Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden en het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019 tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden, de 27 janvier 2023

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 16 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden

Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 november 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 2. Na advies van de Vlaamse Dierentuinencommissie beslist de minister over de erkenning van de particulier, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, binnen zes maanden nadat de minister het aanvraagdossier conform paragraaf 1 heeft ontvangen. De minister beslist op basis van al de volgende criteria:

  2. het feit of de dieren van de soort in kwestie al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van hun essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften;

  3. de mate waarin de dieren van de soort in kwestie van nature agressief of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;

  4. het al dan niet bestaan van duidelijke aanwijzingen dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;

  5. de beschikbaarheid van bibliografische gegevens over het houden van de soort;

  6. de voorziene huisvesting biedt voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren en is zo ontworpen en onderhouden dat de dieren niet kunnen ontsnappen en dat de veiligheid van de dieren, de omwonenden en de omgeving gewaarborgd is;

  7. de voorziene verzorging en de kennis van de aanvrager bieden voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren, inclusief de intenties van de particulier om met de aangevraagde diersoort te kweken of nieuwe individuen te verwerven.

    In het eerste lid wordt verstaan onder Vlaamse Dierentuinencommissie: het comité van deskundigen, vermeld in artikel 5, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

    In geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de criteria, vermeld in het eerste lid.

    Het aanvraagdossier, vermeld in paragraaf 1, wordt beoordeeld op basis van al de volgende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT