Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2022 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van het beleidsveld Wonen en tot wijziging van verschillende besluiten over wonen, de 10 novembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. decreet: het decreet van 3 juni 2022 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van het beleidsveld Wonen;

  2. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid.

    De definities, vermeld in artikel 2 van het decreet, zijn ook van toepassing in dit besluit.

    HOOFDSTUK 2. - Overdracht van opdrachten van de VMSW aan het agentschap Wonen in Vlaanderen

    Art. 2. De opdrachten, vermeld in artikel 3, eerste lid, van het decreet, worden overgedragen aan het agentschap Wonen in Vlaanderen op 1 januari 2023.

    Art. 3. De vermogensbestanddelen, rechten en verplichtingen die samenhangen met de over te dragen opdrachten, worden op 1 januari 2023 tegen boekwaarde overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures, en, als het gaat om onroerende goederen, met inbegrip van hun actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten die verbonden zijn aan de verwerving ervan, alsook de rechten die eventueel aan derden verleend.

    De leidend ambtenaren van de VMSW en het agentschap Wonen-Vlaanderen stellen in gezamenlijk overleg een inventaris op van de vermogensbestanddelen, rechten en verplichtingen, vermeld in het eerste lid. Ze ondertekenen beiden het proces-verbaal van overdracht waarin de inventaris is opgenomen.

    Het proces-verbaal van overdracht, vermeld in het tweede lid, wordt goedgekeurd door de minister en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 4. De overdrachten, vermeld in artikel 2 en 3, worden tegenstelbaar aan derden op 1 januari 2023.

    Als op basis van de inventaris, vermeld in artikel 3, tweede lid, blijkt dat het vermogen van de VMSW vermogensbestanddelen bevat die om de overdracht tegenstelbaar aan derden te maken, bijzondere nadere maatregelen vereisen, waaronder, in voorkomend geval, het vervullen van formaliteiten, is de minister gemachtigd om die bijzondere maatregelen te treffen, niettegenstaande het feit dat de overdracht ten algemene titel plaatsvindt.

    De minister kan het treffen van de bijzondere maatregelen, vermeld in het tweede lid, in voorkomend geval delegeren aan de leidend ambtenaren van de VMSW en het agentschap Wonen-Vlaanderen, ieder wat zijn of haar bevoegdheid betreft.

    HOOFDSTUK 3. - Overdracht van de bijzondere sociale leningen van de VMSW aan het VWF

    Art. 5. Voor de toepassing van artikel 4.186, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, worden de bijzondere sociale leningen die van de VMSW worden overgedragen aan het VWF, beschouwd als hypothecaire leningen die het VWF heeft toegekend.

    HOOFDSTUK 4. - Diverse maatregelen voor de ontbinding zonder vereffening van het Garantiefonds voor Huisvesting en voor de overdracht van zijn hele vermogen, de opdrachten, de rechten en de verplichtingen aan de VMSW

    Art. 6. De leidend ambtenaar van de VMSW en het orgaan van het Garantiefonds voor Huisvesting dat daarvoor bevoegd is, maken in het kader van de voorbereiding van de ontbinding zonder vereffening van het Garantiefonds voor Huisvesting en van de overdracht van het hele vermogen, de opdrachten, de rechten en de verplichtingen aan de VMSW in gezamenlijk overleg een inventaris op van die vermogensbestanddelen, rechten en verplichtingen. Ze ondertekenen beiden het proces-verbaal van overdracht waarin de inventaris is opgenomen.

    Het proces-verbaal van overdracht, vermeld in het eerste lid, wordt goedgekeurd door de minister en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 7. De overdrachten, vermeld in artikel 6, vinden plaats op 1 januari 2023 en worden aan derden tegenstelbaar op 1 januari 2023.

    Als op basis van de inventaris, vermeld in artikel 6, eerste lid, blijkt dat het vermogen van het Garantiefonds voor Huisvesting vermogensbestanddelen bevat die om de overdracht tegenstelbaar aan derden te maken bijzondere nadere maatregelen vereisen, waaronder, in voorkomend geval, het vervullen van formaliteiten, is de minister gemachtigd die bijzondere maatregelen te treffen, niettegenstaande het feit dat de overdracht ten algemene titel plaatsvindt.

    De minister kan het treffen van de bijzondere maatregelen, vermeld in het tweede lid, in voorkomend geval delegeren aan de leidend ambtenaar van de VMSW en het orgaan van het Garantiefonds voor Huisvesting dat daarvoor bevoegd is, ieder wat zijn of haar bevoegdheid betreft.

    HOOFDSTUK 5. - Diverse maatregelen voor de ontbinding zonder vereffening van het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant en voor de overdracht van de opdrachten, de rechten en de verplichtingen aan de VMSW

    Art. 8. De leidend ambtenaar van de VMSW en het orgaan van het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant dat daarvoor bevoegd is maken in het kader van de voorbereiding van de ontbinding zonder vereffening van het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant en van de overdracht van de opdrachten, de rechten en de verplichtingen aan de VMSW in gezamenlijk overleg een inventaris op van die rechten en verplichtingen. Ze ondertekenen beiden het proces-verbaal van overdracht waarin de inventaris is opgenomen.

    Het proces-verbaal van overdracht wordt goedgekeurd door de minister en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 9. De overdrachten, vermeld in artikel 8, vinden plaats op 1 januari 2023 en worden aan derden tegenstelbaar op 1 januari 2023.

    HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen

    Art. 10. In artikel 2, 9°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 16 maart 2012 en 12 juli 2013, worden de woorden "Wonen Vlaanderen" vervangen door de woorden "Wonen in Vlaanderen".

    HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie

    Art. 11. In artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:

    "1° Wonen in Vlaanderen;".

    HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen

    Art. 12. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen worden de woorden "Wonen-Vlaanderen" vervangen door de woorden "Wonen in Vlaanderen".

    Art. 13. In artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, worden de woorden "Wonen-Vlaanderen" vervangen door de woorden "Wonen in Vlaanderen".

    Art. 14. Aan artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2012 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, 17 juli 2020, 11 september 2020 en 17 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in het tweede lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt:

    "2° het beleidsmatige investeringsprogramma voor sociale woonprojecten op te maken, te evalueren en uit te voeren. Daarvoor neemt het agentschap de volgende taken op zich:

    1. het ondersteunen van de sociale woonorganisaties, gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW's en welzijnsverenigingen, op technisch, juridisch en administratief vlak bij de realisatie van woonprojecten en bij het kwaliteitsgerichte en kostprijsbewuste beheer van hun woningpatrimonium, voorzover de voormelde actoren in hun werking rekening houden met de bijzondere doelstellingen van het woonbeleid, vermeld in artikel 1.6 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

    2. het opstellen van een meerjarenplanning en een kortetermijnplanning die voor ten minste 30% betrekking moet hebben op de renovatie of vervangingsbouw van sociale huurwoningen, of op de verbetering of aanpassing van sociale huurwoningen;

    3. het oprichten van de beoordelingscommissie vermeld in artikel 2.22, § 2, van de voormelde codex;";

  4. aan het tweede lid, 13°, wordt een punt f) toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "f) titel XIII en titel IX van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid;"

  5. aan het tweede lid worden een punt 17° tot en met 25° toegevoegd, die luiden als volgt:

    "17° periodiek oproepen lanceren bij private actoren om projectvoorstellen in te dienen voor de verwezenlijking van sociale huurwoningen of sociale koopwoningen overeenkomstig de voor de woonmaatschappijen geldende prijs- en kwaliteitsnormen;

  6. de conformiteit met de voor de woonmaatschappijen geldende prijs- en kwaliteitsnormen beoordelen van woningen die door private actoren worden opgericht in het kader van een koop-verkoopovereenkomst met een woonmaatschappij, die de woningen na de overname zal verhuren als sociale huurwoningen of overdragen als sociale koopwoningen;

  7. zorgen voor de opbouw en het beheer van een databank met informatie over de prestaties van de sociale woonorganisaties en andere instanties die door de Vlaamse Regering erkend zijn;

  8. aanspreekpunt zijn voor verhuurders en voor kandidaat-verhuurders als ze woningen verhuren of willen verhuren aan een woonmaatschappij;

  9. het ondersteunen van de woonmaatschappijen bij het uitvoeren van de taken, vermeld in artikel 4.55, eerste en tweede lid, van dezelfde codex;

  10. het organiseren van het overleg...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT