

  5. de voorzitter ontvangt een bedrag van 12.000 euro per jaar;

  6. de overige commissieleden van de examencommissie ontvangen een bedrag van 3600 euro per jaar.

    Art. 5. Vanaf het jaar 2024 worden de bedragen vermeld in artikel 4 aangepast aan de jaarlijkse stijging van de index van de consumptieprijzen met als referentiedatum 1 januari 2023.

    Art. 6. De voorschriften ter uitvoering van artikel II.187 en artikel II.187/1 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en dit besluit, en de voorschriften die de examencommissie nodig acht voor de optimale organisatie van het toelatingsexamen arts, het toelatingsexamen tandarts en het toelatingsexamen dierenarts en voor de eigen huishoudelijke werking worden opgenomen in het werkings- en examenreglement, vermeld in artikel II.187, § 6, 4°, en in artikel II.187/1, § 5, 4°, a), van de voormelde codex.

    Het werkingsreglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende concrete voorschriften voor de werking en de taken van de examencommissie:

  7. de voorbereiding en de validering van de examenvragen;

  8. de kwaliteitscontrole op de examenvragen voor en na het examen, de voorwaarden om na de afname van het examen examenvragen te neutraliseren en de wijze waarop dat invloed heeft op de vaststelling en de herziening van de resultaten, vermeld in punt 7° ;

  9. de oproeping en de aanwezigheid van de leden;

  10. de vertegenwoordiging en plaatsvervanging van de voorzitter;

  11. de beraadslaging en stemming;

  12. de bepaling van de cesuur;

  13. de vaststelling en de herziening van de resultaten;

  14. het beslissingsproces voor de rangschikking van de kandidaten;

  15. de communicatie tussen de leden en met externen;

  16. een deontologische code;

  17. de opvolging van de examenresultaten.

    Het examenreglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende concrete voorschriften voor de kandidaten van het examen:

  18. de bekendmaking van het examenprogramma;

  19. het verloop van het examen;

  20. de inschrijving en deelname;

  21. de afwijkende examenregeling;

  22. de inhoud en indeling;

  23. de evaluatiecriteria en toetsmethode;

  24. de mededeling van de vastgestelde resultaten;

  25. de mededeling van de beslissing over de rangschikking;

  26. de geschillenregeling.

    HOOFDSTUK 3. - Nadere regels voor de vastlegging van de rangschikking

    Art. 7. De examencommissie maakt jaarlijks voor het toelatingsexamen arts, het toelatingsexamen tandarts en het toelatingsexamen dierenarts een afzonderlijke rangschikking van de gunstig gerangschikte kandidaten op basis van de numerieke score die in het totaal is behaald.

    Art. 8. De examencommissie bepaalt jaarlijks voor het toelatingsexamen arts, het toelatingsexamen tandarts en het toelatingsexamen dierenarts een afzonderlijke cesuur als het aantal gerangschikte kandidaten boven het respectievelijk vastgestelde startquotum, vastgelegd door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel II.187, § 4, en artikel II.187/1, § 3, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, ligt.

    De examencommissie bepaalt geen cesuur als het aantal gerangschikte kandidaten onder het voormelde vastgestelde startquotum ligt.

    Art. 9. De examencommissie beslist jaarlijks voor het toelatingsexamen arts en voor het toelatingsexamen tandarts welke kandidaten gunstig worden gerangschikt op basis van al de volgende regels:

  27. niet-geslaagde kandidaten worden niet gerangschikt;

  28. geslaagde kandidaten worden gerangschikt, tenzij ze gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in artikel 13, zesde lid;

  29. alle geslaagde kandidaten worden gunstig gerangschikt als er geen cesuur is bepaald;

  30. gerangschikte kandidaten met een score kleiner dan de bepaalde cesuur worden niet gunstig gerangschikt;

  31. gerangschikte kandidaten met een score groter of gelijk aan de bepaalde cesuur worden gunstig gerangschikt.

    De examencommissie beslist jaarlijks voor het toelatingsexamen dierenarts welke kandidaten gunstig worden gerangschikt op basis van al de volgende regels:

  32. kandidaten die minder dan de helft van de punten behalen op een of beide examenonderdelen, vermeld in artikel 22, derde lid, worden niet gerangschikt;

  33. kandidaten die minstens de helft van de punten behalen op elk examenonderdeel, vermeld in artikel 22, derde lid, worden gerangschikt, tenzij ze niet gerangschikt willen worden als vermeld in artikel 13, lid 6;

  34. alle gerangschikte kandidaten worden gunstig gerangschikt als er geen cesuur is bepaald;

  35. gerangschikte kandidaten met een score kleiner dan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT